arch/ive/ief (2000 - 2005)

Het onaanvaardbare – over de gebeurtenissen in Clichy-sous-bois
by Laurent Lévy (vertaald door Rob) Saturday, Nov. 05, 2005 at 1:47 PM

We weten nu dat de jongeren die op een tragische manier hun dood tegemoet gingen in een elektriciteitscabine in Clichy-sous-bois geen, om de uitdrukking te gebruiken, bekenden waren voor de politie. Het waren rustige jonge mensen zonder een voorgeschiedenis van moeilijkheden. Maar het tegengestelde is niet waar.

Het onaanvaardbare – over de gebeurtenissen in Clichy-sous-bois

Laurent Lévy

We weten nu dat de jongeren die op een tragische manier hun dood tegemoet gingen in een elektriciteitscabine in Clichy-sous-bois geen, om de uitdrukking te gebruiken, bekenden waren voor de politie. Het waren rustige jonge mensen zonder een voorgeschiedenis van moeilijkheden. Maar het tegengestelde is niet waar.

De jonge gasten kenden wel de voorgeschiedenis van de politie. Zij wisten wel dat als ze alweer een –even klassieke als overbodige- identiteitscontrole moesten ondergaan, dat ze dan riskeerden enkele uren op het politiekantoor te moeten doorbrengen, met allerlei vernederingen tijdens hun verblijf daar bovendien. En daar hadden ze geen tijd voor. Ze moesten naar huis toe omdat het weldra tijd was het vasten te doorbreken, ze zagen er naar uit te eten.

Waarom zei de minister van binnenlandse zaken dat deze gebeurtenissen plaats vonden na een poging tot diefstal van de jongeren? Hij wou ongetwijfeld het fantastische en desastreuse idee dat mensen hebben van “de banlieues’ bespelen, een idee dat hij zelf hielp te verspreiden. De idee dat het wetteloze plaatsen zijn, geregeerd door criminelen, bedreigingen voor de openbare veiligheid, broedplaatsen van misdadigheid. Als jonge mensen sterven terwijl ze op de vlucht zijn voor de politie dan kan je even goed aan de grote klok hangen dat dit zo gekomen is omdat ze iets fout hebben gedaan. Eender wat. Als deze geschiedenis geschiedenis dan nog eens plaatsvindt in een Banlieu rond Parijs, dan hebben we te maken met “menselijk afval”.

En de minister weet van dit alles. Je kan hem niet bij de neus nemen. Zonder twijfel zou hij de politionele hogedrukreiniger inzetten in buurten zoals Clichy in naam van nultolerantie. Waar we nochtans wel aan mogen twijfelen is aan de defenitie van “tolerantie”. Wat als intolerant moet bekeken worden in een samenleving is niet de revolte van hen wiens kinderen, broers en vrienden worden opgejaagd en vermoord. Wat intolerant is is de arrogantie van de authoriteiten, van onverantwoordelijke politie, van de staat die een oorlog voert tegen de armen.

Tijdens deze gebeurtenissen hebben de agenten van de staat zich gedragen alsof ze zich in een burgeroorlog bevonden. In een egalitaire samenleving was dit ondenkbaar geweest. Als de minister van binnenlandse zaken het voorbeeld stelt door zelf te liegen, kan men geen reden denkbaar zien waarom zijn ondergeschikten dit voorbeeld niet zouden volgen. Dus kwam er een politieman opdraven op de radio die verkondigt dat er geen traangas gebruikt was tegen de moskee, maar dat het in feite de opstandelingen waren die traangasgranaten gebruikten, en dat het deze traangasgranaten waren die verantwoordelijk waren voor het schouwspel. Net zoals zijn baas goed genoeg wist dat er geen diefstal in het spel was, was deze politieman zich zeer bewust van wat we eigenlijk allemaal wisten, namelijk dat het de politie was die het traangas afvuurde.

En zo konden de moslims van Clichy-sous-bois tijdens hun avondgebed nog eens uitgebreid proeven van de efficientie van de nationale politie. Ze hoeven niet te vrezen voor hun veiligheid. Ze konden zelfs zien hoe de beruchte “flash ball wapens” werkten, hoe kinderen bang wegrenden terwijl hun moeders werden uitgescholden voor hoeren en van de trap werden gejaagd door Sarkozy’s soldaten.

Zij die het nog niet wisten kunnen nu duidelijk zien wat “Koloniaal buurtmanagement” in praktijk betekent. Morgen zal het nog duidelijker worden. Morgen zal men hen vertellen over de republiek, over gelijkheid, vrijheid en broederlijkheid. Ze zullen eraan herinnerd worden hoe het land dat ooit de mensenrechten produceerde over heel de wereld gerespecteerd wordt. Morgen zal men de banlieus onder handen nemen – en wacht tot je ziet hoe!

De minister heeft zelfs al een datum afgekondigd. Elke week zal hij een “gevoelige buurt” bezoeken, want dit is de newspeak voor buurten waar de werkende klasse huist. Hij zal doen wat nodig is. Er zullen cordons oproerpolitie zijn en speciale interventie esquadrons. En toch vroegen de mensen niet zo veel, ze wilden enkel het recht op een fatsoenlijk leven.

Dit was, natuurlijk, te veel gevraagd…

Laurent Lévy is auteur van “Le spectre du communautarisme”