arch/ive/ief (2000 - 2005)

Congo / Kisangani luidt andere klokken dan Kinshasa
by Raf Custers Thursday, Jun. 23, 2005 at 11:37 AM

Van Raf Custers in Kisangani -- De bevolking van Kisangani in de Oostprovincie heeft enorm geleden onder de militaire bezetting door de Rwandese en Ugandese troepen. De oorlogservaringen bepalen hoe Kisangani zich opstelt, nu Congo zich klaarmaakt voor de eerste verkiezingen sinds de onafhankelijkheid in 1960. En de UDPS-partij, die oproept om het politiueke proces te saboteren, kan er ook vanwege haar oorlogsverleden nauwelijks op bijval rekenen.

Kisangani verplaatst zich op twee wielen. De mensen laten zich met brommers en fietsen vervoeren. Toleka's heten die fietsen, voor het comfort van de passagiers dragen ze kussentjes met haakwerkjes op de bagagedrager. En, opvallend voor wie uit het lawaai van de hoofdstad Kinshasa komt, ze trekken met fietsbellende aandacht van het cliënteel. Kinshasa laat andere geluiden horen, dan Kinshasa. Ginds roeren sommige politici de oorlogstrom, ze proclameren dat de Transitie die Congo naar verkiezingenmoet leiden, over één week op 30 juni ophoudt, en ze roepen de bevolking op die eis met protestmarsen te ondersteunen.

Kisangani zit niet op troebelen te wachten. "Hier is iedereen eensgezind, plus jamais de désordres, we moeten nu recht naar de verkiezingen", zegt Simon Ikenge die in de hoofdstad van de Oostprovincie de Civiele Maatschappij aanvoert. "De wettelijke regering van Patrice Lumumba in 1960 is na twee maanden opzij gezet", zegt Ikenge. "Daarna zijn er geen legitieme regeringen meer geweest. We hebben de dictatuur van Mobutu gehad, Kabila is na een opstand aan de macht gekomen en de huidige regering komt voort uit onderhandelingen.De politici hoeven nu aan niemand verantwoording af te leggen. We moeten daaraan een einde maken, de mensen moeten zelf hun leiders kunnen aanduiden".

Ikenge gelooft niet dat de oproep om de Transitie op 30 juni te beëindigenin Kisangani gehoor vindt. "Alle godsdiensten hebben hier afgesproken dat ze gaan bidden voor de verkiezingen", aldus Ikenge. "De boodschap is duidelijk: van een politiek schema buiten het huidige kan er geen sprake zijn.”

Mathieu Kirongozi, onderzoeker die aan de Rechtsfaculteit van de universiteit van Kisangani, ziet dat lichtelijk anders. “Er is misnoegdheid, vooral onder de ambtenaren en de militairen. Ze zijn alweer twee maanden niet betaald.Ook hier hoor je zeggen dat de politieke leiders onverantwoordelijke lui zijn. Maar ik geloof niet dat de mensen hier de straat zullen opgaan. Ze zien er het nut niet van in. Bovendien hebben de mensen schrik. De politie is hier versterkt met elementen van de presidentiële wacht GSSP. En dat roept herinneringen op aan de gevreesde DSP-garde van Mobutu.”

Kirongozi gelooft dat de UDPS-partij van Etienne Tshisekedi, die het einde van de Transitie propageert, in Kisangani bijna geen bijval meer kent. "Onder Mobutu werd Tshisekedi nog gezien als een echte opposant. Maar tijdens de oorlog heeft hij alle krediet verloren. In mei 2002 heeft hij een alliantie gesloten met de rebellen van de RCD. Enkele dagen later, op 14 mei 2002, hebben kopstukken van de RCD samen met het Rwandese leger in Kisangani een bloedbad aangericht om een volksopstand te onderdrukken. De mensen zijn dat niet vergeten.”

Jadot Alanda Mondimbele, journalist van de openbare omroep RTNC, was getuigevan de wreedheden en wist ternauwernood zelf te ontsnappen. Hij beschreef nadien wat hij had beleefd. Hij zag hoe 67 mensen met messen werden gekeelden in stukken gesneden. Mondimbele noemt onder meer RCD-commandant LaurentNkunda als één van de leiders van de operatie. In 2004 was Nkunda in de provincies Noord- en Zuid-Kivu bij nieuwe wreedheden betrokken.

"De mensen in Kinshasa hebben niet zo geleden onder de oorlog als wij", zegt Simon Ikenge van de Civiele Maatschappij. "Kinshasa is voor mij een deelvan het probleem. De mensen worden er verstrooid met muziek en sermoenenvan predikanten op de televisie. Er zijn er daar maar weinig die de echte belangen van het hele land voor ogen houden. Degenen die nu het proces dat naar verkiezingen leidt, willen doen stopzetten, gaan dwars tegen het belang van dit land in.”

Volgens Mathieu Kirongozi blijft een flink deel van de bevolking in Kisangani sympathiseren met president Joseph Kabila. Ook dat ligt deels aan het verleden. "Zijn vader Laurent-Désiré Kabila heeft hier zijn eindoffensief ingezet om de dictatuur van Mobutu omver te werpen", zegt Kirongozi. "Ik herinner medat de Verenigde Naties een gezant stuurden, Mohamed Shanoun, die Kabilakwam vragen om te stoppen met de opstand. Kabila heeft zich toen in het stadiontot de massa gericht en gevraagd wat zij daarvan vond. De mensen hebben geroepen:Avancez! Avancez! Ze gaven hem een duidelijk mandaat. En telkens Joseph Kabilanaar hier komt, blijkt dat ook hij populair blijft.”

De agenda voor de komende maanden raakt stilaan ingevuld. In november moeten de Congolezen zich tijdens een referendum uitspreken over het ontwerp van een nieuwe Grondwet. In maart 2006 zouden dan de eerste algemene en presidentsverkiezingen sedert de onafhankelijkheid in 1960 plaatsvinden. Ikenge is optimistisch over het verloop van de verkiezingen. "Ze worden georganiseerd door de CEI, de Commission Electorale Indépendante, die de steun heeft van alle regeringsfracties. Dus evenzeer van de partij van president Kabila, van de ex-rebellen van de RCD en van de MLC, als van de niet-gewapende oppositie en de Civiele Maatschappij. Dat maakt het volgens mij onmogelijk dat de verkiezingen verkocht zullen worden. Alle partijen zullen elkaar overal controleren. Dat het land tijdens de oorlog verdeeld is geweest, is een troef. Niemand zal de verkiezingen in zijn voordeel kunnen verdraaien". Volgens Ikenge is dat hoegenaamd géén dagdromerij. "Dit land heeft nooit een consensus gekend zoals nu. Alle oorlogsvoerende partijen zijn het eens om samen te werken, iedereen behalve de UDPS.”