arch/ive/ief (2000 - 2005)

Parels voor de Zwijnen (3) Cultuur voor het plebs.
by frank colle Saturday, Mar. 12, 2005 at 1:19 PM

Afgelopen week werd een tipje van de sluier gelicht van wat het cultuurbeleid zou wezen onder Vlaams Behang-bestuur. De als elitair ervaren cultuurproducenten zouden het onderspit moeten delven ten voordele van de meer volksere.

Parels voor de Zwijnen (3)

Cultuur voor het plebs?

Uiteraard spreekt niemand meer van Entartete kunst -wie begrijpt die termen nog hé?- maar de bedoeling is wel hetzelfde. Niets nieuws onder de zon.
Veel commotie is er dan ook niet rond geweest. Nog het minst vanuit de culturele sector. Dat mag eigenlijk niet verwonderen. De consensus is immers reeds -lang geleden- bereikt.

Zo startte onze (=vlaamse !) kwaliteits -en cultuurkrant De Morgen bijvoorbeeld met een actie waarbij elke week bij de krant mits een extra toeslag, waarlijk een spotprijs, wereldliteratuur aan de man werd gebracht. Men zou er een nobele gedachte achter kunnen zoeken. De ontsluiting van wereldliteratuur ten voordele van Jan met de pet. Ware het niet dat zelfs politiek hoofdredacteur Yves Desmet ooit toegaf dat dergelijke acties voor een in tijden van grote crisis en concurrentiedrift belangrijke -zij het dan tijdelijke- meerverkoop zorgden. En waarom zou men veronderstellen dat dergelijke literatuur voordien absoluut niet én betaalbaar én binnen het bereik van onze Jan gelegen zou hebben? Tenzij het helemaal niet de bedoeling is die te bereiken natuurlijk. Maar daarover later meer.

De eerste in 2003 gestarte reeks betrof wat volgens De Morgen omschreven werd als ‘verboden literatuur’. Boeken dus die ooit om de één of andere reden nooit werden uitgebracht of na uitgave werden vervloekt, verkeerd begrepen, verbannen, als ontaard omschreven en verbrand werden enz. . Van de tweede reeks (‘liefde en lust’) is ondertussen het laatste exemplaar aan de man gebracht.

Zoals reeds gesuggereerd heeft de reden voor het uitbrengen van deze reeksen weinig van doen met antroposofe of zelfs maar bibliofiele overwegingen, tenzij men de reeksen als ritmische herhalingen mooioogend en welbehagend vindt staan op de boekenplank én daar dan ook nog intellectuele voldoening van krijgt. Zowaar een façadecultuur in het boekenlandschap. Maar ook dat is niet nieuw.

De uitgaven zijn heruitgaven. (Wat wordt nu nog verboden, gecensureerd?) In het geval van vertalingen, in dezelfde vertaling. Soms van werken die in een niet eens zo ver verleden reeds werden uitgegeven; die nog verkrijgbaar zijn én die nog in dezelfde prijscategorie vallen. Een boek van € 6 kan men bezwaarlijk echte concurrentie noemen voor een boek van € 10 -12, zelf al is de reële prijs dubbel zo duur of de helft goedkoper. De grootte van dit bedrag is, voor wie regelmatig boeken koopt (om ze te lezen) en dus prijsbewust is, verwaarloosbaar. Wie laat zich beïnvloeden door dergelijk prijsverschil van €6 / 240 Bef?
Het significant verlagen van de prijs heeft maar één gevolg, en dat is niet een beduidende meerwaarde, al is er aanzienlijke meerverkoop, maar juist een kwaliteitsverlaging. Daarom niet zozeer in hoofde van het product zelf, wel zeker in hoofde van de consument. Hoe komt het dat dit product, hier: dit boek, nu plots verkocht kan worden tegen de helft van de prijs? Wie bedriegt zijn klanten? Of zijn boeken -en dan nog wereldliteratuur- analoog als kledij onderhevig aan seizoensgebonden modeverschijnselen als om overproductie te verhullen, en moeten derhalve ook daar tijdig de rekken geledigd worden?
Het hanteren van dumpingprijzen heeft slechts tot gevolg dat de klant, de koper, ‘dump’ koopt. Minderwaardig goed. Zelf al betreft het hier resultaten van hoogstaande intellectuele arbeid. Men geeft een spotprijs aan datgene waarmee gespot mag worden; in dit geval wereldliteratuur. Het zal dan ook niet lang duren vooraleer de integrale reeksen te vinden zijn op allerhande rommelmarkten, tot zelfs bij het oud papier.

Behalve die ene gemeenschappelijke noemer, bv. ‘verboden boeken’, die overigens wel erg ruim te interpreteren valt, is er geen onderbouwde samengang in de gekozen werken.
Dat hoeft misschien niet, elk werk is immers eigen aan zichzelf; staat op zichzelf. Maar wie heeft na het lezen van die twintig boeken een beeld van wat ‘verboden’ is, of tenminste was? Is er een pedagogische verantwoording? Laat staan keuzeverantwoording en of duiding. Want ongetwijfeld zijn er nog een hele reeks andere titels en auteurs te vinden die onder bovenvermelde noemer vallen en die niet geselecteerd werden. Heeft/hebben de samensteller/s van de reeks ook stilgestaan bij het feit dat een boek als Ik Jan Cremer (Jan Cremer) een toch wel andere leescapaciteit, om niet te zeggen intellect en instelling van de potentiële lezer vergt dan bijvoorbeeld Lolita (Vladimir Nabokov) of Milan Kunderas Ondraaglijke lichtheid van het bestaan?
Wie heeft überhaupt die twintig boeken in deze uitgave weliswaar (uit)gelezen?
Ja, en wie wordt er uiteindelijk beter van? Voor wie of wat staat een De Morgen-lezer representatief, Jan met de pet?

