AEL, islamisme los van de beeld(mis)vorming

... resorting to blind terrorism is an expression of the depth of the Islamist movement’s crisis, and not at all an expression of its rising and ascending (Sadiq al Azm)

Inleiding

Als we de gemeenschap van allochtonen bekijken in Europa moeten we vaststellen dat niet alleen de armsten de Magreb ontvlucht zijn naar Europa, maar dat deze landen ook een leegloop kenden van intellectuelen (if not Dyjab Abou Jahjah himself?) op zoek naar ademruimte, vrije meningsuiting, eerbiediging van de mensenrechten, democratie... Eens aangekomen stootten zowel de een als de ander op racisme, onbegrip en discriminatie. In de mate dat het islamisme onderdrukking betekende voor het Marokkaanse, Tunesische... volk, zal ook de AEL hiermee moeten afrekenen. Men kan zich niet ontdoen van het ene juk terwijl men zijn ogen sluit voor het andere juk. Het is de verdienste van de AEL dat ze de strijd tegen discriminatie opengebroken heeft, maar ook het verzet tegen een verstikkende Islam is een reëel gegeven, los van de negatieve beeldvorming in de media. Ik kon me voor mijn kritiek beperken tot arabische bronnen, want ook binnen de allochtonen-gemeenschap krijgt de kritiek op het Islamisme stillaan vorm.

Voor alle duidelijkheid: islamiet en islamist[1] zijn twee totaal verschillende begrippen. Een Islamiet is gewoon iemand met de musulmaanse geloofsovertuiging, een islamist is een militant die de Islam gebruikt met politieke bedoelingen (Muhammad Saïd Al Ashmawy, 1989). Maar waar houdt het geloof op en waar begint de politieke militant? Ook het ‘christianisme’ heeft een grote invloed gehad op onze west-europese politieke evolutie. Nemen we nu priester Daens en het Daensisme op het einde van de 19de eeuw in België. Priester Daens (een christelijk priester) was begaan met het lot van de fabrieksarbeid(st)ers in Aalst vanuit een terecht (christelijk) gevoel van verontwaardiging voor de miserie en onrechtvaardigheid waar hij mee werd geconfronteerd. Zijn politieke activiteit werd hem niet in dank afgenomen door de Katholieke hiërarchie, integendeel. Paus en bisschoppen hebben alles in het werk gesteld om hem monddood te maken. Als later, toen het Daensisme geneutraliseerd was, de eerste vakbonden met christelijke inspiratie werden opgericht droegen ze op hun vlaggen de naam ‘anti-socialistische vakbond’. Hier werd het christelijk geloof gebruikt als politiek wapen tegen de socialistische zelforganisaties van de arbeiders. Christianisme dus.

Hier kan men zich ook afvragen: en wat als deze politieke bedoelingen met de Islam eerbaar en gerechtvaardigd zijn, genre Daens? We moeten op de eerste plaats een politieke boodschap taxeren op zijn duidelijkheid. Politiek vermengd met religie sticht verwarring, kan nooit duidelijk zijn. Onduidelijke politieke boodschappen stellen de deur open voor demagogie en manipulatie. Maar er is nog een andere condradictie. Het islamisme gaat uit van een zeer autoritaire islam, zoals we zullen aantonen. Zelfbewustzijn en -bevrijding kunnen niet autoritair opgelegd worden (via religieuze weg). En als derde argument moeten we wijzen op het herhaaldelijk reactionnair politiek gebruik van de Islam door de Arabische staten.

Paleis-islam en islamisme

Babés Leïla, professor sociologie werkend aan de universiteit van Lille, maakt met Mahmoud Muhammad Taha een onderscheid tussen de Mekkaanse en Medinese versen in de Koran (Taha, Mahmoud Mohammed, 1976). De verzen ontstaan in de periode dat Mohamed in Mekka verbleef hebben voor haar een universiële, spirituele en ethische waarde. De verzen ontstaan in Medina beschouwt ze als antwoorden op praktische kwesties die in die tijd aan de eerste muselmannen werden gesteld. Men moet ze dus relateren aan de tijd en de kontekst. Een dergelijke interpretatie ligt voor de hand maar vindt geen genade bij de dogmatische islamisten van de Muslim Awareness[2] (Afreen Khan, 2002). Met Luther begon de bijbelinterpretatie in het Westerse Christendom, gevolgd door inquisitie en vervolging. De islam - Mahmoud Muhammad Taha[3] werd in 1985 terechtgsteld omwille van geloofsafval – laat in de arabische wereld geen vrije interpretatie toe en neigt nog altijd naar inquisitie. Mahmoud Muhammad Taha is niet de enige.

Nochtans heeft de islam ooit een rationele traditie (Verlichting) gekend, de Moetazilieten, die grote denkers voortbracht zoals Al-Chawarizmi (gestorven in 850), grondlegger van de moderne Algebra, Al-Kindi grondlegger van de diehoeksmeting (gestorven in 873) en nog tal van andere geleerden... Zij vertaalden de Grieken reeds lang voor in het Westen tijdens de Verlichting naar de Grieken teruggrepen werd. Ze ontwikkelden de ‘falasifa’ (filosofie), het denken was vrij. Maar al snel opende de Abbasidische dynastie de jacht op de ‘falasifa’ en werden de vrijdenkers veroordeeld als kafir (ongelovige) en moelhid (atheïst). De gehoorzaamheid aan het paleis kwam in de plaats van het vrije denken en redeneren. Elke rationele en kritische opstelling tegenover de leider werd veroordeeld als een afwijzing van de Islam en een gebrek aan respect tegenover zijn principes en idealen.

Eigenaardig genoeg is het deze paleis-islam, beroofd van zijn rationalistische dimensie die de laatste 30 jaar opgang maakt in de arabische wereld. De arabische regimes hebben nagelaten te moderniseren nadat eerdere pogingen daartoe door het Brits en Frans imperialisme werden gecounterd. Reeds begin van de 19de eeuw probeerde Egypte onder Mohamed Ali Europa in te halen door imitatie op zijn japans. Mehmed Ali ging ver in zijn experimenten, hij ontving zelfs de Franse utopisten, de saint-simonisten, die in Frankrijk zelf niet welkom waren. En het lukte nog wonderwel ook. Maar Engeland zag liever een verzwakt Ottomaans Rijk op zijn route naar Indië een stuurde een militaire expeditie af op Egypte. Met als gevolg dat het Ottomaanse rijk achteraf dan ook uiteenviel onder druk van de nationalistische bewegingen en het kolonialisme. Men kan zich terecht afvragen of de geschiedenis zich niet herhaalt met de eerste golfoorlog. Het enige land dat pogingen deed om te modernizeren op militair gebied, Irak, was een doorn in het oog geworden voor de Amerikanen. Nu was het niet meer de weg naar Indië die speelde, maar de olie.

De belangrijkste vertegenwoordiger van het arabisch nationalisme was Nasser[4]. Het nationalisme is in feite westerse import maar bovenal een seculiere beweging. Nasser was een fel tegenstander van de moslimfundamentalisten. Hij heeft trouwens een aantal van hun leiders laten executeren. In Nassers tijd werd een strijder van de islamitische beweging door de man in de straat beschouwd als een vijand van de arabische natie, als een ‘handlanger’ van het westen. Ze werden trouwens volgens Copland, voormalig CIA-chef in het Midden-Oosten ook door de CIA gesteund. Het is hier dat politieke theorie van het islamisme werd geboren en ontwikkeld door Sayid Qutb in de jaren vijftig en zestig.

De zwakte van de arabische regeringen is hun schrik voor de vrije meningsuiting en de democratie[5]. Ze zijn doodsbenauwd voor kennis en medezeggingsschap en ontlenen liever hun macht en wettigheid aan een autoritaire Islam, dan te investeren in de verspreiding van het humanisme en een wetenschappelijke onderzoeksgeest. Het volstaat niet van autos en telefoons in te voeren, men moet ook over de technologie beschikken om auto’s en telefoons te maken. Uit schrik voor het kritische milieu dat zou kunnen ontstaan aan de universiteiten, weigeren ze echter wetenschappelijk onderzoek te financieren. Dat dit ook op het militaire vlak (waar b.v.b. Israel aan te top staat van de ontwikkeling) zo zijn gevolgen heeft laat zich raden. De Arabische landen spenderen liever miljarden oliedollars aan de import van militair schroot, dan zelf het onderzoek te organiseren. Hiermee willen we niet zeggen dat de arabische wereld moet investeren in militair onderzoek. De olielanden hadden evengoed als Japan, dat geen leger heeft, kunnen kiezen voor de ontwikkeling van een wetenschappelijke macht. Toch werden miljarden oliedollars verspild aan de opbouw van een militaire macht. Ook dit steekt de ogen uit van de arme arabische massa’s. Na het mislukken van het nationalisme dat enkel autoritaire en corrupte regimes voortbracht is het hek volledig van de dam. Nasser overleefde nog geen 3 jaar de nederlaag van de arabische landen tegen Israël in 1967. Saoudi-Arabië, voorheen beschouwd als achterlijke collaborteur van de VS, vult het vacuüm op met het wahhabisme, een wel zeer autoritaire islamvariant. (Sadiq al Azm, 2003).

Sinds de jaren zeventig worden met oliedollars vele bladzijden met propaganda gevuld over onze ‘identiteit’ en ons ‘specifiek karakter’, waarin onderworpenheid wordt aangemoedigd en nadenken veroordeeld wordt. (...) Met de opkomst van de oliedollar zien we tegelijkertijd een intensivering van de officiële Islam als taa (gehoorzaamheid) enerzijds en de opkomst van de islamitische militante beweging anderzijds. (Fatima Mernissi, 1993, p. 53)

Het lijkt erop dat de AEL[6], net als Saddam, deze evolutie van nationalisme naar paleis-islam op een paar jaar tijd heeft herhaald. Aanvankelijk lag bij de AEL de nadruk op het arabisch nationalisme, deze nadruk is intussen verschoven naar het islamisme.

