Bij het einde van de staking van AGC by Raf Verbeke Wednesday, Mar. 16, 2005 at 12:30 PM |
Bij het einde van de staking bij Splintex.AGC hier een poging tot vertaling van de opinitekst van Victor Martin, secretaris ACOD-Gazelco uit Charleroi zoals eerder op Indymedia gepubliceerd.
Wat een verschil, of eerder, wat een onverschilligheid
VICTOR MARTIN (CGSP), secretaris ACOD-GAZELCO Charleroi, naar aanleiding van de staking bij AGC Automotive (ex-SPLINTEX). (La Libre Belgique 14/3/05)
Hoe kan men onverschillig blijven bij wat er al sinds zo lange tijd gebeurt in onze bedrijven, en hoe het alle dagen verergert? Hoelang nog zullen de arbeiders en hun vertegenwoordigers alleen staan in hun confrontatie met de economische macht van de multinationals, zonder dat de democratische politiek (zo noemt men dat hier) zich aan hun zijde schaart i.p.v. zich te laten ‘gijzelen’ (dat heb ik al gehoord) of te plooien naar de dictaten van de multinationals ? Dat is wat ik mij, met anderen trouwens, afvraag n.a.v. het sociaal conflict bij AGC Automotive, in staking om zich te verzetten tegen de Japanse multinational ASAHI die 284 arbeiders op straat wil zetten (met een orderboek dat volzit tot in 2008) .
Wat de arbeiders van AGC Automotive vandaag meemaken is slechts het zichtbare topje van een immense sociale ijsberg die dag na dag meer aangroeit en die zich slechts kan vergroten met de globalisering. De herstructurering van het wereldeconomisch apparaat , gevolg van de neoliberale ideologie die dat rechtvaardigt, gaat onverminderd door. En dat maken we mee keer op keer de afgelopen jaren. Denken we aan Carnoy in Vlaanderen, Electrabel in Henegouwen, en nog heel wat anderen.
We zien dezelfde angst voor de toekomst zowel bij diegenen die opstaan om een blok te vormen tegen de ontslagen, de sluitingen, de delocaliseringen als bij diegenen die dit alles gelaten laten passeren.
Komt die angst voort uit egoïsme of enkel uit een schrijnende afwezigheid van democratie op de werkvloer, in de dagelijkse omgeving van de mensen, in de instellingen, in het economische leven, in de maatschappij ? Of, is ze het gevolg van de leegte van de instellingen die moeten of zouden moeten dienen als bescherming voor de democratische rechten van de werkers en van de burgers: het Parlement, Justitie, regeringen, het Sociaal Overleg,…
Staken de arbeiders voor hun plezier ? Zonder inkomen sinds 2 december. Worden ze gemanipuleerd door ik weet niet wie of wat ? Zetten zij spelenderwijs hun welzijn en de toekomst van hun gezinnen op het spel ? Wie zou dat durven beweren ? Je moet zot zijn om het zelfs maar te denken.
NEEN, de arbeiders bij Splintex AGC aanvaarden het noodlot niet, integendeel, zij nemen hun verantwoordelijkheid. Zij weten dat zij, door de werkgelegenheid met zoveel vastberadenheid en moed te verdedigen, strijden voor sociaal welzijn, die op hun beurt de fundamentele doelen van onze instellingen en van de democratie zijn. Maar over welke democratie gaat het hier ? Een democratie waarbij men kan stemmen voor ontslagen die ons worden opgedrongen door criteria zonder mogelijk debat, behalve om te weten welke personen op zwarte, grijze of witte lijsten worden geplaatst ? En door managers die ons plannen willen doen slikken, waarop geen enkele controle mogelijk is ? Behalve na de brokken, zoals bij Sabena. Als ‘De Markt’ weer eens beslist heeft !!! Waarom kan dit democratisch systeem niet langer de publieke gelden die geïnvesteerd zijn in de bedrijven (geld van de belastingbetalers) controleren ?
