De mislukte belegering van
Fallujah
Asia
Times Dahr
Jamail 3
juni 2005
Amman,
Jordanië – Twee verwoestende belegeringen van Fallujah
in april en november 2004 kostten duizende levens en maakten
honderduizenden dakloos. De nasleep van deze poging door de VS om
de stad van verzetstrijders te ontdoen en zo de veiligheid in het
land te vergroten blijft de inwoners van Fallujah, en van heel
Irak, kwellen.
Nu
ze gewaarworden dat de beloften van het VS-leger en de Iraakse
regering om de stad terug op te bouwen grotendeels onvervuld
blijven, groeit de innerlijke woede van de inwoners, die hun stad
in puin zagen leggen, met de dag.
“Dagelijks
worden er misdaden in Fallujah gepleegd, ook nu nog”,
zegde Mohammed Abdulla, uitvoerend directeur van het Studiecentrum
voor Mensenrechten en Democratie in Fallujah (SCHRDF). Zijn
organisatie, werkzaam rond de verwoesting van Fallujah, tracht de
toestand van de inwoners in kaart te brengen, hulp te bieden bij
de wederopbouw en bewijzen te verzamelen van de oorlogsmisdaden en
de illegale wapens die er tijdens het novemberoffensief gebruikt
werden.
“Van
de beloofde wederopbouw, waar de mensen zulke enorme nood aan
hebben om hun leven terug te normaliseren, is nog niets in huis
gekomen”, zegde Abdulla onlangs in een interview met
Asia Times Online in Amman.
De
artsen in de stad blijven klagen over de VS- en Iraakse
veiligheidstroepen, die hen verhinderen om medische zorgen te
verstrekken. De strenge controleposten van het VS-leger blijven er
behouden en bovendien zeggen de inwoners dat het optreden van de
Amerikaanse en Iraakse veiligheidsdiensten vernederend en onterend
is. Deze behandeling ervaren de meesten als opzettelijk.
“De
controleposten zijn uitermate hinderlijk”, zegde dr.
Amer Ani, een vrijwilliger in het Algemeen Ziekenhuis van
Fallujah. “De gevechten in de stad zijn herbegonnen,
omdat er de laatste twee weken in verschillende districten opnieuw
confrontaties waren. Hierdoor ondervinden de ziekenwagens
moeilijkheden om de stad in en uit te rijden, vooral naar het
hoofdziekenhuis.”
“Ik
werk in een vluchtelingenkamp aan de stadsrand, en door de
controlepost kunnen de patiënten van dat kamp de stad niet
in.”, zei Ani. “Zodoende zien ze zich gedwongen
naar een hospitaal op veertien kilometer van het kamp te gaan,
terwijl de dichtstbijzijnde behandeling in de stad nog geen
kilometer van hen verwijderd is.”
Ani
voegde er nog aan toe dat het hoofdziekenhuis en verschillende
klinieken voor basisverzorging heropgebouwd moeten worden, maar de
VS-troepen verhinderen dat het bouwmateriaal de stad in komt.
Dr.
Riyad al-Obeidy, werkzaam in Ramadi, werkt tegenwoordig ook als
vrijwilliger in Fallujah. “Eerst bracht het ministerie
van Volksgezondheid nog hulp in de stad, maar nu is dat om
onverklaarbare redenen verboden”, zegde hij. “Hierdoor
is er gebrek aan externe fixators, operatiesets en materiaal voor
wondverzorging. Er bestaat een reëel probleem voor de
volksgezondheid. De mensen leven als vluchtelingen in hun eigen
stad; ze wonen in tenten. Er is gebrek aan zuiver water en aan de
nodige hygiëne. Hierdoor is er een verhoogde verspreiding van
tyfus. Nu de zomer er aankomt, zal dit allemaal nog erger worden.”
Voor
het begin van de belegering werd door de Iraakse regering en het
VS-leger gezegd dat ze zouden helpen om de stad terug op te
bouwen, maar dit blijken uiteindelijk loze beloften te zijn.
Volgens
Abdulla van SCHRDF “is er wel enige reconstructie, maar
dit wordt door de mensen van Fallujah zelf uitgevoerd en de
Iraakse regering biedt slechts een klein beetje hulp.”
Dit
komt overeen met wat dr. Abrahim Aziz (naam omwille van
veiligheidsredenen gewijzigd), vrijwilliger in Fallujah, aanduidt.
“Er worden enkele reparatiewerken uitgevoerd, zoals het
vervangen van elektriciteitskabels”, zegde hij tijdens
een telefonisch interview vanuit Fallujah, “maar de
ziekenhuizen krijgen enkel een nieuwe laag verf en de gaten in de
muren worden gedicht.”
Dr.