Het islamisme heeft ook zijn snelle verspreiding te danken aan de moderne communicatie technologie. Vanaf de jaren zeventig zien we ook de televisie-imans verschijnen. Hun boodschap wordt uitvergroot waardoor ze ontsnappen aan de directe feedback van de gelovigen in de moskee. Een iman zoals Chomeini die door middel van in Neauphle-le-Château (Frankrijk) opgenomen cassettebanden aan de macht komt is zeker geen overblijfsel uit de islamitische middeleeuwen. De kwetsbaarhied en de aanvechtbaarheid zijn volledig afwezig in het moderne mediabeeld van de iman (Fatima Mernissi, 1993 p. 39 en Hamid Mowlana, 1998).

De eerste golfoorlog heeft aan het licht gebracht dat de landen waar de islam is ontstaan, niet in staat zijn de islam en de moslims te beschermen. De verantwoordelijke Saoudi’s en Koeweiti’s hebben meer vertrouwen in de VS dan in hun eigen bevolking. Het conflict in de golf heeft het wantrouwen, om niet te spreken van haat tussen arm en rijk in de Arabische wereld nog versterkt. Het verlies van eigenwaarde bij de jongeren neemt toe. Er ontstond een bijzonder sterk onbehagen, dat voortkwam uit economische frustraties en ongelijke kansen, en dat zich onder meer van de religie bediende als teken van protest, van revolte. (Fatima Mernissi, 1993, p. 75)

De spectacularie bezetting van de grote moskee in Mekka in november 1979 door islamitische strijdgroepen was dan ook het resultaat van een voorafgaande intensieve campagne van de officiële Islam. Een eerste vaststelling is dat zoals Mernissi (stichtend lid van de Marokkaanse mensenrechtenorganisatie) opmerkt, we te maken hebben met twee soorten fundamentalisme, het fundamentalisme van de staat en het fundamentalisme als reactie daartegen vanuit de bevolking.

Het pad voor het islamisme werd geëffend door de autoritaire regeringen en niet door de intellectuelen in de arabische wereld. Want tegenover dit teruggrijpen naar de religie verdedigden de meerderheid van de arabische intellectuelen een open houding tegenover elke vorm van humanisme. Ze beriepen zich zowel op het rationalistische verleden van de Islam als op de westerse Verlichting, als op het marxisme. De hedendaagse filosofen zijn echter niet geliefd bij de arabische staten. Taha Hoessein (Marokko, gestorven in 1972), een hedendaags verdediger van de rationele stroming werd tijdens zijn leven achtervolgd, voor het gerecht gesleept en veroordeeld als manipulator van heidense en hellenistische ideeën, als een collaborateur van het Franse denken, dat dan weer in dienst zou staan van het Amerikaanse denken. (Fatima Mernissi, 1993, p. 67). Nochtans zijn sommige van deze hedendaagse filosofen, zoals Sadiq al Azm, Mohamad Amara, Edward Said en Houssein Mrouwa, die in Beiroet werd vermoord, in de Arabische wereld vaak populairder als het staatshoofd dat hen bestrijdt. Hisjem Djaït geeft goed weer hoe de jongeren in de Arabische wereld zich daarbij voelen:

“Ik voel mij vernederd dat ik tot een land behoor zonder perspectief en zonder ambitie, waar het ontbreekt aan wetenschap, rede, schoonheid van leven en werkelijke cultuur. Deze staat onderdrukt mij, en in deze provinciale boerengemeenschap stik ik, en ik lijd eronder dat ik wordt gecommandeerd door onontwikkelde en onwetende leiders. Als intellectueel leidt ik een neurotisch leven...” (Fatima Mernissi, 1993, p. 64)

De islam is waarschijnlijk de enige monotheïtische godsdienst waarvan het wetenschappelijk onderzoek systematisch wordt ontmoedigd, om niet te zeggen verboden, want een rationeel geanalyseerde Islam kan moeilijk in dienst gesteld worden van despoten (Fatima Mernissi, 1993, p. 38). Volgens Bourhane Ghalioune en Sadiq al Azm is het islamisme geen terugkeer naar de authenticiteit of een drang naar particularisme. Het is een worstelen met de moderniteit, niet de afwijzing ervan. Deze crisis kan enkel opgelost worden door een waarachtige modernisering, waar de autonomie van het individu wordt herkend en de vrijheid, de gelijkheid en de mensenrechten worden geëerbiedigd[7].

Van amicales tot UMMON

Oprispingen van de autoritaire Islam vinden we ook hier in Europa in de reacties tegen bvb op Ayaan Hirsi Ali. Deze Somalische politicologe werd in Nederland met de dood bedreigd en moest onderduiken nadat ze zich kritisch had uitgelaten over de Islam. De ambassadeurs van 21 lidstaten van de OIC (Organisation of the Islamic Conference) stuurden in maart 2003 een brief naar de VVD (partij van Hirsi) waarin ze eisten dat Ayaan Hirsi Ali haar uitspraken herriep[8].

Het zijn dus niet de rationalistische filosofen die op de leeslijstjes staan van de imams in Europa. Veel moskeeën werven trouwens hun imans aan in de moederlanden zoals Marokko, zelfs in Arabische landen als Egypte en Syrië, zegt El Boujoufi van UMMON, een toch wel zeer onverdachte bron[9]. De godsdienstbeleving van de europese moslims ontsnapt niet aan de bemoeizucht van de landen van oorsprong. Tijdens de Ramadan stuurt men extra imans. Islam opleidingen worden gefinancierd. Dat de studenten die van de gulheid van Ryad mogen genieten voortaan de sectaire lijn volgen hoeft geen betoog. Volgens Tariq Ramadan poogt Soedi-Arabië via haar moskeeën en afdelingen van de Islamitische Wereldliga meer en meer greep te krijgen op de Islam in Europa. De ‘Banque Islamique de Développement’ heeft onder meer het prachtige en kostbare culturele centrum van Evry, een voorstad van Parijs, waar 70000 Moslims wonen gefinacierd. Er zijn gescheiden gebedsruimten voor vrouwen en mannen (geen gemengde), een bibliotheek, een Koranschool en een schitterende moskee. Algerije - hoofdzakelijk in Frankrijk -, maar ook Tunesië en Turkije blijven hierbij niet ten achter: cultusplaatsen worden gefinancierd, imams krijgen hun wedde uitbetaald, centra worden gebouwd, die de controle mogelijk maken over de organisatie van de Europese islam.

Deze controle is een onderdeel van de politieke controle van de moederlanden op haar emigrés. Potentaten zoals Hassan, wiens dynastie nog door de koloniale macht Frankrijk op de troon werd gezet, kunnen zich geen mondige burgers permitteren. Er zijn getuigenissen van moslims die aangehouden werden aan de grenscontrole bij terugkeer naar hun moederland. Maar het kan nog extremer. Op 20 juni 1991 werd de Marokkaanse politieke opposant, Moumen Diouri, in Frankrijk op het vliegtuig naar Gabon gezet onder druk van de Marokkaanse regering om te verhinderen dat zijn boek “À qui appartient le Maroc ?” zou worden gepubliceerd (Moumen Diouri, 1991). Toen dit een mediaschandaal veroorzaakte moest de Franse regering inbinden en Diouri terug toelaten in Frankrijk. Om opposanten op te sporen verzamelen Marokkaanse, Algerijnse, Turkse en zelfs Saoedische inlichtingendiensten, soms rechtstreeks verbonden met de ambassades, inlichtingen, infiltreren ze in de zelforganisaties, houden ze de moskeeën in het oog en nemen deel aan conferenties en colloquia. De plaatselijke “relais” van de betreffende mogendheden oefenen een belangrijke politieke invloed uit. (Ramadan, Tariq, 2000).

Tussen de jaren '60 en '80 heeft men in Europa de bloei gekend van verenigingen van het type van Algerijnse, Marokkaanse, Tunesische of Turkse "amicales". Die groeperingen, die ballingen verenigden, hadden tot doel om aan deze laatsten de mogelijkheid te bieden om elkaar terug te vinden. Tegelijkertijd, echter, moesten zij op het politieke plan het toezicht vergemakkelijken dat georganiseerd werd vanuit de ambassades. (Ramadan, Tariq, 2000). Tegenwoordig wordt het werk van de ‘amicales’ verder gezet door organisaties zoals het UMMON in Nederland (Mohamed Rabbae, 1993). Ook turkse extreemrechtse organisaties zoals de ‘grijze wolven’ doen hun duit in het zakje[10]. De eigen culturele achtergrond zoals Ayaan Hirsi Ali deze beschrijft is bovendien autoritair en versterkt deze betutteling.

Zijn of haar culturele achtergrond heeft drie belangrijke kenmerken. Allereerst een hiërarchisch-autoritaire instelling. Ten tweede een patriarchale familiestructuur waarin de vrouw een reproductieve functie heeft en gehoorzaam is aan de man; als zij dat niet doet maakt ze de familie te schande. Een derde element is het groepsgebonden denken. Daarin gaat de groep altijd voor het individu, bestaat sterke sociale controle, en wordt de eigen eer hartstochtelijk bewaakt, zozeer, dat mensen bezeten raken van het vermijden van schande en schaamte – vermijding en liegen zijn aanvaardbaar, want in een schaamtecultuur is het negeren of botweg ontkennen van wat werkelijk is gebeurd heel gewoon. Deze traditionele denkwereld is doordrenkt met versteende religieuze opvattingen. (Ayaan Hirsi, Ali, 2002).

