arch/ive/ief (2000 - 2005)

De G8 en de klimaatswijziging: de tijdbom tikt
by Mara De Koninck Friday, Jun. 10, 2005 at 4:27 PM

De schuldkwijtschelding is een van de belangrijke topics op de agenda van de G8-top die in juli plaatsvindt in het Schotse Gleneagles. De klimaatverandering, een belangrijke splijtzwam tussen VS en Europa, staat eveneens op het programma. Geert Fremout van het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO) denkt dat we qua maatregelen inzake de klimaatswijziging niet veel hoeven te verwachten.


Klimaatverandering: “G8 draagt verpletterende verantwoordelijkheid”

“Met 14% van de wereldbevolking produceert de G8 45% van de CO2-uitstoot”, zegt Geert Fremout van het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO). “Samen met andere industrielanden draagt de G8 dus een verpletterende verantwoordelijkheid voor de klimaatverandering. De nefaste gevolgen van de klimaatverandering zullen vooral kwetsbare gemeenschappen in het zuiden treffen. Het noorden heeft een enorme koolstofschuld opgebouwd ten opzichte van het zuiden, waarbij de financiële schuld van het zuiden tegenover het noorden verbleekt. In Afrika, die andere prioriteit op de G8-top, komt de voedselproductie hierdoor in het gedrang en zal het verspreidingsgebied van malaria toenemen. Niet voor niets noemde Sir John Haughton, oud-directeur van het Britse metereologisch instituut de klimaatverandering 'een massavernietigingswapen'.”

In januari verscheen het alarmerende klimaatrapport “Meeting the climate change” , waarin geconcludeerd wordt dat aangezien de CO2-concentratie momenteel jaarlijks zo'n 2ppm (deeltjes per miljoen) toeneemt, er ons nog slechts tien jaar rest voordat de kritische kaap van de 400 ppm bereikt wordt. Volgens het rapport wordt dan het eerste “point of no return” bereikt, wat inhoudt dat er een aantal kettingreacties kunnen ontstaan met stijgende zeespiegels, afstervende wouden, aanhoudende droogte, enzovoort tot gevolg. Om deze kettingreacties te vermijden, is het volgens het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) nodig de CO2-uitstoot zo snel mogelijk met 60 à 80% te verminderen. Hoe langer men wacht met het nemen van de nodige maatregelen, hoe meer geld het in de toekomst zal kosten om de gevolgen van de klimaatveranderingen te bestrijden. “Het Kyotoprotocol focust voornamelijk op het terugdringen van de CO2 uitstoot-en is te weinig gericht op oplossingen om de negatieve gevolgen van de klimaatswijzingen aan te pakken”, vindt Fremout. Hij voegt eraan toe dat de EU als voortrekker moet proberen de temperatuurstijging tot 2°C te beperken.

Er is een grote verdeeldheid tussen Europa en de VS over het Kyoto-protocol. Binnen de EU is de consensus gegroeid om de temperatuurverhoging tot +2°C te beperken, te streven naar een emissiereductie van 15à 30% tegen 2020 en een vermindering van 60 à 80% tegen 2050. De VS weigeren echter nog steeds het klimaatverdrag te ondertekenen uit economische overwegingen. “Er valt niet veel te verwachten van het “Climate Change”- initiatief van de G8” aldus Fremout. “De documenten die eind mei uitgelekt zijn, staan bol van de mooie, maar vage intenties en bieden verder weinig hoop op een doorbraak.” Een sterk politiek signaal van de G8 inzake klimaatverandering zou volgens Fremout onder andere volgende elementen moeten bevatten: een erkenning van de historische verantwoordelijkheid van de industrielanden voor de klimaatproblematiek (koolstofschuld), het goedkeuren van een multilaterale aanpak ervan binnen de geschikte VN-structuren zoals het UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), het erkennen van de bevindingen van het IPCC als wetenschappelijke basis voor beleidsvorming, de erkenning van “targets and timetables” voor emissiereductie naar EU-voorbeeld en het bekrachtigen van de 2°C-doelstelling, een engagement voor de verandering van consumptie- en productiepatronen en voorrang voor duurzame oplossingen zoals hernieuwbare energie, een financieel engagement om de kosten van de impact van klimaatverandering in het zuiden te dragen (koolstofschuld) en om koolstofarme en duurzame ontwikkeling in het zuiden mogelijk te maken.