Fawzi, een ingenieur en eigenaar van een betonfabriek in Fallujah,
wist te vertellen dat de zuidelijke districten van Fallujah
gesloten blijven. Slechts 10 % van de verwoeste huizen werden
heropgebouwd, en wel door de inwoners zelf. Fawzi was betrokken
bij de onderhandelingen om compensatie te bekomen voor de inwoners
van de stad. Hij stelde een bedrag van zeshonderd miljoen dollar
voor aan het VS-leger, dat erin toestemde, maar de Iraakse
regering ging niet akkoord.
“We
gingen naar Bagdad, waar men ons in de kantoren van de toenmalige
premier Allawi liet weten dat we slechts honderd miljoen dollar
konden krijgen. Dat konden ze bovendien niet eens beloven, omdat
alles zou veranderen na de verkiezingen van januari”,
zegde Fawzi. “We discuteerden over het bedrag en de
regering zegde dat ze ons 20 % van de zeshonderd miljoen dollar
zouden geven, wat we weigerden, daar dit niet toereikend was. Deze
vergadering werd bijgewoond door Amerikaanse militairen en burgers
en door leden van de Iraakse regering.”
Dr.
Aziz zegde dat tot nu toe slechts 10 % van de beloofde
schadevergoeding uitbetaald werd, en hij voegde er aan toe dat de
gezondheidssituatie vreselijk was. “Momenteel begint er
cholera uit te breken.”
Onlangs
stelde het SCHRDF door middel van testen vast dat er geen
drinkbaar water in Fallujah aanwezig is. “Iedereen is
hiervan op de hoogte, en daarom adviseren we om het water 10
minuten lang te koken voor gebruik.”, zegde Abdulla.
Volgens
hem zit ook tweederde van de stad zonder elektriciteit, omdat er
zoveel leidingen onderbroken zijn. De reparaties die er vandaag
gebeuren worden door de inwoners zelf uitgevoerd, zonder enige
hulp van buitenaf. “Als er al wat hulp komt, gaat het
enkel om kleine financiële bijdragen van de Iraakse
regering.”
Van
dr. Al-Obeidy kregen we hetzelfde te horen: “Er werd een
beetje geld uitbetaald, maar dat is enkel een klein bedrag.
Onlangs zette de Iraakse regering echter alle schadevergoedingen
stop. Dit maakt de mensen hier zeer boos, aangezien de Amerikanen
beloofd hadden om elke familie vijfhonderd dollar uit te betalen;
hiervan heeft men tot nu toe niets gezien.”, zegde hij,
“en hoe kan vijfhonderd dollar nu volstaan wanneer een
huis volledig vernietigd werd. Dat is niet realistisch.”
Terwijl
naar schatting 80 % van de inwoners naar Fallujah zijn
teruggekeerd en zowat 60 % van de huizen en gebouwen door schade
onbewoonbaar zijn, blijven de meesten in tenten of tussen het puin
van hun huizen wonen. De avondklok blijft behouden,
waardoor de inwoners na 9 uur 's avonds geen toelating hebben om
buiten te komen en volledige districten zitten zonder
elektriciteit.
Abu Nawaf, een
tweeënveertigjarige zakenman uit het Jolankwartier van de
stad, zegde onlangs in een interview vanuit Fallujah: “Er
wordt hier helemaal niets opgebouwd en de Amerikanen en de Iraakse
Nationale Garde patrouilleren constant, zelfs in de zijstraten.”
Abdulla's commentaar op de
onzekere situatie luidde: “Er heerst anarchie in de
straten. Er was een geval waarbij een ING een Iraakse politieman
gedood had. De mensen eisten een onderzoek van de zaak,”
en hij voegde eraan toe, “De Amerikanen waren samen met
de ING in de stad. De ING zijn peshmerga (leden van de Koerdische
militie). Nu zijn de ING in de stad allemaal peshmerga en
Badr-eenheden (Sjiitische milities van de 'Hoge Raad voor
Islamitische Revolutie). Ze vernederen en mishandelen de inwoners
op dezelfde wijze als de Amerikanen.”
Volgens een rapport van het
SCHRDF bezetten de VS-soldaten sinds kort zeven basisscholen in de
stad, waardoor de kinderen nu in tenten moeten les krijgen.
Ondertussen zet Nawaf de
zoektocht naar zijn drie vermiste broers voort. De VS-soldaten
schilderden op zijn woning dat er drie lichamen in het huis waren
aangetroffen. Nawaf was echter nog niet in staat ze terug te
vinden en blijft erbij dat ze vermist zijn.