Toch vind Abou Jahjah de band met het moederland primordiaal:

Ons nationaal beleid in Europa beperkt zich niet alleen tot de strijd tegen assimilatie maar is ook belangrijk voor het bewaren van de band met ons oorspronkelijke thuisland. (Abou Jahjah, juni 2003)

Het vijandbeeld van Huntington

De autoritaire islam wordt ook geïmporteerd via de beeldvorming van de westerse media. Sedert de val van de sjah in Iran en de gijzeling van het VS-ambassadepersoneel in 1981 wordt de Islam gedemoniseerd in het westen (Edward Said, 1996, p. xxxv). Het is Reagen die de strijd tegen het terrorisme vooraan op de agenda zet. We moeten dus niet verwonderd zijn over het vertekend beeld dat hier bestaat over de islam-bevolking. De media zijn volgzaam. Als in 1995 in Oklahoma een regeringsgebouw opgeblazen wordt, worden moslim-terroristen verdacht, niemand die eraan denkt dat de echte schuldige een blanke amerikaan zou kunnen zijn, wat later bleek. De identificatie door de media van een miljard moslim gelovigen met het fundamentalisme is wanstaltig.

In zijn werk Taqwin al-aql al arabi (Het ontstaan van het Arabische denken) heeft Abed Djaberi (rationele traditie) de democratische aspiraties van de jongeren aangewakkerd. Hij behandelt de tegenstelling tussen de gehoorzaamheid aan het paleis en de rede van de intellectuelen. De jongeren in Marokko verslinden zijn boeken en leren zo een islam kennen waar openheid en individuele meningsvorming een integraal onderdeel vormen van de traditie. Maar deze traditie, door Radwan Masmoudi een ‘silenced majority’ genoemd, wordt door het Westen hardnekkig over het hoofd gezien (Radwan Masmoudi, 2003). Djaberi en zijn geestesverwanten worden niet vertaald of geïnterviewd door de westerse televisie. Daarentegen verschijnen steeds opnieuw islamitische fundamentalisten op de Europese beeldschermen omdat die beter voldoen aan het stereotiepe van een ‘fanatieke Islam’. Mernissi merkt nog op:

Het is interessant om te constateren dat de leiders van de fanatieke bewegingen regelmatig uitgenodigd worden om te spreken voor de Europese televisie, terwijl onze filosofen en denkers dit voorrecht maar zelden hebben. De westerse media negeren de progressieve beweging, zodat de mediastrategieën van lokale despoten op internationale schaal versterkt worden. (Fatima Mernissi, 1993, p. 54)

Ook de Arabische jongeren hier zijn dus het slachtoffer van deze beeldmisvorming! Zij hebben niet langer contact met de progressieve democratische en humanistische stromingen in hun moederland. Een betoging tegen de golfoorlog, waar zowel progressieven, arabische feministen als fundamentalisten aan deelnemen, wordt hier getoond als een fundamentalistische bedoening waar Amerikaanse en Franse vlaggen verbrand worden. Toen onlangs enkele bommen ontploften tegen Israëlische doelwitten in Kassablanka, betoogde 1,5 miljoen Marokkanen. Toch wordt de islam in zijn geheel als een latente bedreiging afgeschilderd.

Uit onderzoek gevoerd in Molenbeek[11] blijkt dat de perceptie van niet-moslims in wijken met een Maghrebijns-Turkse gemeenschap wordt bepaald door het in het Westen bestaande beeld van de islam ... Uit gesprekken met niet-islamitische buurtbewoners blijkt dat de islam afgeschilderd wordt als gevaarlijk, veroverend en allesoverheersend; angstaanjagend. Dat gevoel van angst en onveiligheid vertaalt zich via geruchten, uitgedrukt als "de internationale islamitische macht". Het gaat niet om feiten of om reële situaties of ervaringen. (...)  De meerderheid van de niet-islamitische Belgen lijkt die latente dreiging van een onzichtbaar islamitisch netwerk te voelen.(Kanmaz, Meryem, 2002)

In feite is deze angst grotesk, is deze beeldmisvorming uitermate cynisch, de realiteit is eerder het tegenovergestelde. Niet de autochtonen hebben te vrezen voor invloed van islamitische mogendheden, maar wel de Marokkanen, Tunesiërs... zelf. Ze zijn het onderwerp van controle en betutteling vanuit het moederland zoals we zagen.

De betutteling enerzijds vanuit het moederland en anderzijds het wantrouwen van de bange blanke Europeanen leidt tot een catch 22 situatie. Uit men zich als moslim bijvoorbeeld door het eisen van ‘halal’ vlees (ritueel geslacht), dan lokt men de wrevel uit van de europeanen, doet men dat niet dan wordt men op de vingers getikt vanuit het moederland. Bovendien wordt afwijkend gedrag afgestraft binnen het immense roddelcircuit van de eigen gemeenschap. Dat men dan kiest om te zwichten voor de druk uit de onmiddelijke omgeving, de familie, de geloofsgemeenschap, is dan ook niet zo verwonderlijk. De stap naar een radicale politieke Islam is dan ook de meest voor de hand liggende rebellie. Deze valse authenticiteit (identiteit) lost echter niks op zoals Bourhane Ghalioune opmerkte, het is respect voor de autonomie van het individu, zowel man als vrouw, gelijke behandeling in alle geledingen van de maatschappij: in het onderwijs, door het bedrijfsleven, respect voor de mensenrechten waar het aan ontbreekt, zowel hier als in de landen van oorsprong. Wie voor de ontvoogding van de Arabieren in Europa opkomt zwicht niet voor de druk van de autoritaire islam, hij staat open voor dialoog en discussie. Het Islamisme verhindert deze dialoog door het vijand-denken aan te wakkeren. In een opiniestuk in een Nederlandse krant stelt Mohammed Benzakour:

“De werkelijke confrontatie tussen moslims en niet-moslims zal zich op een ander vlak afspelen. Dieper, fundamenteler, langduriger. Terwijl het bloed rijkelijk door de straten van Bagdad stroomt, zal hier een langzaam maar onomkeerbaar proces op gang komen waarin moslims zich en masse afkeren van Nederland, zijn volk, zijn traditie, zijn betekenissen. Niet uit onmacht, maar uit principe. Hun identificatie en loyaliteit met geloofsgenoten aan de andere kant van de globe zal dwingender en virulenter zijn dan ooit. Lag na de aanslagen op de Twin Towers het begrip onder de Nederlandse moslims rond de 50 procent, na het kerkhof van Bagdad zal dat begrip jegens elke volgende terroristische aanslag op een westers symbool in ijl tempo de honderd doen naderen.”[12]
Deze extreme stelling onderbouwt Benzakour niet met feiten. Hij verzint een confrontatie die er niet is, hitst bevolkingsgroepen tegen elkaar op en maakt zo mensen bewust ongerust. Zo werkt hij het vijand-denken van moslims in de hand. Edward Said, die andere onverpoosde strijder voor de arabische zaak, besteedt talloze bladzijden om de stellingen van Huntington te weerleggen, Banzakour heeft voldoende aan een paragraaf om ze te bevestigen (Edward Said, 1996, p. vi-xlviii). Columnist Mohammed Benzakour heeft het aanbod van Abou Jahjah de AEL-NL te leiden, (voorlopig) afgeslagen. Benzakour staat wel sympathiek tegenover een Nederlandse AEL en houdt het voor mogelijk dat hij in de toekomst bereid is AEL-NL te leiden[13]. Het vijand-denken wordt aangewakkerd door de uitspraken van de radikale Islam, maar ook door de onbezonnen reacties van zogezegde Europese radicalen giet olie op het vuur. Journaliste Marja Vuijsje maakt het in de ‘Opzij’ wel erg bont.

“...de moslimvrouw die zichzelf wil bevrijden moet breken met het patriarchale geloof van haar ouders. [...] Inmiddels ziet menigeen achter elk hoofddoekje het schrikbeeld opdoemen van een islamitische machtsovername, waardoor Nederland zal veranderen in een moslimstaat met een ayatollah aan het hoofd die er met straffe hand voor gaat zorgen dat alle vrouwen uit het openbare leven gaan verdwijnen om zich volledig te wijden aan de productie van een nieuwe generatie enge moslims.”[14]

Vujsje bevestigt gewoon de vooroordelen ontstaan uit de beel(mis)vorming van de media. Ayaan Hirsi, die zelf opkomt voor de rechten van de vrouwen in de moslimgemeenschap, distanciëert zich van dergelijk-vijand denken[15]. Ze heeft nooit opgeroepen op te breken met het geloof, zegt ze zelf. Tegenover polarisatie stelt zij de open discussie. Het is enkel het misbruik van de religie met politieke doeleinden dat te verwerpen valt.

AEL, identiteit en vakbonden

De paper die Abou Jahjah presenteerde op een symposium in Cairo in Januari 2002 (Abou JahJah, Januari 2002) heeft als titel: ‘Assimilation or Deportation...’. Hier vermengt hij de zaak van de ‘sans papiers’ met de zaak van de turkse en arabische allochtonen, die tussen haakjes zelf niet altijd positief staan tegenover deze politieke vluchtelingen. Er is geen sprake van deportatie van turken noch van arabieren in Europa. Roma zigeuners worden wel gedeporteerd. Maar de turken en de arabieren zijn wel de laatste waarbij deze Roma-zigeuners zullen kunnen aankloppen, ze worden ook met een scheef oog bekeken door de allochtone gemeenschap die zich hier gevestigd heeft en zich ook gevestigd weet. In de eerder genoemde paper dikt hij de slachtofferrol van de allochtonen nog wat aan:

In Belgium, and especially in Flanders, an Arab can barely rent a house, and even social habitat firms who are linked to the state are operating with exclusion lists baring every Arab name. Arab children are rejected at schools and quotas are being implemented to limit their numbers. (Abou JahJah, Januari 2002)
Abou Jahjah heeft blijkbaar nog niet gehoord van turkse huisbazen die schandalig hoge huren vragen. Zij bezetten bvb in Gent een groot deel van de huurmarkt van de eenvoudige woningen. Ook allochtone handelaars zijn niet vies van het uitbuiten van pas geëmigreerde Bulgaren of Kosovaren. Na 40 jaar verblijf heeft zich zowel bij de arabieren als bij de turken een welgestelde bovenlaag gevormd. Ook bij de allochtonen in Europa neemt de kloof tussen arm en rijk toe. Beweren dat arabieren nauwelijks een huis kunnen huren vandaag is demagogisch. Wie op een dergelijke manier de problemen, DIE ER WEL ZIJN, vervormt en misbruikt, brengt de oplossing ervan niet dichterbij. Anderzijds ziet Jahjah de konkrete samenwerking met mensen die aan deze problemen werken niet zitten omwille van hun ‘geloofsafval’. Meryem Kaçar heeft het voorstel tot grondwetswijziging ingediend om alle niet-Belgen toe te laten tot alle jobs in de ambtenarij, ze trok mee aan de kar van de anti-discriminatiewet, maar toch vindt Abou Jahjah dat ze de moslims niet kan vertegenwoordigen.

