arch/ive/ief (2000 - 2005)

ACV wil eindeloopbaandebat niet overlaten aan regering
by christophe callewaert Sunday, Apr. 24, 2005 at 3:43 PM

OOSTENDE -- Als het van het ACV afhangt, wordt het echte overleg in het eindeloopbaandebat uitgesteld tot het najaar. Als iedereen van goede wil is, kan er op het einde van de zomervakantie wel een ontwerpdocument klaar liggen. Het ACV wil in ieder geval niet aan de zijlijn blijven staan. Dat zei ACV-voorzitter Luc Cortebeeck tijdens zijn slottoespraak op de Vlaamse ACV-dagen in Oostende.

Het ACV wil in het eindeloopbaandebat niet aan de kant gaan staan. “Ge kunt de politic niet alleen laten,” zegt Luc Cortebeeck. “Als ACV moeten we daarom onze rol spelen. De discussies van nabij mee richting geven. Dat geeft ons de meeste garanties.” Het ACV is er niet gerust in. Het water tussen vakbonden en werkgevers is diep en het zouden lange en moeizame onderhandelingen kunnen worden. Bij de christelijke vakbond leeft het vermoeden dat premier Verhofstadt wel eens zijn geduld zou kunnen verliezen en daarom soloslim gaan spelen.

Nadat minister van Werk Freya Vandebossche zich al eens vergaloppeerde door werkgevers en vakbonden veel te snel rond de tafel te brengen, werd gekozen voor een biechtstoelprocedure. Maar ook dat werk lijkt niet echt te vlotten. Het ACV mocht al één keer te biecht gaan. Bij een tweede uitnodiging kwamen de onderhandelaars tot hun grote verrassing met alle andere biechtgangers samen te zitten. Het ACV wil nu dat de biechtstoelprocedure gebruikt wordt om tot een nota te komen met daarin de maatregelen die bespreekbaar zijn en de punten die onbespreekbaar zijn. Op basis daarvan moet er dan bij het begin van het nieuwe werkjaar een nota klaar liggen waarna het echte overleg kan beginnen.

Volgens Cortebeeck hebben de vakbonden hun huiswerk al gemaakt. Samen met het ABVV houdt het ACV vast aan vier grote punten. De discussie mag niet gaan over het pensioenbedrag of de pensioenleeftijd. Er moet een actieve tewerkstellingspolitiek komen waarbij in de eerste plaats iets gedaan wordt aan de hoge werkloosheid bij jongeren en allochtonen. De bonden willen het debat ook niet verengen tot het einde van de loopbaan. Er moet een echt loopbaanbeleid komen. Als laatste punt maken de bonden ook een breekpunt van het brugpensioen. “Zo vierkant als we voor meer werk en een goede loopbaan zijn, zo vierkant zijn we tegen de afbouw van het brugpensioen,” aldus Luc Cortebeeck.

Toespraak Luc Cortebeeck (Vlaamse ACV-dagen 22–23/04/05)
by posted by han Sunday, Apr. 24, 2005 at 8:06 PM

Toespraak Luc Corteb...
dsc_9343_500.jpg, image/jpeg, 500x500

Toespraak Luc Cortebeeck
Vlaamse ACV-dagen 22–23/04/05
________________________________

Vrienden, vriendinnen,

U is ver over onze gewest-, gemeenschaps- en landsgrenzen gegaan. Ik zal binnen de Belgische grenzen blijven. Eerst binnen het thema van deze dagen. Uiteraard is het niet onze stiel iets te zeggen over BHV. Maar wat wel tot onze stiel behoort, is het ontwikkelingsbeleid. Als men dit verder regionaliseert, bijvoorbeeld omdat men het BHV-probleem niet kan oplossen, dan is dat Kafkaiaans. Wij vinden het goed dat Vlaanderen ook zijn deel doet zoals nu, maar als men verder gaat dan staart België naar zijn eigen navel en niet naar de belangen van het Zuiden. Dit wordt ondoenbaar voor de ontwikkelingsorganisaties en schaadt zonder meer het ontwikkelingsbeleid. Enige samenhang en logica mag toch niet te veel gevraagd zijn.

De sectorale onderhandelingen verlopen heftig. Ze zijn daarin niet verschillend van de interprofessionele onderhandelingen.

Opnieuw pakken de werkgevers het hard aan, opnieuw tonen ze zich stalen onderhandelaars.

Op 21 december hebben wij massaal betoogd tijdens de interprofessionele onderhandelingen. En in sommige sectoren moet gewoon gereageerd of gestaakt worden. Al liepen en lopen in sommige sectoren de kameraden wel heel vlug van stapel. Is het om zich een profiel te geven? Ik weet het niet, maar het is meestal om net zoveel binnen te halen als stond in het interprofessioneel voorakkoord dat ze verworpen hebben.

Want wat meen ik tot nu toe te mogen vaststellen ?
Daar waar er al akkoorden bereikt zijn, komen die rond de
4,5 % loons- of inkomensverhoging, een beetje erboven hier, een beetje eronder daar, naargelang de economische situatie van de sector.