Recente gevechten en
bomaanslagen in Fallujah belemmeren het herstel van het normale
leven in de stad aanzienlijk. Dit gaat gepaard met voortdurende
klachten van de inwoners over pesterijen en slechte behandeling
door de veiligheidstroepen. De voor de stad zo belangrijke
wederopbouw wordt op de achtergrond gedrongen, omdat de inwoners
blijven getuigen over de vermoedelijke oorlogsmisdaden tijdens de
laatste belegering, en ze woedend zijn over de verwoesting van hun
stad en het uitblijven van de reconstructie.
“Vele
vrouwen van Fallujah getuigden dat ze door de Amerikaanse soldaten
verkracht werden.”, zegde Abdulla, “Ze bevinden
zich in de buurt van een secundaire meisjesschool in de stad. Toen
de mensen voor het eerst de stad terug betraden vonden ze veel
meisjes die naakt en vermoord waren.”
Zoals uit Nawafs situatie
blijkt, is het aantal vermisten één van de grootste
bekommernissen. “We hebben geen exacte cijfers over het
aantal mensen die vermoord werden, omdat er zoveel vermisten zijn.
Dit maakt het voor ons onmogelijk om een accurate telling van de
doden uit te voeren”, zegde Abdulla.
Een andere Iraakse arts, lid
van een Iraaks medisch team dat de schending van mensenrechten
onderzoekt, meldde dat volgens een schatting van zijn organisatie
zestigduizend Irakezen in gevangenissen over heel Irak
ondergebracht werden. Tijdens een interview in Amman zegde hij dat
het VS-leger slechts zeventienduizend namen van gevangenen
geregistreerd heeft. Ze worden zonder aanklacht gevangen gehouden
en hun verblijf wordt niet bekend gemaakt, zelfs niet aan hun
familie. Op voorwaarde van anonimiteit zegde de arts: “Natuurlijk
drijft dit de mensen in het verzet. Ze zijn zo wanhopig dat ze
tegen de Amerikanen beginnen te vechten. Iedereen heeft zijn
grenzen.”
Zodoende duurt het leed van
de inwoners van Fallujah voort en laaien de gevechten in de stad
opnieuw op, terwijl de drastische zomerhitte nadert.
“De
Amerikanen hebben in Fallujah een reusachtig bloedbad veroorzaakt.
Het is de grootste misdaad aller tijden”, zegde Abdulla
streng, “Dit zal eeuwig een zwarte vlek in de
geschiedenis van Amerika blijven. Wat het Amerikaanse volk ook nog
doet, zelfs als ze zich van deze regering bevrijden, er moet nog
veel water naar de zee vloeien alvorens de mensen zullen vergeten
wat Irak aangedaan werd en men de Amerikanen opnieuw kan zien als
een beschaafd en humaan volk.”
Net zoals de andere inwoners
van de stad vraagt Abdulla zich af waarom het VS-leger geen
onafhankeliijke media in de stad liet. “Waarom lieten ze
de media niet in Fallujah binnen”, vroeg hij, “Als
ze dan toch zeggen dat ze gelijk hebben, waarom verhinderden ze
dan dat VN-inspectieteams de stad betraden?”
De situatie toont dat de
rechtvaardiging voor de belegering van Fallujah, namelijk
veiligheid in het land tot stand brengen voor de verkiezingen van
januari, haar doel gemist heeft. Alleen die dag al stierven grote
aantallen Irakezen en sindsdien blijft de toestand verslechteren.
Sedert de eedaflegging van de
laatste interimregering in april zijn meer dan zevenhonderdvijftig
Irakezen in gewelddadige omstandigheden gedood en het geweld
breidt zich uit over het door oorlog verscheurde land.
In de plaats van veiligheid
en stabiliteit in Fallujah en Irak te bewerkstelligen heeft de
belegering enkel de verwoesting van de stad veroorzaakt en geleid
tot een verdere verspreiding van het verzet naar steden zoals
Qaim, Beji, Baquba, Mosul, Ramadi, Latifiya en verschillende delen
van Bagdad.
Men kan gemakkelijk zeggen
dat de belegering van Fallujah precies de tegengestelde resultaten
opleverde van de zogezegde doelstellingen. Ze heeft veeleer de
veiligheid en stabiliteit verminderd, boosheid aangewakkerd,
sectaire kloven vergroot en het Iraaks verzet aangespoord om over
te gaan tot een nooit eerder gezien offensief.
Met zijn besluitende
commentaar over Fallujah schildert Abdulla een somber beeld: “De
stemming is van dien aard, dat de mensen nooit zullen vergeten wat
henzelf en hun stad aangedaan werd. Ik denk niet dat we het einde
ervan nog zullen meemaken. De mensen zullen zich altijd op de
Amerikaanse troepen willen wreken, en zich voorbereiden voor een
volgende aanval. Dit is waar de bemiddelaars van Fallujah voor
gewaarschuwd hebben. Het voortdurend gebrek aan veiligheid is één
van de resultaten.”
|