Commentaar tav Wordt Vervolld-artikel betfeffende vreemdelingenbeleid minister Verdonk by Astrid Essed Thursday, Mar. 17, 2005 at 6:08 AM |
In zijn in het maandblad Wordt Vervolgd gepubliceerde artikel tav het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk getuigt de heer Mulder van een impliciete bagatellisering van de ernstige humanitaire implicaties van het betreffende beleid.
Beste Indymedia lezers,
Zoals u aan onderstaande kunt zien heb ik een kritisch commentaar geschreven op een recentelijk in Wordt Vervolgd [maandblad van Amnesty International Nederland [dd maart 2005 ] gepubliceerd artikel van de heer G. Mulder tav het vreemdelingenbeleid van de Nederlandse minister Verdonk, getiteld ''Rita Verdonk, Strenge meesteres asiel & integratie.
Eveneens zal het u opvallen, dat ik in mijn inhoudelijke kritiek een aantal citaten van de betreffende publicist heb verwerkt.
Hoewel deze citaten mi grotendeels representatief zijn voor het door Mulder ingenomen standpunt tav het vreemdelingenbeleid van Verdonk, wil ik u ten behoeve van een objectieve beoordeling van mijn commentaar en zijn artikel toch aanraden een en ander zelf te lezen.
In dit verband verwijs ik u naar het recente nummer van Wordt Vervolgd [maart 2005, jaargang 38, bladzijde 7 t/m 9
Het was mij helaas niet mogelijk, het artikel van de heer Mulder op deze pagina te downloaden
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Bij dezen mijn kritisch commentaar:
Aan de heer Mulder, gastauteur Wordt Vervolgd dd maart 2005
Geachte heer Mulder,
Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende.
Ik heb uw in Wordt Vervolgd dd maart 2005 verschenen artikel betreffende het door minister Verdonk gevoerde vreemdelingenbeleid, getiteld ''Rita Verdonk, Strenge meesteres asiel en integratie'' met grote belangstelling gelezen.
Bij dezen wil ik graag de vrijheid nemen hieromtrent enkele kritische kanttekeningen te plaatsen, waarbij ik nader zal ingaan op de ernstige gevolgen van het door minister Verdonk gevoerde vreemdelingenbeleid, toegespitst op de uitzettingsmaatregelen.
Voor de overzichtelijkheid zal ik mij tevens bedienen van enkele citaten van door u in uw artikel gemaakte opmerkingen.
Mijn voornaamste kritiekpunt tav uw artikel is, dat u zich zowel door uw uitspraken als het ontbreken van relevante achtergrondinformatie over het betreffende onderwerp schuldig maakt aan ernstige bagatellisering van de aard en gevolgen van de door minister Verdonk genomen uitzettingsmaatregelen.
A Uw citaten:
Alvorens in te gaan op het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk, wil ik hierbij graag enkele citaten van de door u gedane uitspraken vermelden:
Citaat 1:
''Neem het voornaamste pijnpunt in Verdonk's hoofdpijnportefeuille, de door haar beoogde uitzetting van 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers.
Het klinkt hard, maar uitzetting is wel de logische en duidelijke consequentie van het gegeven, dat de lange asielprocedure uiteindelijk negatief is uitgepakt voor de aanvrager.
Wie die consequentie niet wil aanvaarden, zou moeten betogen, dat ook in het geval van een negatieve beschikking de aanvrager een verblijfsvergunning verdient.
Dat zou de asielprocedure onzinnig en overbodig maken.''
