arch/ive/ief (2000 - 2005)

"Wij zijn niet dom, jullie houden ons dom!"
by Filip Loobuyck - opbouwwerker Wednesday, Jun. 22, 2005 at 11:42 AM

Op 16/06/05 was er in Brussel een nationaal armoedecongres nav '10 jaar Algemeen Verslag over de Armoede'. Ondanks de harde realiteit van armoede zien we de laatste jaren een banalisering van het armoedeprbleem optreden bij politici. Een kritische reactie daarop.

“Wij zijn niet dom, jullie houden ons dom!”

17/06/05 in De Standaard op pagina zes wat weggeduwd links onderaan: ‘armoede op politieke agenda’. Ik vrees dat de plaats in de krant een beetje tekenend is voor de plaats die de armoedeproblematiek krijgt in de samenleving en bij politici.

Tien jaar geleden was er het Algemeen Verslag over de Armoede (AVA). Een mijlpaal, vooral door de gebruikte methode. In plaats van een opeenstapeling van cijfers kwamen voor het eerst de armen zelf aan het woord, samen met alle verenigingen die bij de problematiek betrokken zijn. Tien jaar later was het tijd voor een tussenstand. Zijn de vaststellingen, de analyses en de voorstellen van het AVA 10 jaar later nog actueel? (jawel!) Welke prioriteiten moeten vandaag op de politieke agenda staan? Na 10 dialoogmomenten in elke provincie was er 16/06/05 een nationaal ontmoetings– en slotmoment in Brussel. Heel wat kansarmen uit armenverenigingen, veldwerkers en experts rond armoede waren present. In het artikel in De Standaard is sprake van “een vleugje anarchie” die in de zalen hing. “Toen de minister in zijn toespraak verwees naar de nieuwe armoede-website, riep iemand luid: de armen hebben geen internet.” Dit was inderdaad tekenend voor de nationale armoededag en verdient daarom wat meer duiding.

6 à 7 procent van de Belgen wordt in armoede geboren. Als je er de mensen bij telt die in armoede beland zijn door bijvoorbeeld echtscheiding of faillissement kom je minstens aan het dubbele percentage uit. Bovendien is er ook nog een groep die in bestaansonzekerheid leeft. 1,3 miljoen mensen leven dus in armoede of dreigen in armoede te vervallen. In onze risicomaatschappij krijgt armoede ook nieuwe gezichten: alleenstaanden, eenoudergezinnen, jonge laaggeschoolden, allochtonen, asielzoekers, enz. Voor hen blijft artikel 23 van de grondwet vaak dode letter: het recht op behoorlijke huisvesting, recht op arbeid, recht op betaalbare gezondheidszorg, recht op cultuur, enz. Blijkbaar heeft in één van de meest welvarende regio’s van de wereld toch niet iedereen het ‘recht een menswaardig leven te leiden’.

Ondanks die harde realiteit zien we de laatste jaren een banalisering van het armoedeprobleem optreden bij politici. “Het gaat toch maar over 7 procent”, hoor je dan zeggen. Een gevoel van fatalisme heerst, we lijken ons neer te leggen dat armoede er nu eenmaal bij hoort. Vergeten we dan dat kansarmoede er is omdat onze samenleving slecht georganiseerd is en niet omdat het hun schuld is? En beseffen we dan niet dat kansarmoede meestal ook gaat over kansen, vaardigheden en ontplooiingsmogelijkheden die mensen al dan niet hebben meegekregen van jongsaf? Vergeten we dat er achter al die cijfers menselijke gezichten schuil gaan? Hoe diep armoede gaat, hoe ver het reikt en hoe zwaar het de binnenkant van een mens beschadigt, dat zit trouwens allemaal niet meegerekend in die cijfers.

Maar blijkbaar kan een meerderheid van Vlaanderen zich totaal niet voorstellen dat er armoede is en hoe het is. Er is een ijzeren gordijn gegroeid tussen de armen en de rest van de samenleving. Kansarmen zijn vooral een onzichtbare minderheid die naast alle ellende van de armoede zelf ook nog eens elke dag geconfronteerd worden met vernietigende stereotypen en clichébeelden vanuit de omgeving. Het zal wel hun schuld zijn in plaats van in te zien dat de samenleving structurele uitsluitingsmechanismen in zich draagt. Een samenleving georganiseerd met het oog op welvaart van zij die toch al hebben i.p.v. met het oog op welzijn van iedereen. Markt, winst en welvaart als centrale doelen (en criteria voor beleid) i.p.v. welzijn en effecten op meest kwetsbaren als toetssteen voor goed beleid. Neem de huisvestingsmarkt. Mensen met een laag inkomen staan op ellenlange wachtlijsten voor een sociale woning (72.000!) – anderen schrijven niet eens in omdat ze niet geloven dat hun beurt op een dag wel komt. Ze zijn verplicht om op zoek te gaan op de erg krappe private huurmarkt waar de prijzen de pan uitswingen. Een huurmarkt waar geen enkel wettelijk verband bestaat tussen de kwaliteit en de huurprijs van de woning. Mensen spenderen soms tot de helft van hun (gezins)inkomen aan de huurprijs. Het ‘alternatief’ is een krotwoning, een gemeubelde kamer of op een camping terecht komen. En op beleidsvlak wordt niet direct beterschap in het vooruitzicht gesteld rond huisvesting …