Een derde probleem is dat sommigen van hen (hij bedoelt hier o.a. Meryem Kaçar) vaak geen moslims meer zijn. Dat is hun recht, maar dan moeten ze de moslims niet vertegenwoordigen. (Jahjah, Abou, 2002)

Met andere woorden, we moeten terug naar de tijd dat de Belgische bisschoppen stemadviezen gaven vanop de kansel. Is haar ‘identificatie en loyaliteit met de geloofsgenoten’ om de woorden Benzakour te gebruiken niet groot genoeg? Of is Abou Jahjah gewoon een wat onhandige, sectaire politicus? In de visie tekst van AEL wordt wel duidelijk gekozen voor een Islamstaat:

The Arab nation belongs to the Islamic community, the Ummah. The Arab state will no doubt constitute the future axis of the Islamic world and its formation shall and must contribute to achieving Islamic unity on the long term. (AEL, Vision and philosophy)

De ‘Ummah’ is een term voor de Islamitische geloofsgemeenschap. Waar Al Rabita (letterlijk vertaald, de band, maar een schuilnaam voor AEL) aanvankelijk opkwam voor dialoog en multiculturalisme, zie hun opiniestukken in mei en november 2000, zien we meer en meer een verschuiving naar Islamisme. Een artikel over 11 september, ‘Our own Agenda’, is aanleiding om te stellen dat ook AEL zijn eigen oorlog tegen het terrorisme te voeren heeft:

We too have our war on terrorism -- Israeli terrorism. We too are citizens here. We have our own agenda and we will prove it. (Abou Jahjah, September 2002)
Waar verschuilen die Isrealische terroristen zich in Antwerpen? Jahjah waant zich blijkbaar nog altijd in Libanon, terwijl hij al 10 jaar in België woont. 11 september heeft inderdaad de rechtse anti-islam aangewakkerd. Maar Jahjah scheert iedereen over dezelfde kam. Dit past in het vijanddenken dat hij wil aanwakkeren. Hij gebruikt de truuk om de Europese publieke opinie te herleiden tot de uitspraken van enkele tenoren van de anti-Islam, zoals Bush, Fallacci, het Vlaams Blok. Op die manier roept hij een vals iedereen-is-tegen ons-beeld op. Jahjah stikt dan ook bijna in zelfwaan als hij poneert dat hij Europa wil redden van dit obscurantisme:

maybe Arab-Europeans will not only save themselves by rediscovering their identity and defending it with success on European soil. Maybe they will also save Europe from sinking deeper into this quagmire of obscurantism and hatred, just as many hundreds of years ago their ancestors helped a new Europe to emerge from the long dark night of its mediaeval soul (Abou Jahjah, September 2002).

Dat hem na dergelijk opniniestuk verweten wordt dat hij 11 september niet wil veroordelen, mag toch geen verwondering wekken. Hij begint met de vaststelling dat de arabische gemeenschap in Brussel op 11 september 2001 een gevoel van euforie uitstraalde. Daarmee geconfronteerd stelt hij vervolgens vast dat dit in feite toch ongehoord is. De rest van dat artikel bouwt hij echter rancune na rancune op om te verklaren dat het dan wel toch te begrijpen is. In plaats van dat de arabische gemeenschap zichzelf tegenkomt zoals hij bij aanvang suggereert, komt deze een karikatuur van zichzelf tegen, design Abou Jahjah. Ook Jahjah speelt mee in het spel van de beeld(mis)vorming. De identiteit die hij aan de Europese arabieren wil opdringen is een teruggrijpen naar het verleden, naar het land van herkomst? Hoe hij dit kan rijmen met de uitspraak ‘We zijn hier en we blijven hier’ is mij een raadsel.

Een landgenoot van Jahjah die reeds 30 jaar in Frankrijk woont, Amin Malouf, schets een totaal ander beeld van de dubbele identiteit waarmee ook hij geworsteld heeft. Hij stelt:

Dat iedereen zich min of meer moet kunnen identificeren met het land waarin hij of zij woont (...) Ieder van ons zou moeten aangemoedigd worden zijn eigen identiteit te accepteren, zijn identiteit te zien als de som van zijn verschillende achtergronden, in plaats van haar te verwarren met één enkele achtergrond die is verworden tot een soort opperwezen en een middel om de anderen uit te sluiten, en om soms oorlog mee te voeren. (...) ze moeten in staat zijn zonder al te veel innerlijke verscheurdheid voor deze dubbele achtergrond uit te komen, hun oorspronkelijke cultuur en ere te houden, zich niet verplicht te voelen haar als een beschamende ziekte te verbergen, en zich tegelikertijd open te stellen voor de cultuur van het ontvangende land. (Amin Malouf, 1999, p. 199)

Amin merkt daarbij nog op dat bijvoorbeeld ook het Frans een identiteit is met meerdere achtergronden; aanvankelijk latijns, maar ook Germaans, Keltisch met bijdragen van Afrikanen, Antillianen, Arabieren, Slaven... Men zou het hebben van verschillende achtergronden ook als een bron van rijkdom kunnen bekijken, mondiaal wars van bekrompenheid, een reden tot fierheid[16]. Multiculturalisten hebben altijd deze diverse achtergronden aangegrepen om het multiculturiële te verdedigen. Jahjah noemt zichzelf een multiculturalist, maar de betekenis die hij er aan geeft is er een van (zuivere) culturen die naast elkaar (en soms tegen elkaar) bestaan, zonder uitwisseling. Jahjah eist dat de diversiteit in de maatschappij wordt erkend maar blijkt die als invloed op de identiteit te ontkennen. In feite leunt zijn visie op identiteit nauw aan bij deze van Pauwels en Alain de Benoist (teoretici van extreem rechts, vriendjes van Le Pen). Ook zij vonden dat we moesten teruggrijpen naar onze pure ‘Indogermaanse’ identiteit. Maar we moeten eerlijk blijven, Jahjah is een democraat, bij hem vinden we niet het zwepen met autoratarisme terug dat we bij De Benoist en Pauwels wel terugvinden.

Zelfbewustzijn en -bevrijding kunnen niet opgelegd worden (via religieuze weg). Dit is paradoxale communicatie die immobilisme en/of schizofrenie in de hand werkt. Vaak is dat geloof het laatste toevluchtsoord voor het behoud van enige menselijke waardigheid. De ontmoeting in Rabat van Faima Mernissi met Mina, een Marokkaanse tapijtweefster in Marokko, die in het ziekenhuis lag met een gebroken pols na een arbeidsongeval, is verhelderend. Na tien jaar trouwe dienst is ze door de fabriek ontslagen zonder enige medische hulp of schadeloosstelling (Fatima Mernissi, 1993, p 77-80). Nadat Fatima haar had voorgesteld om naar de arbeidsinspecteur te gaan raakt Mina buiten zichzelf van woede. Ze antwoordt:

“Hoor eens Fatima, omdat jij geleerd hebt en ik een analfabete ben, hoef je mij nog niet als een idioot te behandelen. Je zegt dat ik naar de arbeidsinspecteur moet, alsof ik dat zelf nog niet had bedacht, je zegt dat ik naar de vakbond moet gaan, alsof ik daar zelf nog niet opgekomen was! Ik zeg je, en Allah is mijn getuige, ik ben mijn eigen arbeidsinspecteur en mijn eigen vakbond. Allah! Jij weet hoe diep deze zoelm (onrechtvaardigheid) gaat, ik zou willen dat je de fabriek laat afbranden, dat je de baas in stukken scheurt! Allah hoor je me? ‘Wanneer Mijn dienaren jou naar Mij vragen: Ik ben nabij’[17]. Ze hebben gezegd dat je de mazloem hoort! Waar ben je, Allah? Ik heb je nodig in dit land vol monsters!” (Fatima Mernissi, 1993, id.)
Mina had al eens eerder beroep gedaan op de vakbond. Deze stuurde haar en haar vriendin door naar de arbeidsinspecteur. Deze verried hen gewoon aan de baas met als gevolg dat ze beiden ontslagen werden. De volgende dag riep de baas hen bij zich. Mina haalt zijn woorden aan:

“Zo, al-kahbat (hoeren), jullie zijn dus gaan klagen bij de arbeidsinspecteur? Op die manier maak je misbruik van mijn vertouwen en hang je de vuile was buiten. Jullie hadden bij mij moeten komen en beleefd moeten vragen of ik medicijnen wilde kopen. Ondankbare honden. Jullie zijn meiden uit de goot, afval. Jullie zijn ontslagen.” (Fatima Mernissi, 1993, id.)
Mina vertelt dat ze nadien zes maand lang in de hele omgeving van Rabat geen werk konden vinden. Hun namen waren doorgegeven aan alle fabrieken in de buurt. We kunnen niet zeggen dat Mina zich gelaten neerlegt bij de situatie, anders zou ze haar baas niet uitschelden. Mina is vernederd, ontslagen zonder een duit, zonder rechten, verlaten door vakbond en arbeidsinspecteur, maar dank zij Allah weet ze haar menselijkheid te bewaren. God heeft haar niet in de steek gelaten. God laat haar toe haar verdriet te uiten en om te zetten in woede en wraak. Maar hier stoten we ook op de beperkingen van haar religie. Allah stelt Mina niet in staat om zich een wereld in te beelden waarin ze recht heeft op medische verzorging en sociale erkenning. De Islam zegt niks over vakbondsrechten. Democratie is een woord ontleend aan het grieks dat niet voorkomt in de Koran, en dat wil de Arabische zakenwereld liefst zo houden.