Citaat 2:
Verdonk is niet in de kuil getrapt, die critici van het vreemdelingenbeleid voor haar en al haar voorgangers hebben gegraven. Dat is namelijk het moeilijk te pareren verwijt dat de minister in zijn of haar ivoren toren geen oog heeft voor het leed, dat door het beleid wordt aangericht in afzonderlijke levens van mensen van vlees en bloed''
Citaat 3:
''Een minister kan al snel in een moreel lastig parket komen door het verwijt lak te hebben aan individuele drama's. Verdonk heeft zich voor dit verwijt onkwetsbaar gemaakt door zich publiekelijk vast te leggen op hoogstpersoonlijke beoordeling van enkele van de 26.000 dossiers op humanitaire gronden. En ziedaar: van de achtdduizend gevallen die tot dusver zijn behandeld hebben ruim vierhonderd uitgeprocedeerden intussen al door Verdonks hoogstpersoonlijke beschikking het felbegeerde papier gekregen''
Citaat 4:
''Zo voert de schijnbaar strenge meesteres in de praktijk een vrij gematigd en redelijk beleid, een illustratie voor de stelling, dat de soep niet altijd zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend''
Citaat 5:
Met een verwijzing naar de door de voormalige staatssecretaris van Justitie J. Cohen in het leven geroepen stringente vreemdelingenwetgeving dd 2000 merkt u tenslotte op
''Niettemin zijn Cohen en Verdonk ondanks de schijnbare tegenstelling loten aan dezelfde stam: het pragmatisme in de Nederlandse politiek. Dit pragmatisme dicteert in de uitvoering van het beleid een bepaalde middenweg, die losstaat van de uiteenlopende politieke visies, waarvan de dominante om de paar jaar kunnen wisselen''
Einde van uw citaten
B Het karakter van uw betoog:
Opvallend is, dat u in uw gehele betoog waarvoor bovenstaande citaten representatief zijn, niet alleen ten onrechte doet voorkomen, dat het door minister Verdonk gevoerde beleid weliswaar stringent is, maar in overeenstemming is met de internationale rechts en verdragsregels ten aanzien van vluchtelingen, maar daarenboven de fundamenteel-onjuiste indruk wekt, dat de kritiek op haar beleid slechts gebaseerd zou zijn op het feit, dat zij al dan niet haar ogen zou sluiten voor individuele schrijnende gevallen.
Echter, de essentie van de op haar beleid te leveren kritiek is gebaseerd op het feit, dat haar uitzettingsmaatregelen in belangrijke mate in strijd zijn met het Internationaal Recht, hetgeen nergens in uw betoog aan de orde gesteld wordt.
Te uwer informatie:
C Het terugkeer-beleid van minister Verdonk
Hoewel de door u gemaakte opmerking, dat de genoemde 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers juridisch-technisch gezien geen verblijfsgrond meer in Nederland hebben, op het eerste gezicht plausibel lijkt, spelen er echter twee belangrijke factoren een rol, die uw redenering ten enenmale ontkrachten.
1 De economische en sociale binding met Nederland
In de eerste plaats verliest u uit het oog, dat deze maatregelen betrekking hebben op een aanzienlijke groep asielzoekers, die veelal de dupe zijn geworden van de vaak trage en bureaucratische afhandeling van hun asielprocedure en ten gevolge hiervan in de meeste gevallen reeds jarenlang in Nederland wonen.
Het is evident, dat het bestaan van deze mensen, die middels werk, gezin en in Nederland geboren schoolgaande kinderen een sterke binding hebben met de Nederlandse samenleving door deze maatregelen geheel wordt ontwricht, hetgeen met name vanuit sociaal-humanitair oogpunt onacceptabel is.
2 Refoulement:
Hetgeen echter van fundamentele betekenis is en niet door u in uw artikel genoemd wordt is het feit, dat een aanzienlijk aantal asielzoekers reeds zijn uitgezet of dreigen te worden uitgezet naar onveilige landen of gebieden, waarbij sprake is van een mogelijke bedreiging van de veiligheid en de mensenrechten van de uitgezette asielzoekers, hetgeen internationaalrechtelijk verboden is, nog afgezien van de aperte inhumaniteit in dezen [het verbod op refoulement is internationaalrechtelijk vastgelegd in artikel 3, EVRM, artikel 33 van het VN-Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen en in de VN Conventie tegen Marteling]
Somaliers en Afghanen:
Dit heeft in het byzonder betrekking op Somaliers en Afghanen, aangezien er in grote delen van beide landen sprake is van een onveilige situatie, grotendeels veroorzaakt door burgeroorlogen, twisten tussen krijgsheren en het ontbreken van een sterk en effectief centraal gezag.
De onveilige situatie van bovengenoemde landen is bevestigd in diverse rapporten van zowel de ex-VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, de Nederlandse ex-premier Lubbers als de Secretaris Generaal van de VN, Kofi Annan.
Hoewel de ministerraad op 11 februari 2005 via een persbericht een tijdelijke uitzettingsopschorting [tot 1 juli 2005] bekendmaakte tav Somalische asielzoekers, die niet afkomstig zijn uit Somaliland, Puntland en Zuid-Mudug, is uit VN-rapportages gebleken, dat er eveneens sprake is van een onveilige situatie in de gebieden naar welke de uitzetting niet is stopgezet, te weten Somaliland, Puntland en Zuid-Mudug.