Daar waar de werkgevers geen akkoord willen, moet actie gevoerd worden. Sommige werkgeversfederaties vragen er gewoon naar. En dan staan de meeste onderhandelingen van de commerciële diensten nog in een prille beginfase. En de bedienden hebben het met deze norm, rekening houdend met de barema’s, die door de werkgevers veel te hoog aangerekend worden, extra moeilijk.

Graag steunen wij al diegenen die nog voor moeilijke onderhandelingsweken staan.



Vriendinnen, vrienden,

Laat het duidelijk zijn : deze loonsverhogingen zijn op dit ogenblik zeer verantwoord.

Vele sectoren en ondernemingen hebben in lang niet zo’n goeie tijden gekend. Sommige sectoren proberen het nog, maar kunnen de weelde niet verbergen.

Ook de bedrijfsleiders eigenen zich ruim hun deel toe van de fraaie economische resultaten. Ze zeggen dat ook verdiend te hebben. Wat zouden zij zeggen van een nieuwe loonnorm? Het gewogen gemiddelde van de inkomensstijging van de bedrijfsleiders hier en in de drie buurlanden. Ze zeggen toch dat die een goede weerspiegeling is van de bedrijfsresultaten.

Loonsverhogingen zijn ook economisch verantwoord. Nog pas vorige week wees het IMF op de grote onevenwichten in de wereldeconomie. Eén zo’n onevenwicht is dat Europa te weinig groei kent. Want ook te weinig verbruik. België is een uitzondering die de stelling bevestigt : hogere groei in 2004, want ook hoger verbruik. Maar elders sparen de mensen, vooral uit onzekerheid.
Het Nederlandse en het Duitse beleid bijvoorbeeld verarmen hun bevolking, maar verarmen ook hun economie. Dat soort sociaal afbraakbeleid willen wij hier niet omdat het de wereld en de economie op zijn kop zet.

[Dat schept een eigenaardige spiraal : ondernemingen maken mooie winsten, maar beleggen dat geld of kopen er hun eigen aandelen mee, ze investeren dat niet omdat de mensen niet kopen. Productie is er nochtans voor consumptie. Henry Ford wist dat heel goed : auto’s kopen geen auto’s. En computers doen geen lingerie aan, alleen schermen.]

Vrienden, vriendinnen,

We hebben hier horen spreken over ‘grenzen aan grenzen’ en ‘werken aan werk’. Nog interessanter is de kruising van die woorden : ‘werken aan grenzen’ en vooral ‘grenzen aan werk’ – grenzen aan de loopbaan.

Dit debat, dit eindeloopbaandebat komt eraan, en het komt er, zo te zien, nog altijd iets vlugger aan dan de beloofde 200.000 jobs.

Wij hebben dat debat terdege voorbereid, wij hebben onze opvattingen daarover vastgelegd, eensgezind, in vier grote punten. Ook samen met de collega’s van het ABVV.

Eén. Wij vinden niet dat de discussie moet gaan over de pensioenen, niet over de pensioenleeftijd, en niet over het pensioenbedrag. Dat moet eigenlijk verbeterd worden : welvaartsvast gemaakt worden en beter geregeld voor deeltijdsen en werknemers met tijdkrediet.

Twee. Wij willen de werkgelegenheid – de werkzaamheids-graad, zegt men tegenwoordig – graag zien omhoog gaan. Wij pleiten tenslotte al jarenlang voor een actieve tewerkstellingspolitiek.

Méér werk willen wij nu eerst zien voor wie nu geen werk heeft : voor de 600.000 werklozen, en in de eerste plaats voor werkloze jongeren en allochtonen.

Drie. Wij hebben er niks op tegen dat mensen langer of later werken, maar ze moeten het niet enkel willen, ze moeten het ook mogen (van de werkgevers), en ze moeten het ook kunnen. Het werk moet van die aard zijn en blijven dat men er ook oud kan in worden, zoals Kuifje en Herman De Croo.

Daarom zeggen wij dat niet zozeer een eindeloopbaanbeleid nodig is, dan wel een loopbaanbeleid.

Naar vier. De brugpensioenregelingen moeten blijven. Ze zijn en blijven nodig bij herstructureringen, voor een sociaal en verdiend loopbaaneinde, om te vermijden dat mensen, na vele jaren, gemakkelijk en goedkoop afgeserveerd worden.

Vriendinnen, vrienden,

Zo vierkant als we voor meer werk en een goede loopbaan zijn, zo vierkant zijn we tegen afbouw van het brugpensioen.

We weten wát we willen. We moeten nu zien hóe we dat willen bereiken – met welke aanpak.

Welke aanpak?
Van buitenaf of van binnenin ? Van buitenaf duwen of binnenin wegen ? Van buitenaf de beslissingen proberen te beïnvloeden? Of van binnenin de oriëntaties mee gestalte geven ?