De Arabische industrieën zijn alleen maar ‘concurentiëel’ op de Europese markt omdat de arbeid(st)ers er geen rechten hebben en geen sociale bescherming genieten. De Arabische zakenwereld is als de dood voor arbeiders en arbeidsters die democratische en syndicale rechten opeisen, die zich bewust worden van hun kracht en eisen gaan stellen. Bij een onderzoek onder de textielarbeidsters in 1987, gaven veel vrouwen toe dat zij gemakkelijker aangenomen werden als zij de traditionele djellaba droegen. Met een spijkerbroek en T-shirt aan bleken ze ineens niet geschikt (Fatima Mernissi, 1993, p. 79). De voorkeur van de Arabische zakenwereld voor deze religieuze traditie is niet toevallig, ze heeft een verborgen agenda. Voor Mina was Allah haar laatste toevluchtsoord. Maar op die manier kon ze er ook niet van loskomen, zat ze gevangen in zijn liefde. Allah is hier terzelfdertijd liefde en gevangenschap , het is een tweeslachtige god, want hij biedt geen uitzicht op bevrijding. Hij biedt enkel fatalisme en immobilisme, hoeqoed en hoedoed:

a. De rechten van Allah (hoeqoeq Allah). Goddelijke geboden zoals het vasten, het bidden, de bedevaart.
b. De rechten van Allah en zijn dienaren samen (hoeqoeq Allah wa al-ibad). Goddelijke geboden mede gericht op het publieke welzijn, zoals de straffen (hoedoed), goede inspanning (jihad) en aalmoezen.
c. De rechten van de dienaren (hoeqoeq al-a’ibad). Rechten gericht op het borgen van individueel welzijn, zoals het nakomen van beloften en contracten en terugbetaling van schulden.
d. De rechten van de dingen (hoeqoeq al-ashya’). Rechten van ziellozen, zoals dieren.
(AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL)

En ineens, daar waar de islamisten en AEL anders zo de nadruk leggen op de gemeenschap, de Ummah, is dit een puur persoonlijke kwestie tussen Allah en zijn dienaar. (AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL). Maar zorg er intussen wel voor dat je je schulden afbetaalt. Dus als de anders-globalisten eisen dat de armste landen hun schulden kwijtgescholden worden, moeten ze daarvoor moeten niet bij Allah zijn.

In Saoudi-Arabië en de golfstaten (met uitzondering van Bahrein sedert 2002) zijn vakbonden gewoonweg verboden. In Egypte zijn stakingen sedert 1981 verboden. In Iran zijn stakingen ook verboden. In Marokko zijn vakbonden en stakingen toegestaan maar sterk aan banden gelegd. Bedrijven richten milities op die vakbondsleden intimideren. In Algerije blijft de uitzonderingstoestand van kracht die staken verbiedt enz. (rapport ICFTU 2003)[18]. Vooral migranten moeten het ontgelden in de arabische wereld[19]. Niet echt een voorbeeld om naar op te kijken. Wat heeft AEL hen te bieden? De arabische eenheidsstaat.

De Arabische eenheidsstaat zal ongetwijfeld in de toekomst de spil vormen van de islamitische wereld, en haar vestiging zal en moet bijdragen aan het bereiken van islamitische eenheid op langer termijn. Verder komt het islamitische karakter naar voren in de uitgangspunten voor de politieke programma’s en standpunten van AEL. De AEL streeft naar een islamitische samenleving, dat leeft naar de sjaria. (AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL)

Islam Awareness is geen sociale beweging. De profeet was misschien wel in staat de politieke en sociale problemen van zijn tijd op te lossen 1400 jaar geleden, over deze van vandaag heeft hij niks te zeggen. Enkel het opkomen en zich verenigen voor democratische rechten biedt hier een uitweg. Laten zij die dat willen Allah bewaren voor hun spirituele beleving, maar laat hem buiten de politiek ‘des mensen’, dit is de ware betekenis van het humanisme en dat kan zowel christelijk als islamitisch zijn. Een eerlijke analyse van de situatie in Europa moet ook uitgaan van de economische verschillen en gelijkenissen die er zijn, tussen de allochtonen onderling, tussen groepen allochtonen en groepen autochtonen. Ook europeanen met een lage scholingsgraad maken weinig kans op de arbeidsmarkt. Hier ligt eerder solidariteit tussen die groepen voor de hand in plaats van afscheiding.

De AEL moet er zich bewust van zijn dat de allochtonen hier een gemakkelijk prooi zijn voor het radicale islamisme. Hun miserie en de betutteling enerzijds vanuit het moederland en binnen de eigen gemeenschap, en anderzijds het wantrouwen en racisme van de bange blanke Europeanen leidt naar een psycho-sociale val waar men niet meer uit kan. Het vergt sterke persoonlijkheden die daaruit hun eigen weg vinden. Voeg daarbij de uitzichtloosheid van de werkloosheid (werkloosheid schept geen banden) en de neurose, zoals Hisjem Djaït die beschrijft, is nabij. Als Jahjah een democraat wil blijven zal hij zich ook tegen de autoritaire Islam en het islamisme moeten verzetten. Wij vinden dat de discussie met AEL moet gaan over konkrete punten. Als het er op aankomt om autocratische tendenzen te bestrijden dan zijn onderwijs, vrouwenemancipatie en mensenrechten ideale terreinen om dit uit te werken.

Islamscholen of Freinet?

Laten we eens de situatie van het onderwijs in de Arabische landen bekijken. Rijk en arm wordt er reeds gediscrimineerd vanaf het kleuteronderwijs. Arme kleuters gaan er naar de fquiha, de Koranschool. De fquiha kost maar 3 dollar per dag en voor de arbeidsters en handswerkvouwen is dit nog best betaalbaar. De kinderen leren er aan de hand van de Koran lezen en schrijven. Ze moeten wel de Koran van buiten leren. Kinderen van de rijken gaan er naar de kindergarten op zijn engels of naar de kleuterscholen op zijn frans. In beide gevallen leren ze lezen en schrijven aan de hand van typische kinderverhaaltjes, leren ze vreende talen en arabisch. Ze krijgen wat wiskunde. Aan de religieuze opvoeding wordt slechts enkele uren besteed. Deze scholen kosten minstens 100 dollar per maand, iets wat niet betaalbaar is voor de doorsnee arabier als je weet dat het gemiddelde inkomen 150 dollar per maand is. Bovendien moeten de kinderen ’s middags opgehaald worden wat vrouwen die werken niet kunnen. De fquiha doet terzelfdertijd dienst als kinderopvang. Dus van bij de start worden de arabische kinderen geconfronteerd met ongelijke opleidingskansen, ook in hun moederland. De kinderen van de armen hebben geen toegang tot andere talen, ze zijn uitgesloten van de moderne educatieve spelletjes en elementaire wiskunde. Het ontbreekt de fquiha gewoon aan de middelen om dit aan te bieden.

De oliedollars worden niet gebruikt om de ongelijke kansen op onderwijs weer in evenwicht te brengen, maar om onder de dekmantel van heiligheid de gehoorzaamheid aan het autoritaire gezag (taa) te cultiveren, evenals het spreekwoordelijke fatalisme waarmee men ons voortdurend om de oren slaat. (Fatima Mernissi, 1993, p. 106)

De vraag kan gesteld worden als het daar niet gebeurt, zal dan hier dan wel gebeuren. Als islamscholen hier in Europa gewoon op deze lijn verder willen gaan, moeten we ze ten allen prijze verhinderen. Als Islamscholen wel de leerachterstand van de moslims hier kunnen tegengaan bon, laat ze dat dan maar proberen. Toch zijn wij geen voorstander van de religieuse eenzijdigheid noch van islamscholen, noch van katholieke scholen op puur ethishe gronden. Een kind heeft er recht op gevrijwaard te blijven van de terreur van de "enige waarheid". Streng religieuse scholen, christelijk, moslim of anderszins, bemoeilijken de eigen ontwikkeling van het kind en dienen slechts de overtuiging van de ouders. In feite zijn wij voorstander van enkel gemeenschapsscholen. Daarin zou een sterk pluralisme gehanteerd moeten worden. De grote godsdiensten moeten vertegenwoordigd zijn binnen het gemeenschapsonderwijs, niet als aparte scholen. Katholieke scholen zijn trouwens een overblijfsel van de cultureel-katholieke overheersing in de 19de eeuw. Waar iedereen allang deze zuilen wou afschaffen, wil AEL ze weer oprichten. Maar er zijn ook pedagogische argumenten om Islamscholen af te wijzen als oplossing.

De arme kinderen in de arabische landen beginnen met een leerachterstand aan het secundair onderwijs net als hun lotgenoten in Europa moeten worstelen met een taalachterstand. Maar leerachterstand is geen etnisch gegeven. Diezelfde leerachterstand werd (en wordt nog gedeeltelijk) vastgesteld bij kinderen uit de lagere klassen hier in Europa 40 jaar geleden. Cijfers van 1962[20] over de schoolachterstand op het einde van het lager onderwijs bewijzen dit duidelijk. 77% van de kinderen van landarbeiders en 60% van de kinderen van arbeiders hadden op dat moment reeds minstens 1 jaar leerachterstand, tegenover slechts 29% van de kinderen van de hogere kaders. Hiervoor bedachten pedagogen zoals Freinet oplossingen, het methodenonderwijs.

In de freinetscholen[21] die we kennen in Gent wordt leerachterstand probleemloos weggewerkt. Taakleraressen werken aan de taalachterstand. Hier wordt ook de brug geslagen tussen allochtone ouders en de school. Het pedagogisch begeleidingscentrum in Gent (Gent telt voornamelijk turkse allochtonen) zette het MOCEF (The Mother Child Educational Foundation )[22] project op[23]. Turkse medewerkes van het pedagogisch centrum trokken zelf naar Turkije om daar de werking van de moedergroepen te gaan besturderen. Aan de ouders wordt uitgelegd hoe ze hun kinderen kunnen helpen bij hun schoolwerk. Het systeem werkt[24].Ter attentie van Jahjah een van die turkse pedagogen was Fatma Pehlivan, ook actief bij de SPa, of Fatma zich nog houdt aan de ramadan is ons niet bekend.

