arch/ive/ief (2000 - 2005)

De sociaal-humanitaire implicaties van de Wet Inburgering Buitenland
by Astrid Essed Tuesday, May. 03, 2005 at 3:44 AM

De dd 5-4 door de Tweede Kamer aangenomen Wet Inburgering Buitenland, die slechts van toepassing is op niet EU-onderdanen en een onderscheid maakt tussen burgers uit bepaalde derde landen is niet alleen in strijd met het gelijkheidsprincipe, maar leidt eveneens tot discriminatie van sociaal-zwakkeren en een inperking op de migratiestroom.

Artikel:

De sociaal-humanitaire implicaties van de Wet Inburgering Buitenland

Op 5-4 werd de door minister Verdonk van Integratie en Vreemdelingenzaken voorgestelde Wet Inburgering Buitenland [WIB] door de Tweede Kamer aangenomen, vergezeld gaande van een eveneens aangenomen D'66-amendement tav een byzondere regeling voor Surinamers met een lagere schoolopleiding, die als Nederlandssprekenden zijn vrijgesteld van de WIB regeling.

Deze wet is een onderdeel van de Nieuwe Inburgeringswetgeving, waarbij voor zowel nieuwkomers als oudkomers vanaf 16 tot 65 jaar, die minder dan acht jaar onderwijs in Nederland gevolgd hebben en evenmin in het bezit zijn van Nederlandse of Antilliaanse diploma's, een algemene inburgeringsplicht geldt.
In tegenstelling tot vorige regelingen wordt de hieraan inherente inburgeringscursus niet meer door de gemeente gefaciliteerd, maar is de participant zowel in organisatorische zin als in financiele zin verantwoordelijk voor het inburgeringstraject.
Wel is het voor de cursist mogelijk in aanmerking te komen voor een kredietfaciliteit, die in principe voor ieder inkomensniveau beschikbaar is.
Een uitzonderingssituatie geldt voor bepaalde groepen uitkeringsgerechtigden en vrouwen in achterstandsposities, die wel gebruik kunnen maken van een gemeentelijk aanbod voor een inburgeringstraject, mits met reintegratie gecombineerd.

De reeds genoemde Wet Inburgering Buitenland, die van deze regelgeving een onderdeel is, houdt in, dat mensen, die naar Nederland willen komen en een machtiging tot voorlopig verblijf [een visum voor een langerdurend verblijf in Nederland dan drie maanden] moeten aanvragen, eerst in eigen land met succes een basisexamen inburgering moeten afleggen.
De hiervoor te betalen kosten bedragen 350 euro.
In de praktijk geldt deze maatregel voornamelijk voor mensen, die in het kader van gezinshereniging cq en huwelijk naar Nederland komen.
Van deze regeling zijn vrijgesteld inwoners uit EU-landen en mensen, die afkomstig zijn uit Zwitserland, de Verenigde Staten, Canada, Australiƫ, Nieuw Zeeland en Japan.



WIB in strijd met het recht op de eigen partnerkeuze en gezinsvorming.

Hoewel het door minister en kabinet aangedragen argument, dat een inburgeringcursus in eigen land de integratie-basis zou bevorderen, tot op zekere hoogte opgaat, is het bezwaar mi tweeledig
A De feitelijke koppeling van het al dan niet slagen aan het recht op huwelijk en gezinsvorming in Nederland
B De praktische uitvoering van de WIB, die kan leiden tot terugloop van huwelijks en gezinshereniging, hetgeen in strijd is met de internationale rechtsverdragen.

A Het recht op partnerkeuze en gezinsvorming:

Het recht op de eigen partnerkeuze en het gezinsvorming behoren tot de meest elementaire mensenrechten, als zodanig vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de internationale rechtsverdragen.
Hoewel het regeringen vrijstaat voorwaarden te stellen aan gezinshereniging of gezinsvorming mogen deze niet leiden tot ernstige belemmeringen cq beperkingen inzake dit recht.

B De praktische uitvoering van de WIB

Evenzeer kan de uitvoering van de WIB in de praktijk leiden tot belemmering van de partner en gezinsvorming, hetgeen als gevolg heeft een impliciete inperking van de migratiestroom.

1 De kosten van het examen

De kosten van het basis-inburgeringsexamen bedragen 350 euro, een fors bedrag, dat door ed hoogte ervan minder draagkrachtigen uitsluit.
Evident is dat een en ander leidt tot impliciete migratiebeperking van deze groep en een schending van hun recht op een huwelijk en gezinsvorming.

2 Technisch aspect inburgeringstoets

Een andere belemmerende factor is het niveau van de toets en de hierbij gebruikte computertechniek.
Aangezien de minister zelf in de betreffende kamerdebatten heeft toegegeven, dat de te gebruiken techniek nog in de ontwikkelingsfase verkeert, hebben een aantal Tweede Kamerfracties waaronder de SP, de PvdA en het CDA gevraagd om een onafhankelijk onderzoek van het systeem alvorens invoering ervan.
Hoewel de minister heeft toegezegd, het systeem te laten stopzetten wanneer het ondeugdelijk blijkt te zijn is het evident, dat bij eventueel falen van het systeem de inburgeringskandidaten de dupe kunnen worden, met alle voor hen ernstige conseqtenties van dien.

3 Veiligheid

Een ander niet te onderschatten gevolg van de wet WIB is een potentieel veiligheidsaspect.
In tegenstelling tot de niet-genaturaliseerde vluchtelingen wordt deze regeling eveneens van toepassing gebracht op de gezinsleden van genaturaliseerde vluchtelingen met als argumentatie, dat deze geen vluchteling meer zijn door naturalisatie.
Aangezien echter in vele gevallen juist de familieleden van voormalige vluchtelingen nog gevaar lopen is het zaak, geen extra barriere op te werpen door een dergelijk examen.


WIB in strijd met het gelijkheidsprincipe

Tenslotte is er inzake de vrijstelling voor mensen uit een aantal westers(-georiƫnteerd)e derde landen sprake van discriminatie tav nationaliteit, hetgeen in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, voortkomende uit het Internationaal Verdrag Inzake Burgerlijke en Politieke Rechten.
Daarenboven snijdt het argument van de minister, dat het hier landen betreft, die sociaal-economisch, maatschappelijk en politiek te vergelijken zijn met Europese landen geen hout, aangezien het betreffende examen niet alleen betrekking heeft op de aan deze mensen onbekende Nederlandse taal, maar daarenboven de sociaal-maatschappelijke kaart van Nederland weinig affiniteit heeft met bijvoorbeeld de Australische, Japanse cq Canadese.

Resumerend kan gesteld worden, dat de aanname door de Tweede Kamer van de WIB slechts voor een zeer beperkte groep zal leiden tot een een verbetering van hun integratiepositie.
In de praktijk zal deze wetgeving grotendeels leiden tot inperking van de migratiestroom, hetgeen ten koste zal gaan van het universele recht op gezinshereniging van met name de sociaal-zwakkeren in het land van herkomst.

Astrid Essed