Een eerste voorwaarde is een belastende voorwaarde, een belastingvoorwaarde – de discriminatie van nieuwe gehuwde bruggepensioneerden.
Wel collega’s, vrienden, de beslissing hierover is nog niet genomen en ze staat nog niet op papier, maar dit punt hebben wij zo goed als binnen.
Niemand ontkent nog dat het wel degelijk een discriminatie is. Niemand vindt nog dat die discriminatie moet blijven voortbestaan, zelfs Verhofstadt heeft het al gezegd in zijn wekelijkse persconferentie en vooral, geen enkele politieker durft ons hierin nog tegen te spreken.

Ook op een tweede punt krijgen wij gelijk. Wij hebben van meet af aangedrongen op werk voor jongeren, op maatregelen tegen de jeugdwerkloosheid. Vorige week heeft de federale regering beslist dat ze dat ook zal doen. Ik hoop alleen dat ze het dan goed doen en niet zoals met de jobstudenten, door hun jobs nog goedkoper te maken. Natuurlijk is het goed dat studenten een centje bijverdienen, maar niet dat zij goedkope arbeidskrachten worden die de kansen op werk van de jonge werklozen afnemen. Dat is dan niet de fout van de jobstudenten, maar de fout van de regering.

Juist daarom beste vrienden, ge kunt de politici niet alleen laten, ook in het eindeloopbaandebat niet. Want zij huldigen gevaarlijke stellingen en de lobbying vanuit werkgevershoek wordt er alleen maar groter door.

Ik kan mij bijvoorbeeld niet voorstellen dat wij ons als ACV-ers goed zouden voelen in een situatie waar de regering wel wat belooft voor de welvaartsvastheid van de pensioenen. Daar zij wij op zich natuurlijk voor. Maar als dit moet dienen om ons te paaien om intussen als regering een grote slag te slaan in de eindeloopbaan, dan staat ons dat niet aan. En dan zouden wij kunnen zeggen. WIJ hebben dit niet beslist, WIJ zijn niet verantwoordelijk. Het is de regering. Om dan na een paar symbolische acties die ons nog wat kruimels opleveren vast te stellen dat de wonden in ons sociaal systeem wel diep zijn, maar wij toch onze eer gered hebben. Ik zie ons dat niet doen.

Ik denk dat wij als ACV onze rol moeten spelen, De discussies van nabij mee richting te geven. Dat geeft ons de meeste garanties, zelfs al kan je met onderhandelen niet altijd een win-win situatie creëren, en al kan je voor dit type onderhandelingen niet vanuit een eisencahier vertrekken en al is het zoals zo dikwijls in het leven nemen en geven. Dan nog denk ik dat wij beter af zijn met niet aan de kant te gaan staan.

De vraag is natuurlijk, wat is het echte doel van de bespreking? Of wat is het doel van de gesprekspartners? En dan kijken wij in de richting van politici en werkgevers. En ik zal daarover bijzonder duidelijk zijn.

Als het hen te doen is om de eindeloopbaandiscussie te gebruiken om fasegewijs onze sociale bescherming af te bouwen op zijn Duits of op zijn Hollands, dan hebben ze het ACV tegen.

Als het integendeel de bedoeling is te zoeken naar goede formules om de werkzaamheidsgraad omhoog te krijgen. Om genoeg volk aan het werk te hebben om ons sociaal systeem goed te onderhouden, dan kunnen wij meezoeken. Want dan zijn er meerdere maatregelen voor alle leeftijden mogelijk. Maar nogmaals : de brugpensioenen moeten blijven. Wij hebben ze nog altijd nodig, en wij willen ook dat de werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen – ook wanneer uitstaprechten in de toekomst meer op basis van een bepaalde omschreven loopbaan zou geregeld worden.

Met mensen van goede wil is een oplossing mogelijk. Maar dan moet er niet geforceerd worden, niet in de timing, en niet inhoudelijk. En dat kan, als men onder meer vanuit de zogenaamde biechtprocedure een basisnota maakt met punten die voor iedereen kunnen, maatregelen die niet kunnen en maatregelen die bespreekbaar zijn. Dan zou aan het einde van de vakantie een ontwerpdokument kunnen klaarliggen, en kan in het najaar het echte overleg beginnen.
De kwestie is belangrijk, delicaat en moeilijk maar niet zo dringend. Het komt erop aan er een goede oplossing aan te geven, Want ook hier geldt de oude Vlaamse leuze: haast en spoed zijn zelden goed.

Vriendinnen, vrienden,

Dit waren mooie Vlaamse ACV-dagen, het congres van het VRC, het Vlaamse ACV. De ploeg onder leiding van Ilse Dielen, Kris Van Elsen en Marc De Wilde heeft dit prachtig gedaan. U allen heeft dit knap gedaan. Maar ook deze mooie dagen duren niet lang. Maar gelukkig kan ik u al nieuwe mooie dagen aankondigen voor eind volgend jaar: het volgende ACV-congres op 19, 20 en 21 oktober 2006 in Oostende.

Het thema hou ik nog even als verrassing, maar zeker is nu al dat de klemtoon zal liggen op wat onze basismilitanten denken over de economische en sociale ontwikkelingen.

Een fiere voorzitter dank U allen en wenst u goed thuis. En inmiddels: gezondheid op de receptie.