Nu Freinet-scholen gaan uit van een totaal andere visie dan doorsneescholen. Het kind is het vertrekpunt en de norm (niet de wensen van ouders). Freinet-scholen gebruiken een methode die perfekt aansluit bij kinderen met ongelijke startkansen. Men leert er door ervaring, door doen, niet door gehoorzaam te zitten luisteren. Waarschijnlijk ligt zo’n model niet voor de hand bij de autoritaire islam. Want kinderen worden gevormd tot zelfstandig denkende en handelende wezens. Freinet ontwiep zijn methode voor arme arbeiderskinderen in Bar-sur-loup, Frankrijk. Freinet wou uit de ervaringswereld van de kinderen vertrekken om de basisvaardigheden aan te leren. Er wordt gewerkt rond projecten en er wordt ook veel aandacht besteed aan participatie in het klasgebeuren en democratische bewustwording. Deze vorm van onderwijs houdt de motivatie bij de kinderen heel hoog, waar de traditionele scholen, reeds schoolmoeie kinderen afleveren na het lager onderwijs, zeker in het geval dat deze kinderen niet van thuis uit worden gemotiveerd.

Ik betwijfel dat moslimscholen, en zeker niet in het geval dat ze stoelen op een visie die uitgaat van een autoritaire islam, dezelfde resultaten kunnen voorleggen als de Freinet-scholen. Wie denkt dat dit een oplossing is weigert het probleem pedagogisch te analyseren. Trouwens zijn er ook Arabische pedagogen die elementen van de Freinet-methode in de praktijk brachten. De egyptische pragmatische pedagoog al-Qabbani, Ismail[25] is ook voorstander van ervaringsgericht leren gericht op de leefwereld van de kinderen. Projectonderwijs staat ook op zijn programma, maar zijn methodieken worden voor zover ik weet niet gebruikt in de Nederlandse islamscholen. Als men hier islamscholen wil en daar de methode van de Koranscholen wil gebruiken, het afdreunen van verzen uit de Koran, laat dan maar zitten. Deze kinderen zullen hulpeloos in onze westerse maatschappij verloren lopen. Een school moet beoordeeld worden op haar pedagogisch project en haar pedagogische efficiëntie om mensen klaar te maken voor deze Europese maatschappij: mondigheid, zelfwerkzaamheid, democratische ingesteldheid zijn daar kwaliteiten die van pas komen.

Vrouwenemencipatie of vrouwenhaat?

Economische en politieke veranderingen hebben in de arabische wereld de tradities van de islam zoals huisarrest voor vrouwen flink overhoop gehaald. De agrarische maatschappij veranderde naar een industriële maatschappij. Vrouwen gingen uit werken. De mensenrechten werden overal formeel erkend na de 2de wereldoorlog onder druk van de UNO. Het onderwijs werd uitgebouwd. Blijkbaar werden deze veranderingen door de arabische vrouwen entoesiast onthaald. Na 14 eeuwen onderdrukking heeft de arabische vrouw van de jaren 1970 massaal de sluier afgeworpen. In 1986 vormden vrouwen in Iran 19% van de universitaire docenten, in datzelfde jaar was dat in Duitsland slechts 17%. Het aantal vrouwelijke studenten geneeskunde bedroeg in 1987 in Tunesië 50%, in Syrië 37% en in Algerije 30%[26]. Deze vrouwen zijn een doorn in het oog van de imans. Daarom maakte Chomeini de ‘hidjab’ verplicht in 1980 voor vrouwen in overheidsdienst.

De vijand van het islamisme is niet de onderbetaalde en zonder vakbondssteun werkende Mina, maar wel de geschoolde vrouw, die het niet voldoende vindt dat ze in het familieboekje staat van haar man, maar die haar eigen identiteitspapieren en paspoort heeft. Het zijn deze vrouwen die het WAF (Women Action Forum) oprichten, die in de jaren 1980 de straat opgingen tegen het militaire regime van Zia Oel-Haq. Het waren deze vrouwen die door de straten van Algiers trokken, de ‘moeders van Algiers’, die democratie eisten en het despotisme ontmaskerden van het zogezegde ‘socialistische’ FNLN. Vrouwen van Algerije, Morokko, Soedan, Iran, Mauritius, Tanzania, Bangladesh en Pakistan zijn zich ook internationaal gaan organiseren in 1984 in de WUML (Women Living Under Moslim Law)[27]. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de vrouwelijke bruiden die geïmporteerd worden vanuit het moederland, meestal beter geschoold zijn dan de turkse en marokkaanse mannen die hier, omwille van hun taalachterstand, niet veel bakten van het onderwijs. Hier worden ze dan het slachtoffer van tradities (zoals bvb huisarrest) die reeds lang in onbruik zijn geraakt in het moederland.

We zagen al dat in landen als Marokko en Tunesië steeds meer vrouwen de stap naar onderwijs en de stap naar de jobmarkt zetten. Maar ondertussen zitten we met een bevolkingstoename van 3,9% in de arabische wereld. Op die manier heeft zich sedert 1990 een groep van 83 miljoen werkzoekende vrouwen gevormd.

De hidjab is als hemels mana voor de politici die zich in een crisis bevinden. Het is geen stuk stof, maar een verdeling van de arbeid. Vrouwen de hidjab voorschrijven betekent hen terugsturen naar de keuken: elke moslimstaat kan zijn officiële aantal werklozen met de helft verminderen wanneer hij beroep doet op de sjaria in de zin van de despotische kalifale traditie. Daarom moet men het fundamentalisme niet toeschrijven aan een handvol verblinden die de straat opgaan om te protesteren. We moeten het integendeel zien in zijn arabische en wereldwijde economische context en het verband zien met het vraagstuk van de rijkdom aan aardolie en de nieuwe wereldorde die het Westen ons voorstelt. (Fatima Mernissi, 1993, p. 204)

De nieuwe mode van de ‘hoofddoekjes’ is een teruggrijpen naar de despotische kalifale traditie die het vraagstuk van de rijkdom aan olie niet stelt en de nieuwe wereldorde die de VS voorstaat niet in gevaar wil brengen. De verdrukking van de vrouw heeft ook een economische basis. Miljoenen vrouwen in de moslimlanden hebben gekozen om uit werken te gaan, om op te komen voor hun economische zelfstandigheid. Als AEL economische democratie eist, dan moet ze die ook eisen voor de vrouwen, dan moet ze ook gelijke behandeling van de moslimvrouwen in europa opeisen, WANT DIE IS ER NIET. De emancipatie van de moslimvrouwen in Europa blijft achter bij de emancipatie in de moslimlanden zelf.

Vlekkeloos Nederlands sprekende 'hoofddoekjes' hebben Nederland doen geloven dat man en vrouw voor de islam gelijk zijn, hetgeen een leugen is. (...) De getuigenis van een vrouw geldt niet als volwaardig - daar zijn twee vrouwen voor nodig. Anders dan de man mogen vrouwen niet met een niet-moslim trouwen. Bij erfenissen krijgt een dochter altijd de helft van wat een zoon ontvangt, ongeacht de leeftijd. Een scheiding aanvragen is bijna onmogelijk voor een vrouw, terwijl een man enkel drie keer de verstotingsformule hoeft uit te spreken om van zijn eega af te zijn. (...) Een man mag van een vrouw scheiden als zij alleen maar dochters baart. Jongens bedrijven seks voor het huwelijk zonder problemen, maar voor meisjes die hetzelfde doen zijn de gevolgen rampzalig. Meisjes zijn nog steeds de gevangenen van een mythisch maagdenvlies en geen wetenschappelijk argument kan de noodzaak tot bloederige ontmaagding doorbreken. Ik zie geen gelijkstelling tussen man en vrouw. (Baouzza, Hafid, 2002)
Nochtans was Sira, de dochter van de profeet getrouwd met een niet-musulman, en Aicha, een van de vrouwen van de profeet was de eerste Mufti... en zo kan men nog een pak verhalen putten uit de Koran en de Hadiths die een ander beeld zouden moeten geven van de plaats van de vrouw in de Islam, maar dit is de theorie, de praktijk is zoals Baouzza ze beschrijft en hij staat daarin niet alleen. Fatima Mernissi, Yamina Benguigui, Ayaan Hirsi Ali, .... allemaal moslimvrouwen schetsen ook op basis van sociologisch onderzoek geen fraaier beeld van de geleefde realiteit van de vrouwendiscriminatie. Misschien dacht u dat uitstoting volgens de Islam in België of Nederland onmogelijk is, maar dit is een vergissing. Voor Marokkanen, Turken... geldt voor al wat het persoonlijk statuut betreft, dus ook in familiezaken het recht van het land van herkomst. Zo moet zelfs volgens de Marokkaanse wetgeving, een niet-musulmaanse man die met een marokkaanse wil trouwen, zich bekeren tot de islam, anders is het huwelijk in Marokko ongeldig.

Een van de laatste trends is deze van de proefhuwelijken. Een turkse familie gaat een bruid halen voor zijn zoon in het moederland. Ze trouwen volgens turks recht. De bruid krijgt dan een toeristenvisum en gaat bij de schoonfamilie wonen, waar ze het huis niet meer mag verlaten. Is de bruid niet onderdanig genoeg aan de schoonmoeder of om een of andere reden niet geschikt, dan wordt ze gewoon verstoten en teruggestuurd. Dit kan allemaal volledig legaal. Deze zaken blijven verborgen in het gesloten milieu van de allochtonen. Het wordt hoog tijd dat hieraan iets gedaan wordt, dat deze vrouwen geholpen worden. Ook al zijn we niet direct voorstander van een verplichte inburgering, voor deze vrouwen zou zo’n cursus waar hun geleerd wordt wat hun rechten zijn nuttig zijn. Is dit dan ook een poging tot assimilatie in de woorden van Jahjah?

