Interview met Arundhati Roy by Gie Goris Monday April 28, 2003 at 12:30 PM |
ARUNDHATI ROY: 'WIE GEZIEN HEEFT, MOET SPREKEN'
Arundhati Roy werd in de jaren negentig wereldberoemd met haar God van Kleine Dingen. De lieveling van de literaire wereld-burgers ontpopte zich daarna tot één van de meest gedreven pennen uit de andersglobaliseringsbeweging.
De dag van het interview is niet stil genoeg om de andere wereld te horen ademen. Het is wel een zeldzaam aangename dag voor New Delhi. De zon schijnt, niet gehinderd door de stofwolken en de dieselwolken van de zomermaanden. De temperatuur schommelt rond de vijfentwintig graden, net voor de zon begint onder te gaan. Arundhati Roy zit op haar barsati, een dakterras waar de geluiden van de stad en van deze wereld tot haar doordringen. Zij drinkt thee, ik koffie. We zitten zo'n tienduizend kilometer van elkaar verwijderd, maar dankzij haar menselijke warmte lijkt dit geen telefonisch interview, maar een lange intercontinentale babbel tussen twee oude bekenden. We eindigen keuvelend over James Joyce en Eduardo Galeano -'die slaagt er als geen ander in liefde en strijd, politiek en tederheid te verweven tot één ondeelbaar bestaan van menselijk verzet'. Het gesprek begint echter netjes voorbereid, met een verwijzing naar teksten die de schrijfster de voorbije jaren publiceerde. Daarin speelt de globalisering steeds meer de rol van het Grote Kwaad.
Arundathi Roy: Toen ik een jaar of drie geleden voor het eerst over de neoliberale globalisering en over de gevolgen van privatisering schreef, kreeg ik heel weldenkend India over me heen. De Indiase middenklasse gelooft namelijk heel erg in de globalisering. Daarom is het debat erover ook zo afwezig in de Engelstalige pers, terwijl de kranten die in de lokale talen verschijnen hiervoor veel meer aandacht hebben. Het probleem is dat globalisering geen oorlog is. Het is geen genocide, het is geen etnische zuivering, het is geen hongersnood en het is geen epidemie. Op het eerste gezicht is het niet meer dan het dagelijkse zakendoen. Het drama, het grote formaat, de epische grootsheid van oorlog of genocide of hongersnood ontbreken. Nochtans is globalisering een proces van barbaarse onteigening op een schaal die in de geschiedenis niet vaak is voorgekomen. Daarom is het extreem belangrijk dat we vandaag helder leren denken, dat we klaar zien, dat we begrijpen wat men voor ons verborgen wil houden. We moeten beseffen dat de neoliberale globalisering gebruik maakt van loyale, corrupte en liefst autoritaire regeringen in de armere landen, om onpopulaire hervormingen door te drukken en muiterijen van het volk te onderdrukken. Globalisering heeft nood aan atoombommen, staande legers, strengere immigratiewetten en alerte kustwachten die er op toezien dat enkel geld, goederen, patenten en diensten geglobaliseerd worden, en niet het vrije verkeer van mensen, niet het respect voor mensenrechten, niet de internationale verdragen over rassendiscriminatie of chemische en nucleaire wapens of broeikasgassen of klimaatverandering of -de hemel behoede ons- rechtvaardigheid.
Dat is geen vrolijke beschrijving van de wereld.
A. Roy: De wereld is een complex gegeven dat niet te herleiden is tot handel en markt. Het beheer van die wereld laat je niet over aan loodgieters of dichters, maar ook niet aan ondernemers. Het probleem met de globalisering die we nu meemaken, is dat alles herleid wordt tot koopwaar. Alsof nieuws, beleid, recht-vaardigheid, vaders en moeders en God allemaal verhandeld kunnen worden. In India is het uitgerekend de grote hindoepartij, Bharata Janata Party, die het hele land in de uitverkoop zet: oceanen, rivieren, olie, genen, bloemen, kindertijd, aluminium-fabrieken, telecombedrijven, wijsheid, wildernis, burgerrechten, ecosystemen, lucht -de hele 4600 miljoen jaar evolutie wordt voor u verpakt, gemerkt, geprijsd en in de rekken gezet.
lees het hele interview in MO*
MO houden zo by johan Monday April 28, 2003 at 04:10 PM |
Het interview met Roy mag er wezen.
Nog beter in de laaste MO: het essai van Hanif Kureishi en het stuk over de privatiseringen.
(Veel) minder geslaagd: het rommelige stuk over Congo (wanneer mogen Colette Braeckman of Joseph Kabila 's wat schrijven?) en het stuk over Venezuela.
Ik hield mijn hart vast na het samensmelten van Werelwijd en De Wereld Morgen, en vooral na de samenwerking met Knack.
Nog maar eens een ruk naar rechts, daar vreesde ik voor.
Maar tot nog toe mag MO er wezen.
Houden zo, Gui.
Johan.
P.S.: Mag Raf nog 's wat komen doen in MO? Prikkeldraad!
Mo : aanpassen graag by lize Monday April 28, 2003 at 06:47 PM |
De tekst die hierboven werd gepubliceerd was inderdaad één van de betere teksten in Mo* magazine. Maar dat wil niet zeggen dat we over de rest van het tijdschrift moeten zwijgen. Mo* is zeker en vast een goed initiatief, maar sommige teksten vallen echt wel tegen. Een kleine vergelijking met bv. het Italiaans tijdschrift 'Carta' - dat zich net als Mo* de 'smoel' van de antiglobaliseringsbeweging' noemt - laat al snel zien hoe het in mijn ogen beter kan.
Mo* rept bv. met geen woord over acties. Geen woord bv. over Train- of Planestopping, een 'directe' actie die de laatste maanden toch wel centraal stond binnen de anti-oorlogsbeweging. Nee, in de plaats daarvan brengt Mo* een ode aan Louis Michel, die -zogezegd- als kleine dwerg nogal wat weerstand heeft geboden tegen de VS. Het artikel is echt een tijdschrift als Mo* onwaardig : trainstoppers, uw commentaar aub.
En dan was er nog het artikel over Venezuela, waarin Mo* gewoon regelrecht deelneemt aan de anti-Chavez campagne van de massamedia. Toch ook niet echt wat je van een 'alternatief' als Mo* zou verwachten. (Lees hier mijn kritiek op dit artikel.)