arch/ive/ief (2000 - 2005)

De Britse krant The Guardian bracht stukken uit een militair rapport waarin sprake is van een burgerlijke huurling die een jonge mannelijke Iraakse gevangene verkrachtte. De verkrachter gaat echter vrijuit omdat de militaire wet op hem niet van toepassing is en hij als Amerikaans burger dankzij een akkoord tussen de voorlopige Iraakse regering en de VS ook immuniteit geniet in Irak. Het rapport viseert twee bedrijven die in de Abu Ghraib-gevangenis actief zijn. Het gaat om CACI International Inc, het bedrijf waar de boven vermelde verkrachter werkzaam is, en Titan Corporation. CACI zag in het derde kwartaal van het fiscale jaar 2004 zijn winst stijgen met 38 %. Volgens een persbericht van CACI is die stijging ondermeer te danken aan de focus van het bedrijf op de 'global war on terrorism'. In de vermelde periode sleepte CACI voor 395 miljoen dollar nieuwe contracten in de wacht.

Titan Corporation, het tweede bedrijf dat actief is in de Abu Ghraib-gevangenis ziet de 'war on terrorism' ook als een lucratieve markt. Het bedrijf heeft rechtstreekse banden met de PNAC (Project for the New American Century). Oud-CIA-directeur en PNAC-lid James Woolsey was een tijdlang lid van de raad van bestuur van Titan Corporation. Hij zou nu nog altijd zakenbelangen hebben in het bedrijf. Het bedrijf kondigde enkele weken geleden aan te willen opgaan in de wapenreus Lockheed Martin. Samen zouden ze aan een omzet van liefst 35 miljard dollar komen. Toen het Amerikaanse gerecht recentelijk een onderzoek opende naar de betrokkenheid van Titan in een smeergeldaffaire schoven er wel donkere wolken boven de fusie.

Volgens de The Washington Post zijn er in Irak minstens 20.000 huurlingen actief op het vlak van beveiliging. Deze huurlingen kunnen tot 1000 dollar per dag verdienen wat een veelvoud is van het loon van gewone soldaten. De huurlingen staan ook niet onder leiding van het Amerikaans leger. Dit leidt tot grote spanningen. Toen begin april verschillende huurlingen geïsoleerd raakten bij aanvallen van het Iraakse verzet, weigerde Amerikaanse soldaten om tussen te komen. Eén man die het overleefde vertelde aan The Washington Post dat hij de dichtstbijzijnde commandopost van het Amerikaans leger zo vaak gebeld heeft om hulp dat zijn GSM-batterij helemaal leeg was.

Zwart water in Fallujah
Ook toen de lijken van de vier medewerkers van privé-firma Blackwater in Fallujah werden verminkt door enkele Iraakse jongeren kwam het Amerikaanse leger niet tussen. Blackwater staat nochtans in voor de veiligheid van de Amerikaanse bestuurder van Irak Paul Bremer. Volgens specialisten is het ongezien in de recente geschiedenis dat privé-firma's zo'n belangrijke taken op zich nemen.

De bezetting van Irak kost elke maand 4 miljard dollar. Volgens de Washington Post vloeit één derde daarvan naar privé-firma's. Bechtel Corp. is de grootste speler op deze markt. Zij sleepten het leeuwendeel van de contracten voor de herstelling van de infrastructuur in de wacht. Kellogg, Brown & Root – een dochter van Halliburton waar Dick Cheney ooit de plak zwaaide voor hij vice-president van Bush werd – boert ook goed. Zij hebben een exclusief contract om de olie-infrastructuur te herstellen. Deborah Avant, een politieke wetenschapper die onderzoek doet naar deze bedrijven, beweert dat het Congress de controle dreigt te verliezen over de militaire uitgaven in Irak. Avant noemt dit de “commercialisering van de buitenlandse politiek”. Op het Brussels Tribunal noemde de linkse econoom Samir Amin dat een voorbeeld van de plundereconomie die de markteconomie verdrongen heeft.