Wil een moslimvrouw in Europa af van de traditionele opvattingen binnen haar ethnische- en geloofsgemeenschap, dan kan zij nogal wat hindernissen tegenkomen. Er zijn drie belangrijke obstakels: huiselijk geweld, angst voor uitstoting, sociale isolatie en eenzaamheid en radicalisering van de islam (islamisme). Volgens Fatima Mernissi er is meer aan de hand dan alleen maar discriminatie van de vrouw als we het Islamisme analyseren. Het Islamisme maakt de vrouw ook tot zondebok. Baouzza en onze Europese feministen en holebis zijn in feite nog te naïef in hun aanklacht. De vrouw is binnen de despotische Islam altijd al de traditionele zondebok geweest als het slecht ging. Toen de Nijl in 1014 droog stond verbood Al-Hakim de vrouwen om hun huizen te verlaten of naar de hammans te gaan. In 1094 beval de kalief Al-Moeqtadi dat de zangeressen en zondaressen uit Bagdag moesten verdreven worden. Hun bezittingen werden verkocht. (Fatima Mernissi, 1993, p. 190-192). Eeuwen later is sjeik Abas Madani, een van de leiders van de fundamentalisten in Algerije ervan overtuigd dat vrouwen en wijn de oorzaak zijn van allle economische en politieke problemen. Fatima Mernissi citeert hem:

Wij hebben de morele rampen gezien die op geen enkele manier verband houden met de Algerijnse religie of tradities. De consumptie van wijn is toegestaan, de gemengde scholen, lycea en universiteiten hebben gezorgd voor meer bastaarden. De verdorvenheid heeft zich uitgebreid en wij zien dat de vrouwen zich niet langer sluieren en hun opgemaakte en naakte lichaam aan ieders blik tentoonstellen... (Fatima Mernissi, 1993, p. 192)

Dit is niet alleen een grove belediging voor de vrouw, dergelijke houding loopt ook uit op een grove schending van de mensenrechten zoals we meermaals hebben moeten vaststellen. Onbegrijpelijk is dat AEL die alles in het werk stelt om in de publieke belangstelling te komen, niet regeert als dergelijke gevallen de media bereiken.

Mensenrechten à la carte

Islamisten zoals Azim Tamini en Aafreen Khan van de ‘Islam Awareness’ betwisten vandaag de Universiële Verklaring van de Rechten van de Mens[28] in naam van de Koran en de sharia (Azim Tamini, 1998 en Aafreen Khan, 1998). Het argement dat ze daarbij gebruiken is dat de ‘Rechten van de Mens’ opgelegd werden door de VS. Dit is een vervalsing van de geschiedenis. Het waren vooral de kleine staten die aktief waren bij het opstellen van de verklaring van de mensenrechten in het kader van de Verenigde Naties. Volgens Farah Abou-Ghoury zijn het enkel de autoritaire islamitische regimes en de fundamentalisten (natuurlijk ook China en tal van andere auoritaire staten) die zich verzetten tegen de Mensenrechten, en is het een misverstand te denken dat het verzet de ganse Islam betreft (Farah Abou-Ghoury, 2003). Maar ook bij de AEL leeft dit verzet. Ook voor AEL komt de Koran en de Sharia op de eerste plaats:

Mensenrechten vloeien voort uit de islam en zijn daarin vast verankerd. De waardigheid van de mens staat daarin centraal. De rechten die door Allah zijn verleend zijn onveranderlijk en onvervreemdbaar en zijn van toepassing op alle mensen; niemand heeft het recht daarop inbreuk te plegen of wijzigingen aan te brengen. Daarom staan zij boven menselijke wetten. Hierbij wordt inhoudelijk verwezen naar de Verklaring van Cairo over mensenrechten in Islam (1990). De verklaring van de Arabische Staten omtrent mensenrechten (1994) is hieraan complementair. In de islam zijn de rechten van minderheden en de rechten van vrouwen gewaarborgd. (AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL)

Artikel 24 van de Verklaring van Cairo over mensenrechten in Islam[29] zegt dat "Alle rechten en vrijheden vermeld in deze verklaring onderwerp zijn van de Islamitische sharia" en article 25 voegt eraan toe "De islamitische sharia is de enige bron ter interpretatie en verklaring van elk individueel artikel van deze verklaring." Blijkbaar was deze vermelding niet voldoende, er wordt op nog enkele cruciale punten naar de sharia verwezen in artikel 7 betreffende de familieverwantschap en in artikel 22 i.v.m. met de vrije meningsuiting. Mensenrechtenactivisten in Egypte kennen intussen de betekenis van dit artikel 22. Hafez Abou Saada vloog achter de tralies na kritiek op de regering. De AEL wil dus mensenrechten à la carte. Wedden dat Appelmans en De Winter groen zien van jaloezie.

Ik vermoed dat maar weinig AEL-militanten de Verklaring van Cairo over mensenrechten in Islam kennen, maar door te stellen dat de mensenrechten voortvloeien uit de Islam houdt men ze wel af van de Universiële Verklaring van de Rechten van de Mens. De meeste AEL-militanten hebben in de koranscholen de koran en de sharia (hadiths van de profeet) moeten opdreunen, die kennen ze dus wel. Enkele sura’s zijn dan toch wel bedenkelijk. “Zij die god loochenen nadat ze de Islam beleden hebben en hun boezem openen voor ongeloof zullen zich de wraak van god op de hals halen; zware straf wacht hen” (Sura 16:108). Als men weet dat de Koran er van jongs af aan ingedramd wordt is dit wel een zeer cynische uitspraak. Elke volwassene wordt zo met een schuldcomplex tegenover zijn opgedrongen geloof opgescheept. “Wij verheffen sommige mensen enkele stappen hoger dan de anderen, zodat zij de anderen als hun minderen kunnen beschouwen” (Sura ‘Het Versiersel’:32). “De mannen worden begiftigd met een hang naar begerenswaardige goederen: vrouwen, kinderen, schatten, goud en zilver, raspaarden, vee en akkers... “(Sura ‘De familie van Umran’: 14). Vrouwen en raspaarden worden op gelijke voet gesteld. Een andere sura heeft het trouwens over de vrouw als akker van de man. Akker en paard terzeldertijd, het is teveel eer.

“Meestal wordt betoogd dat tegenover deze sura’s andere staan (AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL) zoals: “O mensen, Wij hebben jullie geschapen uit een man en vrouw en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt opdat jullie elkaar zouden kennen. De voortreffelijkste onder jullie is bij God de godvrezendste. God is wetend en welingelicht." (49:13). Uit deze sura zouden we dan moeten afleiden dat Allah alle mensen gelijk geschapen heeft, man en vrouw. Maar Farah Abou-Ghoury merkt op dat de islamisten net dat uit de Koran halen wat ze er willen uithalen. De Jihad is daarvan een voorbeeld (Farah Abou-Ghoury, 2003, p. 14). "Je zal met alle macht die je hebt en alle middelen die je kan mobilizeren de vijanden van god afschrikken... wat je inzet voor de goddelijke zaak zal je terugbetaald worden zonder enige vorm van onrechtvaardigheid." (Sura 8:60) Meestal laat men daarbij het volgende vers weg. "Je zal geen enkele persoon doden - want god heeft het leven heilig verklaard - tenzij omwile van de rechtvaardigheid..." (Sura 17:33).

AEL zegt de mensenrechten te herkennen, maar dit is dus blijkbaar met reserves, en als AEL niet protesteert tegen de latente vrouwenonderdrukking in islamlanden maar ook hier, is deze herkenning een maskarade, slechts in woorden en niet in de praktijk. Deze maskarade heeft AEL gecopiëerd van de moslimstaten die reeds bij de ondertekening van het ‘Handvest van de Verenigde naties’ in 1948 handig gebruik maakten van de aanvullingen die ze konden formuleren. De Egyptische republiek voegde volgende aanvulling bij artikel van het ‘Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen’:

Voorbehoud bij de beschikking van artikel 16 over de gelijkheid van man en vrouw in alle vraagstukken die voortkomen uit het huwelijk, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan en die niet in tegenspraak mogen zijn met de bepalingen van de sjaria, die de echtgenote dezelfde rechten geeft als haar man, om een rechtvaardig evenwicht tussen hen te bewerkstelligen, rekening houdend met de heilige huiwelijksbanden en de familiebetrekkingen in Egypte, die hun oorsprong vinden in de diepe religieuze overtuiging en die niet overtreden mogen worden, en gezien het feit dat deze banden wenzenlijk zijn op de gelijkhied van rechten en plichten, op de complementariteit die een werkelijke gelijkhied schept... etcetera, etcetera (Fatima Mernissi, 1993, p. 89)
Lachwekkend niet? Ja ook de islamisten kunnen rond de pot draaien. AEL ook.