Kunnen wij aanvaarden dat de inspanningen van de arbeiders om de productiviteit te verhogen en zich te plooien naar de flexibele patroonseisen, zich alleen vertalen in een vergroting van het bedrijfskapitaal zonder evenwicht met de lonen en zonder werkzekerheid ? Kunnen we nog dulden dat er geen enkele sanctie volgt in het geval van delocalisering ?
Het is net in ondernemingen als bijvoorbeeld AGC Automotive, dat deze vragen gesteld worden zonder echte antwoorden. Deze vragen leren ons hoe de vrouwen en mannen, als producenten dag na dag belangrijker worden in het succes van de onderneming, zonder rechtvaardige en evenwichtige compensaties in ruil te krijgen. Dat is toch wat de arbeiders vaststellen in verband met de geglobaliseerde economie van de laatste jaren.
Cijfers vanuit de Raden van Bestuur geven geen antwoord op die vragen.. De instellingen hebben minder en minder vat op wat er werkelijk gebeurt op en rond de werkvloer. Dwangsommen moeten de wil van de patroon opleggen (en dan nog nooit geziene, buitensporige bedragen), uitgesproken op basis van eenzijdige verzoekschriften bij de rechtbank. In een regio die zwaar getroffen wordt door de werkloosheid. Tegen mensen die vechten voor hun recht op een job ?
Om te vermijden dat deze staking een ‘wanhoopskreet’ wordt in de ‘wanorde van de markt’, is het aan ons (de arbeiders en hun vertegenwoordigers) om vanaf nu lessen te trekken uit de houding van de arbeiders van Splintex, uit de vastberadenheid tegenover de multinationals en hun ‘rationaliseringen’, tegenover de medeplichtigheid en inmenging van het Ministerie van Justitie en van het Ministerie van Arbeid, die zich aan de zijde van de werkgevers geschaard hebben om deze ontslagen aan de arbeiders op te leggen.
Zonder een mondiaal syndicalisme, met afspraken en organisatie voorbij de nationale staatsgrenzen, zullen vakbonden en “linkse” regeringen altijd te laat komen om een alternatief te bieden. De economische democratie staat vandaag op het spel. De vrijheid om al dan niet zijn werkkracht te verkopen, individueel of collectief is een vrijheid die de Staat beperkt.
Voor de neoliberalen zijn alleen ideeën die in het voordeel zijn van de economische machten ‘sociaal en modern’. Ze zijn tegen staatsinmenging om elke rem op de vrije ontwikkeling van het kapitalisme af te schaffen en om de beurswinsten en de geldhonger van de aandeelhouders te verdedigen. Maar als ze geconfronteerd worden met een andere democratie, gebaseerd op onderlinge hulp en solidariteit onder de arbeiders, familiale zorg, bescherming van het leven en werkrelaties en menselijke relaties op lange termijn, veranderen zij het geweer van schouders en zijn het staatsinterventionisten
De arbeidersbeweging, met steun van de andersglobalisten die opkomen voor “een andere wereld” en “een ander Europa” dat mogelijk is, staan voor de dringende taak om het debat met de politieke wereld over de economische democratie nieuw leven in te blazen.
De houding van de arbeiders van AGC Automotive geeft ons belangrijke sleutelelementen voor de ontwikkeling van de economische democratie en voor de arbeiderscontrole die noodzakelijk is voor het behoud, het creëren en verdelen van werk. Het gebrek aan WERK is één van de centrale problemen van onze samenleving. De weigering om ontslagen te aanvaarden die alleen aandeelhouders ten goede komen het gebruik van belastingsgeld om jobs te vrijwaren zijn twee noodzakelijke voorwaarden om het doel te realiseren dat de Belgische overheid zich gesteld heeft met de spectaculaire slogan van de 200.000 nieuwe banen .