De regeringen richten zich naar de grootste gemene deler, ‘de mensen’, de brede middenklasse. Mensen in armoede zijn op electoraal vlak steeds minder belangrijk. De politieke desinteresse voor de provinciale dialoogmomenten of nationaal ontmoetingsmoment zijn daar alleen maar getuige van. Zijn er wel nog politieke partijen die van armoedebestrijding een echt speerpunt maken? Willen we als samenleving nog echt fundamenteel de armoede bestrijden of houden we het nog steeds op armoedebeheer? De tweedeling tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’ is alleszins nog nooit zo groot geweest als nu.

Op het nationaal ontmoetingsmoment rond armoede was het duidelijk dat heel wat mensen die in armoede leven de huidige gang van zaken niet meer pikken. In hun tussenkomsten kwam vaak heel wat kwaadheid en frustratie naar boven. Soms ongecontroleerd en weerbarstig. Er hing dan ook bij momenten een erg gespannen sfeer in de lucht. Het onrecht en de uitsluiting waar kansarmen dagdagelijks mee te maken hebben, zorgde soms voor woede-uitbarstingen. “Het moet maar eens gedaan zijn om telkens boven onze hoofden te praten en beslissingen te nemen waar wij niets aan hebben. Het is tijd voor actie.” , “Politici moeten eens echt leren luisteren naar mensen die in armoede leven in plaats van te doen alsof. Politici kennen te weinig de wereld van de kansarmen.” , “Heel wat politici behandelen ons alsof wij dom zijn, maar wij zijn niet dom, wij worden gewoon dom gehouden.” , “Er zijn zoveel wetten, wanneer komt er eens een wet die zegt dat armen gerespecteerd moeten worden? ” , waren maar enkele van de scherpe tussenkomsten van kansarmen. Bij momenten was het erg onrustig en laaiden de gemoederen hoog op. Er waren soms zaadjes van een revolutiesfeer aanwezig. Sommigen zullen misschien de kansarmen ‘onaangepast’ gedrag verwijten, maar wellicht is begrip voor hun reacties en kwaadheid meer op zijn plaats. De armenverenigingen hebben hen een stem gegeven en ze hebben die ook luidkeels gegrepen. Waarom zouden ze braafjes hun lot blijven ondergaan? Ook de vrouwen en de arbeiders hebben in de tijd ten strijde getrokken voor hun rechten. Dat de strijd tegen armoede nu eens echt een politieke prioriteit wordt. Heel wat voorstellen en aanbevelingen liggen op tafel. Het is niet dat het warm water nog uitgevonden moet worden. Het is gewoon een kwestie van politieke keuzes te maken. Kiezen we voor een samenleving waar waarden als solidariteit, herverdeling en rechtvaardigheid centraal staan of laten we die waarden verder aan snelheid verliezen? Het lijkt mij een cruciale keuze.

En om de kritiek voor te zijn. Er zijn de voorbije 10 jaar heel wat goede initiatieven genomen en zaken gerealiseerd. Maar veelal zijn het losse maatregelen die uiteindelijk pleisters op een houten been blijken te zijn. Er is een globaal beleid voor armoedebestrijding nodig. En jawel, er zullen meer middelen moeten vrijgemaakt worden. Het armoedeprobleem moet meer besproken en gepolitiseerd worden. En ieder heeft daarin een taak: politici, media, kansarmen, veldwerkers, experten, onderwijs en civiele maatschappij.

Minister van Maatschappelijke Integratie Dupont (PS) eindigde de bijeenkomt in Brussel met volgend citaat van Confucius: “Als er een goede regering is, is armoede een schande. Als er een slechte regering is, is armoede ook een schande”. Jammer dat Confucius niet de kop van de voorpagina haalt. Want armoede, ook bij ons, blijft een schending van de mensenrechten.

Filip Loobuyck
Opbouwwerker