Liberianen en Tsetsjenen:
Betreffende andere groepen asielzoekers zoals Liberianen en Tsjetsjenen is er eveneens sprake van een groot veiligheidsrisico, hetgeen grotendeels wordt veroorzaakt door de aldaar aanwezige oorlogssituatie.
Niet alleen echter vindt de uitzetting van Liberianen en Ttsjetsjenen nog steeds doorgang ondanks de apert onveilige situatie, tevens snijdt de oplossing van minister Verdonk om Tsjetjenen uit te zetten naar Rusland in plaats van naar het onveilige Tsjetjenie, geen enkel hout.
In de eerste plaats is de mensenrechtensituatie in Rusland eveneens zeer zorgwekkend, in de tweede plaats is er zowel van de kant van de officiele Russische politiek als van de kant van het publiek sprake van sterke anti-Tsjetsjeense sentimenten, hetgeen eveneens een expliciete bedreiging is voor de veiligheid van de naar Rusland teruggestuurde Tsjetjenen.
Cynisme van een minister:
Cynisch is tenslotte de argumentatie van minister Verdonk ter verklaring van het feit dat zij ondanks haar erkenning van de onveilige stuatie in grote delen van Afghanistan en Liberia, toch haar uitzettingsbeleid tav deze groepen voortzet, aangezien zulks eveneens gedaan wordt door andere Europese landen.
Kennelijk huldigt zij het fundamenteel-verkeerde standpunt, dat ernstige schendingen van het Internationaal Recht zijn toegestaan wanneer zij eveneens door andere landen worden gepleegd, hetgeen in strijd is met het internationaalrechtelijke grondprincipe, dat de ene gepleegde illegale daad niet mag worden beantwoord of nagevolgd door een andere illegale daad.
Protesten:
Het is dan ook tegen het licht van een dergelijk vreemdelingenbeleid, dat u de hiertegen gerezen protesten dient af te meten, niet alleen van de kant van de Nederlandse vluchtelingen, kerkelijke en mensenrechtenorganisaties alsmede van de kant van de klein-linkse Nederlandse partijen en de progressieve vleugel binnen de PvdA, maar ook van de kant van de meerderheid van het Nederlandse publiek, dat met name verontwaardigd was vanwege de uitzetting van grote groepen asielzoekers, die gedurende een aanzienlijk aantal jaren in Nederland hadden gewoond en gewerkt en zo hun bijdrage geleverd hadden aan de Nederlandse economie.
Rapportage mensenrechtenorganisaties:
Verder wil ik u in dit verband nog graag wijzen op de betreffende het Nederlandse asielbeleid uitgebrachte rapportage van de internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch [http://www.hrw.org, Europe, The Netherlands]
Met name is voor u in dit verband de door Human Rights Watch geschreven brief aan minister Verdonk dd 13-2-2004 interessant.
Eveneens is wellicht voor u interessant kennis te nemen van de door Amnesty International met de minister gevoerde correspondentie inzake medische aspecten vreemdelingenbeleid en inzake huiselijk geweld en asiel [zie http://www.amnesty.nl]
Van u als een in een blad als Wordt Vervolgd publicerend auteur mag verwacht worden, dat u aan bovengenoemde aspecten, die door een groot aantal rapporten worden bevestigd, bij de analyse van het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk op adequate wijze aandacht besteedt.
Uw artikel gaat niet alleen voorbij aan de meest essentiele problematiek rond de uitzettingsmaatregelen van mevrouw Verdonk, namelijk de manifeste schendingen van het verbod op refoulement, daarenboven wekt u bij de gemiddelde Wordt Vervolgd-lezer, die niet op de hoogte is van de internationaalrechtelijke aspecten van het door landen te voeren vreemdelingenbeleid ten onrechte de indruk, dat het door minister Verdonk gevoerde beleid weliswaar streng, doch rechtvaardig is.
Ik spreek dan ook de hoop uit, dat u zich bij volgende publicaties over dit onderwerp zult baseren op bovengenoemde internationaalrechtelijke aspecten, hetgeen zal leiden tot een meer verantwoorde en correcte beschouwing van het zowel in Nederland als in de andere EU-landen gevoerde vreemdelingenbeleid.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam