Syndicale overwinning: Europees Parlement tegen versoepeling van richtlijn arbeidstijd by BBTK Thursday, May. 12, 2005 at 4:53 PM |
Op 11 mei besprak het Europese Parlement het ontwerp van Europese richtlijn over de arbeidstijd. De Europarlementariërs keuren het behoud van de opting-outclausule af en willen dat alle aanwezigheidsdiensten, met inbegrip van de wacht- of slaapuren als arbeidstijd worden beschouwd.
Wat vooraf ging... Op 22 september 2004 keurde de Europese Commissie een ontwerp van nieuwe richtlijn over de arbeidstijd[1] goed. De BBTK protesteerde onmiddellijk tegen bepaalde aspecten van de richtlijn omdat ze zich zouden vertalen in een grotere flexibiliteit in de bedrijven ten koste van de arbeidsvoorwaarden en de combinatie van arbeid en gezin. De BBTK verzette zich hoofdzakelijk tegen drie maatregelen:
1. De invoering van een nieuw begrip "wacht- en slaapuren tijdens de aanwezigheidsdienst" die niet meer als arbeidstijd zouden worden beschouwd.
2. Het behoud van de mogelijkheid voor de lidstaten om individuele "opting out" te organiseren, d.w.z. de mogelijkheid voor een werkgever om van de regel af te wijken en dus een loontrekkende langer te laten werken dan de maximale wekelijkse arbeidsduur van 48 uur (berekend als gemiddelde over de referentieperiode)
3. De mogelijkheid voor de lidstaten om de referentieperiode voor de berekening van de arbeidstijd van 4 tot 12 maanden uit te breiden (annualisering van de arbeidstijd), op voorwaarde dat de betrokken sociale partners worden geraadpleegd en dat de sociale dialoog ter zake wordt aangemoedigd.
Rekening houdend met de enorme impact van een dergelijke richtlijn op de arbeidsstelsels in België en meer bepaald in de sectoren van de Social Profit, organiseerde de BBTK op 17 april jl. een “vierkante tafel” (debatnamiddag met politici en vakbondsmilitanten) met de bedoeling om de politieke vertegenwoordigers van de SPa en de PS, zowel op Europees als op Belgisch vlak, in te lichten over de gevaren van deze ontwerprichtlijn en de kritiek die de BBTK hierop heeft.
Tegen opting-outclausule
Het Europees Parlement verzet zich tegen bepaalde aspecten van de ontwerprichtlijn. De afgevaardigden hebben op 11 mei 2005, met 355 stemmen voor, 272 tegen en 31 onthoudingen, het voorstel van resolutie van parlementslid Alejandro CERCAS goedgekeurd waarin ze hun wil bevestigen dat de lidstaten het erkende recht van elke werknemer zouden schrappen om af te zien van de wekelijkse arbeidsduur van 48 uur (opting out).
Anderzijds is het Europese Parlement het ook oneens met de Commissie aangaande het effect van de nieuwe maatregelen op het statuut van de aanwezigheidsdiensten. De Europarlementariërs willen dat de duur van elke aanwezigheidsdienst, met inbegrip van de wacht- en slaapuren, wordt meegerekend in de arbeidstijd.
De Europarlementariërs keuren echter wél het voorstel van de Commissie goed om de referentieperiode voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 4 tot 12 maanden uit te breiden. Ze dringen er wel op aan dat alle waarborgen moeten worden gegeven om te vermijden dat de toepassing ervan de gezondheid of de veiligheid van de werknemers zou schaden. Daarom vragen ze dat de werknemers zouden beschermd worden via collectieve arbeidsovereenkomsten of dat ze minstens geraadpleegd zouden worden, en dat maatregelen zouden worden getroffen om elk risico te voorkomen.
[1] Voorstel van Richtlijn van het Europese Parlement en van de Raad, tot wijziging van de richtlijn 2003/88/EU betreffende bepaalde aspecten van de aanpassing van de arbeidstijd (voorgesteld door de Commissie), 22/09/2004