arch/ive/ief (2000 - 2005)

Congo / Oostprovincie blijft zeer onstabiel
by Raf Custers Thursday, Jun. 23, 2005 at 11:43 AM

Van Raf Custers in Kisangani -- De Congolese staat is het leven in de Oostprovincie aan het normaliseren. Een werk van lange adem, dat wordt doorkruist door de erfenis van de oorlog. De ervaringen van enkele ambtenaren, die allen anoniem willen blijven.

In het Oosten van de provincie, tegen de grens met Uganda, blijft de situatie uiterst onstabiel. Een magistraat uit Bunia, die erop staat anoniem te blijven: “We hebben geen uitrusting en geen loon. Ik verdien in principe 20 dollar per maand. Daarvan kan ik niet leven. Gelukkig geeft de Europese Unie ons nu een premie. Dat motiveert. De politie is ook versterkt, al heeft ze groot gebrek aan brandstof en onderdelen voor de voertuigen. Dat levert wel resultaten op. We hebben verscheidene leiders van milities gearresteerd, veroordeeld en overgebracht naar Kinshasa”.

Een ambtenaar van het Openbaar Ambt en één van Financies zijn samen op zending in de Oostprovincie. Ze gaan na hoeveel ambtenaren er zijn en hoe het zit met hun betalingen. Ze stellen vast dat er na de oorlog (1998-2003) veel spookambtenaren op de loonlijst staan, “il en manque pas”, maar vooral dat er enorme bedragen bestemd voor de lonen worden verduisterd, “dat loopt al gauw op tot 50.000 dollar per keer”. Het duo waagt zich niet buiten de stad Kisangani. Precies omdat ze malversaties opsporen, is hun veiligheid in de provincie niet gegarandeerd. Nog een probleem: op sommige plaatsen bestaan er drie administraties naast elkaar, één van de staat, één van de ex-rebellen en één van de lokale militie-leiders die taxen heffen. Het is bijzonder moeilijk om daar het gezag van de centrale administratie te herstellen.

Goeverneur Theo Baruti van zijn kant heeft een tournee langs de zes gemeenten van de stad Kisangani achter de rug. Hij sprak telkens de bevolking toe om te bekomen dat er rond 30 juni geen incidenten zijn. De UDPS-partij zegt dat de zogenaamde Transitie die Congo naar verkiezingen moet leiden, stopt op 30 juni. Die agitatie vindt gehoor onder de bevolking die verpauperd en misnoegd is.

Merkwaardig: de meetings van Baruti komen in uitgesteld relais op televisie, mèt tussendoor de vragen die de aanwezigen aan de goeverneur stellen. Er is wel in de namen geknipt, enkel de interventies die gunstig zijn voor het lokale bestuur (in Kisangani domineren de ex-rebellen van de RCD het bestuur) gaan op antenne.

Volgens een waarnemer viel de gouverneur in de gemeente Mangobo een warm onthaal te beurt: il a été transporte sur le tipoy (hij werd als op een koninklijke draagstoel vervoerd). Mangobo was tijdens de oorlog een haard van volksverzet tegen de Rwandese bezettingstroepen en de RCD die met Rwanda collaboreerde. De bevolking van Mangobo had hard te lijden van repressie. Toch kreeg RCD-goeverneur Baruti kennelijk niet met vijandige sentimenten af te rekenen.