In dat kader moeten twee wetsvoorstellen die uit de syndicale beweging zijn voortgekomen dringend in overweging genomen worden: het wetsvoorstel Decroly en het wetsvoorstel dat de syndicale vrijheden betreft. Deze twee wetsvoorstellen werden uitgewerkt door basismilitanten en syndicale verantwoordelijken. Na verschillende gevallen van misbruik van dwangsommen tegen stakingen en ontslagen van vakbondsmilitanten bij bedrijfsherstructureringen. Het wordt dringend tijd om een wet te maken tegen inmenging van burgerlijke rechtbanken in sociale conflicten.
De neoliberale globalisering laat niet veel tijdverlies toe. Ik roep alle politieke verantwoordelijken op zich te informeren over deze twee wetsvoorstellen en aan de kant van de arbeiders te gaan staan, aan de kant van alle arbeiders en die van AGC Automotive in het bijzonder. Het verlies van jobs moet gestopt worden. Dat volgt logisch uit de eisen en verklaringen van het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre, en elders waar ‘dat er een andere wereld mogelijk is’ duidelijk werd geproclameerd.
De tijd van praten is voorbij. Deze slogans moeten in de praktijk omgezet worden.. Dat zal niet gemakkelijk zijn. Maar des te meer mogelijk voor wie vrijheid, solidariteit en het recht op waardig werk de basis van een echte democratie is !!!
Internationale Solidariteit by Stefan Roumen Wednesday, Mar. 16, 2005 at 1:32 PM |
In “Het Belang van Limburg” verscheen er op dinsdag 15 maart een artikel over de nakende beslissing bij AGC Automotive. Reeds meer dan drie maanden staken de arbeiders van dit bedrijf om hun werk te kunnen behouden, nadat multinational ASAHI dreigde om 284 mensen te ontslaan.
Wat was de reactie van de vakbonden in het algemeen ? En wat was de reactie van de vakbonden ACV en ABVV in Limburg in het bijzonder ?
Wij citeren eerst Theo Vangompel van het ACV. Volgens hem is de ‘escalatie’ vooral het gevolg van de Waalse syndicale mentaliteit. Hij drukt het als volgt uit: “Die is nog erg gekleurd door de klassenstrijd. De tegenstelling tussen arbeid en kapitaal wordt er veel meer dan hier gecultiveerd. Terwijl wij eerder kiezen voor overleg, zullen de Walen eerder kiezen voor het conflict”.
Wat dat overleg bij ACV betekent hebben wij als eens mogen ondervinden bij een waarschuwingsactie bij het Lanakense papierfabriek SAPPI. Het ABVV had er opgeroepen tot een staking van ongeveer één dag om een beetje druk te zetten op de directie, aangezien de onderhandelingen al zolang aansleepten, zonder duidelijk resultaat. Zelfs de belofte van werkzekerheid kon er niet af.
’s Morgens om 5 uur stonden de werkers die bij ABVV aangesloten waren al piket. Toen de ochtendploeg daarna arriveerde besloot men de collega’s te overtuigen niet binnen te gaan. De staking werd goed opgevolgd, er was geen probleem, de actie werd globaal ondersteund door de arbeiders, zoveel was duidelijk.
Toen arriveerde er een vakbondsafgevaardigde van het ACV. Hij besloot de wachtende mensen toe te spreken en vertelde dat zijn vakbond in het geheel niet achter de actie stond en dat er een lijst aangelegd zouden worden van de werkwilligen. Dit zette wel enigszins kwaad bloed bij de anderen, die er stonden om zowel hun eigen rechten als die van hun collega’s van ACV te verdedigen. De ACV-afgevaardigde pleitte toen ook voor verder overleg, ook al was er al zolang niks uitgekomen. Dat is wat er gebeurt als bepaalde mensen, die eigenlijk de rechten van hun collega’s zouden moeten verdedigen, partij trekken voor de directie. Dan krijg je een vakbond pro-forma, een vakbond die zodanig is uitgehold dat het eigenlijk geen arbeidersbeweging meer is, maar een patronaal onderdrukkingsinstrument.