Vraag is natuurlijk of dergelijke kwaliteitsverlaging te vergelijken valt met de omschrijving zoals bedoeld wordt in Entartete kunst? Is er een verschil tussen: volkse of volksverheven kunst voor volkse mensen, en ‘dump’ voor de burgers (tenminste de De Morgen-kopers/lezers? En is de stelling ook omkeerbaar: volkse kunst voor die burgers en ‘dump’ voor het volk?
Precair, maar toch. Het bekomen resultaat is -volgens mij wel- hetzelfde. Misschien kan De Morgen toch eens preciseren waar zij staat ?

Nu, wanneer meerverkoop van de krantenoplage en relatiegeschenken de enige motivatie voor het uitbrengen van dergelijke reeks(en) is, zijn we vlug uitgepraat. De Morgen is zich bewust van haar eigen marktsegment én de mogelijke rek op dit marktaandeel. Als één krant gemiddeld twee, zelfs drie lezers heeft kan de omzet op zijn minst verdubbeld worden.
Daarvoor mag, of moet zelfs wereldliteratuur wijken.

virtuele waarde
by Janpieter Chielens Sunday, Mar. 13, 2005 at 3:30 AM

Ik begrijp uw standpunt in de zin dat het de Morgen beschuldigt van commercieel-strategisch opportunisme.

Ten andere lijkt het mij anno 2005 niet immoreel vragen te stellen bij de leefbaarheid van een nationale nieuwskrant zonder zo'n commerciële strategie — ervan uitgaande dat het in het belang van de vrije en progressieve meningsuiting is, dat een nieuwskrant als de Morgen bestaat. De krant mag dan misschien wel terecht bij momenten een lifestylekrant genoemd worden, en wellicht niet zo progressief of kwalitatief als velen onder ons zouden willen, ze biedt wel (dankzij haar verleden) een breed, snel en groot forum voor een progressief publiek. Als we het over mediabereik hebben, brede opinievorming dus, heeft progressief Nederlandstalig België geen beter alternatief. De commercie is daarbij een zure appel, haar aanwezigheid moet op een breder politiek-economisch worden bekritiseerd.

Uw opmerking dat reeksen en dumpingsprijzen de intellectuele interpretatie van literatuur zouden bevlekken, vind ik onterecht. Met uitzondering van haar objectwaarde (die van grafische vormgeving, typografie en duurzaamheid), blijft een goed werk altijd een goed werk.
Wanneer bibliotheken Nabokov gratis aanbieden, worden zij om hun democratiserende functie geprezen. Wanneer pockets van klassiekers verschijnen, is dat een positieve drempelverlaging. Wanneer de Morgen diezelfde boeken aanbiedt omdat kranten in onze tijd nu eenmaal commerciele ondernemingen moéten zijn, is dat plots een contamineren van het literair erfgoed. Misschien —wie weet— is er wel iemand die zijn of haar lijfwerk ontdekt binnen die lelijke de Morgen-omslag. Het getuigt van een wantrouwen in de wereldliteratuur om te zeggen dat zij zo snel een modeverschijnsel wordt.

Akkoord, een bij-de-gazetboekje zal nooit een kleinood worden als een bibliofiele uitgave. Meer zelfs: een boek wordt beter door de kwaliteit van haar uitgave. Maar daar hebben we het echter over boektechnische, artistieke en communicatieve kwesties - en daar heeft u het niet over. De virtuele waarde, die van de pure vorm die elk kunstwerk in staat is te krijgen binnen een hoofd, functioneert onafhankelijk van banale factoren als kostprijs, of drijfredenen van de uitgever.

aanvuling/verduidelijking
by frank colle Monday, Mar. 14, 2005 at 9:12 PM

Mijn kritiek is zeker niet gericht tegen De Morgen als krant. Maar: wanneer men vanwege 'geen beter alternatief' (= minst slechte keuze) toch maar een zure appel te slikken krijgt bestaan er ook nog peren.

Wat ik met dit voorbeeld wou aantonen was dat commerciële overwegingen, en commerciële overwegingen alléén, zeer diep zijn doorgedrongen in ons alledaagse ervaren, handelen en denken. Wanneer dergelijke banale factoren daar de overhand hebben, wat zegt dat dan over onze politiek-economische samenleving?
Ze plaatsen en bekritiseren in een bredere context moet inderdaad ook gedaan worden. Laat maar horen.

Wat bibliotheken met democratie of een 'democratiserende werking' te maken hebben is mij een raadsel. Als men (hier) bij het literair erfgoed in se aan dergelijke (prijs)drempelverlaging moet doen, waarom sluiten ze de winkels, bibliotheken en musea 's avonds af, of waarom zijn er nog kassa's ?

Wat ik wil zeggen: er zijn betere manieren om iemands lijfwerk te laten ontdekken.
De uitwisseling van ervaringen bijvoorbeeld. So enlight me, waarom hoort Jan Cremer in hun/het lijstje thuis, en is hij niet juist een voorbeeld van een modeverschijnsel (of trendsetter zo u wil), waaraan alle literatuur, als zij die lezen, onderhevig zijn?
Zie bijvoorbeeld: Miskend talent, Paul Collins, Vassallucci Amsterdam 2001 (vert.); over in hun tijd beroemde en belangrijk geachtte artiesten/schrijvers/kunstenaars, maar nu als 'losers' bestempeld of gewoonweg vergeten..
Een zelf -én cultuurrelativerend boek.