Bronnen

Abou-Ghoury, Farah, Challenges of reconciliation: Muslims and Human Rights, maart 2003, Vancouver, Canada, Political Sience no 417, http://www.sfu.ca/~aheard/417/Farah.pdf
AEL, De islamitische en nationale ideologie van de AEL, http://www.arabeuropean.org/nederlands/ideologie.html
AEL, Vision and Philosophy, http://www.arabeuropean.org/aboutus.html
Al Azm, Sadiq, geïnterviewd door Qantare, Democratisation is a Gradual Process, 2003, http://www.quantara.de/webcom/show_article.php?wc_c=476&wc_id=1&PHPSESSID=4d6e0299475025415532f4a9f00fb594
Al Rabita, We zijn hier we blijven hier, De Morgen, 26 mei 2000, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/alrabita.htm
Al Rabita, Radicale gastarbeiders of gelijkwaardige medeburgers? De Morgen, 11 september 2000, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/alrabita2.htm
Afshin, Elian, Politieke Islam is vijand van het westen, NRC Handelsblad, 27 april 2002, http://www.nrc.nl/opinie/artikel/1042266330114.html
Ashmawy, Muhammad Saïd Al ; Jacquemond, Richard, L'islamisme contre l'islam, 1989, Paris : Le Caire, La Découverte : Al Fikr
Babès, Leïla, geïnterviewd door Pascal André, L'islam face à la liberté de pensée, La libre Belgique, 15 okt. 2001, http://www.lalibre.be/article.phtml?id=11&subsid=119&art_id=39629
Baouzza, Hafid, Het kreupele debat over de Islam, NRC Handelsblad, 2 maart 2002, http://www.nrc.nl/nieuws/opinie/1015048242577.html
Benguigui, Yamina, Vrouwen in de Islam, Wereldbibliotheek, 1997, ISBN 90-284-1774-5
Benguigui, Yamina, Mémoires d’immigrés - l’héritage maghrébin, documentaire-fleuve, zie http://www.peripheries.net/g-beng.htm
Diouri, Moumen, A qui appartient le Maroc? Paris : L'Harmattan, 1992, ISBN 2-7384-1257-2
Diouri, Moumen, Chronique d'une expulsion annoncée, Paris : L'Harmattan, 1991
Ferjani, Mohamed-Chérif, Islamisme et droits de la femme, Confluences Méditerranée - n°27, septembre 1998,
http://www.revues-plurielles.org/zoom.asp?no_zoom=13&nom_theme=Les%20Femmes&numero_detail=n°27,%20septembre%201998
Fraihi, Tarik, Het failliet van de integratie-industrie, De Morgen, 8 mei 2000, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/fraihi.htm
Hirsi, Ayaan Ali, Integratie is een cultureel probleem, NRC Handelsblad, 31 aug. 2002, http://www.nrc.nl/dossiers/hirsiali/artikel/1036131048289.html
Hirsi, Ayaan Ali, Derde emancipatiegolf: nu voor Moslimas, NRC Handelsblad, 8 maart 2003, http://www.nrc.nl/dossiers/hirsiali/artikel/1047104463350.html
Jahjah, Abou, Our own agenda, Al Ahram weekly, 12 - 18 September 2002, Issue No. 603, http://weekly.ahram.org.eg/2002/603/sc121.htm
Jahjah, Abou, lang interview op AEL-site, 19 nov. 2002
Jahjah, Abou, Assimilation or deportation: arabs in europe and their struggle for civil rights, paper presented at a symposium about terrorism and human rights organised by the CIHRS in Cairo end of january 2002
Jahjah, Dyab Abou, Brief van Dyab Abou Jahjah aan alle AEL-leden, juni 2003, http://www.kifkif.be/modules.php?op=modload&name=News&file=article&sid=73
Maalouf, Amin, Moordadige identiteiten, Arena, 1999, ISBN 90-6974-360-4
Masmoudi, Radwan, The Silenced Majority, Journal of Democracy, April 2003, Volume 14, Number 2, http://www.islam-democracy.org/art_jod_april-2003.asp
Mernissi, Fatima, Achter de sluier : de islam en de strijd der seksen, De Geus, 1998, ISBN 90-5226-570-4
Mernissi, Fatima, Islam en democratie : de angst voor het moderne, De Geus, 1993, ISBN 90-5226-128-8
Mowlana, Hamid, Covering islam: media and its impact on muslim identity, Paper presented to the International Conference on 'Muslim Identity in the 21st Century: Challenges of Modernity', London, 31 October 1998, http://www.e-resaneh.com/English/Religions/COVERING%20ISLAM.htm
Kanmaz, Meryem, Welke plaats voor Moslims in het seculiere België, Aktief, tijdschrift van het Masereelfonds, jg. 2002, nr. 1, pp. 8-11, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/kanmaz4.htm
Khan, Afreen, Discussion with reference to Islamic law/tradition: ‘The origins of Human Rights as defined in the Universal Declaration on Human Rights, necessarily mean that these rights are not or cannot be truly universal.’, jan 2002, http://www.geocities.com/WestHollywood/Park/6443/Human_Rights/Aafreen.html
Rabbae, Mohamed, Naast de Amicales nu de UMMON: de mantelorganisaties van de Marokkaanse autoriteiten in Nederland, NCB, Utrecht, 1993, ISBN 90-5517-011-9
Ramadan, Tariq, De Moslims van Europa in de tang, vertaald uit: Le Monde Diplomatique, Juin 2000, pp. 12-13, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/ramadan1.htm
Said, W. Edward, Covering Islam, how the media and the experts determine how we see the rest of the world, London, Vintage, 1996
Taha, Mahmoud Mohammed, An Introduction to the Second Message of Islam, Sudan, by Republican Brothers, 1976, http://alfikra.org/books/bk100.htm
Talhoui, Mohamed, Niemand in België bestrijdt het racisme, De Standaard, 1 okt. 1998, http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/mtalhaoui1.htm
Tamimi, Azim, Human Rights and Muslim Identity. Paper presented to the International Conference on 'Muslim Identity in the 21st Century: Challenges of Modernity', London, 31 October 1998, http://www.ii-pt.com/web/papers/human.htm

Elektronische bronnen

Association of Muslim Social Scientists http://www.amss.net/
Centrum voor Islam in Europa (C.I.E.) http://www.flwi.ugent.be/cie/CIE/
Institute of Islamic Political Thought http://www.ii-pt.com/web/introduction.htm
Institute of Islamic Studies http://www.islamic-studies.org/
International Bureau of Education http://www.ibe.unesco.org/
Islam and Human Rights http://www.law.emory.edu/IHR/
Islam Awareness http://www.geocities.com/WestHollywood/Park/6443/
Islamic Educational Scientific and Cultural Organization (ISESCO) http://www.isesco.org.ma/
Women living under Islam law http://www.wluml.org/



[1] Andere termen die gebruikt worden zijn, islam-integrisme, politieke Ismam en fundamentalisme. De laatste term is echter zodanig gemediatiseerd en blijkbaar enkel nog verbonden met terroristische connotaties dat hij onbruikbaar is geworden. Aangezien we net deze beeld(mis)vorming willen vermijden zullen we hem niet gebruiken.
[2] Om een idee te krijgen van de islamistische stellingen zie http://www.geocities.com/WestHollywood/Park/6443/
[3] Zie voor een biografie: http://alfikra.org/biography/english.htm.
[4] Wij zijn geen voorstander van het nationalisme. Is het niet de voornaamste verdienste van het nationalisme dat het voor ieder probleem liever een schuldige dan een oplossing zoekt?
[5] We moeten hier wel een onderscheid maken tussen landen als Saoudi-Arabië, Iran, Soudan, en Pakistan, waar geen enkele legitimatie aanwezig is en waar ook de sharia nog geldt en landen als Tunesië, Marokko, Egypte met een verleden van nationale strijd, die toch de schijn ophouden van democratie. We zeggen wel degelijk schijn, want Koning Hassan in Marokko bvb, heeft nog veel meer macht dan alle parlembenten van het Midden-Oosten samen en ook het FNML in Algerije heef jarenlang met niemand de macht gedeeld.
[6] Wij vermoeden dat AEL moest vaststellen dat het arabisme niet aansloeg en dat het daarom voor het islamisme gekozen heeft.
[7] Bourhane Ghalioune is directeur van het Centre des études arabes et de l'Orient contemporain aan de Sorbonne nouvelle-Paris-3 http://www.mafhoum.com/press3/89P30.htm
[8] http://www.nrc.nl/dossiers/hirsiali/artikel/1046672549116.html zie ook de Nederlandse parlementaire verslagen http://www.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=3AB16313295543519249B28A0C73C092X3X64013X23
[9] http://www.nrc.nl/nieuws/binnenland/1024120408460.html
[10] Zie Stop de Grijze Wolven, grondige analyse door Alert, http://www.xs4all.nl/~afa/comite/boek2/
[11] Marie VERHOEVEN, 'Minorité musulmane et ville', in Dasetto, Facettes de l'islam belge, 1997, pp.123-139.
[12] http://www.nrc.nl/dossiers/irak/artikel/1045894863759.html
[13] http://www.nrc.nl/binnenland/artikel/1046499661338.html
[14] Opzij. - 30(2002) nr.7/8 (jul/aug), p.46-49
[15] http://www.nrc.nl/dossiers/hirsiali/artikel/1047104463350.html
[16] De Atnwerpenaren hebben zich altijd als wereldburgers beschouwd, ze wonen in een metropool, een wereldstad. Heeft een marokkaanse Antwerpenaar niet veel meer reden om zich als wereldburger te beschouwen?
[17] Koran, soera 2, vers 186
[18] http://www.icftu.org/displaydocument.asp?Index=991217587&Language=EN en http://www.icftu.org/survey2003.asp?language=EN
[19] Zie http://www.icftu.org/displaydocument.asp?Index=991217590&Language=EN
[20] Baudelot Christian, Establet Roger, L’Ecole capitaliste en France, Paris, Maspero, 1971, p. 197
[21] zie o.a. over Freinetscholen in België http://www.desteltloper.be/geschiedenisfreinet.htm http://www.freinet.be over Freinet zelf http://www.ibe.unesco.org/International/Publications/Thinkers/ThinkersPdf/freinete.pdf
[22] zie http://www.mocep-bahrain.org/ en voor België http://www.geocities.com/Athens/Oracle/5280/artikel/t_art44.htm
[23] zie Jaarverslag http://www.gent.be/gent/onderwijs/pbd/algemeen/jaarverslag/jaarverslag.htm
[24] zie voor resultaten van het mocef programma http://www.mocep-bahrain.org/researchinbahrain.html
[25] http://www.ibe.unesco.org/International/Publications/Thinkers/ThinkersPdf/qabbanie.pdf
[26] Jaarstatistiek van de UNESCO 1989.
[27] Zie http://www.wluml.org/
[28] http://www.un.org/Overview/rights.html
[29] http://www.humanrights.harvard.edu/documents/regionaldocs/cairo_dec.htm