Maar ook ABVV valt niet altijd vrij te pleiten van dezelfde tendens: uit hetzelfde artikel over AGC Automotive uit “Het Belang van Limburg” citeren we het volgende:
“De rol van extreem-linkse groepjes die invloed proberen uit te oefenen op zo’n conflict en de actie willen recupereren, is volgens Tony Castermans (ABVV) zeer reëel. “Wij hebben dat ook in Genk meegemaakt. Je denkt dat die organisaties verdwenen zijn, maar plots zijn ze er weer. Zo werden in de weken na de aankondiging aan Ford Genk pamfletten uitgedeeld door Waalse jongeren””.
Wat leren wij uit dit citaat? Dat een vakbond als ABVV, die normaal gesproken toch het internationalisme zou moeten voorstaan èn propageren, niet tevreden is met enkele solidariteitsbetuigingen van jongeren uit Wallonië? En dat het conflict bij AGC Automotive nu in de schoenen van een radicaal-linkse groepering wordt gestoken? De waarheid is echter dat multinational ASAHI 284 arbeiders wilde afdanken, en dat de moedige werkers die daar al dik drie maanden aan het piket stonden elke steunbetuiging van wie dan ook genegen waren, vooral toen de grote bonden hen aanvankelijk negeerden. Zij steunden de arbeiders ook niet echt van in het begin in hun strijd. Hoopten zij dat het wel zou overwaaien indien het conflict werd doodgezwegen?
Wij, de mensen van de progressieve volksbeweging STA OP, vinden dat de vakbondstop een hypocriete houding aanneemt door te beweren dat ‘extreem-links’ mee aan de basis zou liggen van de sociale conflicten. Het is net doordat de grote bonden de arbeidersklasse links laten liggen dat radicalere groeperingen de kans krijgen om de vrijgekomen ruimte in te nemen. Het is net door het immobilisme van de grote bonden dat kleinere, authentiek linkse groepjes zich het lot van deze mensen moeten aantrekken. Want wie doet het anders ? Daarbij, wie zegt dat zij de staking willen ‘recupereren’? Is het geen goede zaak dat er zoveel mogelijk solidariteit wordt betoond in dit duidelijke geval van klassenstrijd, waar de arbeiders, bedreigd door het spook van de werkloosheid, tot het uiterste willen gaan om de werkgelegenheid in hun streek te behouden ?
Werden de nederlandstaligen soms weggejaagd bij AGC Automotive toen ze hun solidariteit gingen betuigen ? Nee toch, integendeel, de arbeiders wisten dat ze blij konden zijn met het beetje solidariteit dat er op gang kwam van over de taalgrens.
Waarom beklaagt iemand van ABVV zich dan dat er Waalse jongeren een pamfletje kwamen uitdelen bij Ford ? Waren ze misschien niet welkom ?
In dat geval denk ik dat binnen ABVV de discussie m.b.t. de internationale (en in dit geval interregionale) arbeiderssolidariteit opnieuw gevoerd moet worden. België is een klein land. Indien de werkers van Vlaanderen, Limburg en Wallonië niet eens meer solidair mogen zijn met elkaar, indien studenten en arbeiders elkaar niet mogen steunen in de strijd, wat blijft er dan nog over van het ideaal van arbeiderssolidariteit ? En hoe staat het dan met de Europese syndicale strijd tegen de groeiende macht van de multinationals en het financierskapitaal ? Indien de arbeidersklasse er niet in slaagt zich eerst Europees en vervolgens mondiaal te organiseren in een gezamenlijke strijd, schouder aan schouder, tegen de kapitalistische uitbuiting, de neoconservatieve fundamentalistische Amerikanisering en het extreem-rechtse zionisme en fascisme, waar zullen we dan eindigen ?