arch/ive/ief (2000 - 2005)

ABVV: Een loopbaan voor iedereen … vooraleer over een eindeloopbaan te spreken
by ABVV Thursday, Mar. 10, 2005 at 2:05 PM

Na discussies met militanten en secretarissen van de vakcentrales en de gewestelijke afdelingen legde het ABVV de krachtlijnen van zijn standpunt vast, in het vooruitzicht van het eindeloopbaan.

Eerst banen

Het ABVV vindt dat de eindeloopbaanproblematiek niet kan opgelost worden zonder dat er eerst iets gedaan wordt aan de veel te hoge werkloosheid.

Men kan oudere werknemers toch niet vragen langer aan de slag te blijven als men niet tegelijkertijd naar oplossingen zoekt voor de jongerenwerkloosheid en voor de “ondertewerkstelling” van migranten en werknemers met een handicap.

Er moeten extra banen gecreëerd worden, niet door de lonen te verlagen, maar door een offensief concurrentiebeleid te voeren op basis van kwaliteit.

De vrouwen niet vergeten

De hoge werkloosheid is niet het enige probleem. De activiteitsgraad bij vrouwen ligt te laag. Vaak offeren zij hun carrière op voor de gezinstaken en ze betalen daar een hoge prijs voor: te weinig vorming, nep- of deeltijdbanen, weinig promotiekansen en op het einde van de rit een onvolledige loopbaan als ze de pensioenleeftijd bereiken.

Vrouwen moeten – op voet van gelijkheid met de mannen - aangemoedigd worden om hun loopbaan volledig te maken en ze moeten daarbij geholpen worden door de uitbouw en de correcte financiering van kinderopvang.

De hele loopbaan in het debat brengen

Volgens het ABVV moet de loopbaan in haar geheel bekeken worden zodat van bij het begin voorzieningen voor een serene eindeloopbaan kunnen getroffen worden.
Het debat moet dan ook gaan over

  • het recht op vorming voor iedereen

  • de verbetering van de arbeidsvoorwaarden

  • de verbetering van de mobiliteit binnen en tussen de ondernemingen en de sectoren, met behoud van verworven rechten

  • de middelen om zijn loopbaan te moduleren, zonder dat men uit de arbeidsmarkt gesloten wordt.

Een andere herverdeling van het werk

In plaats van de loopbaan te verlengen van diegenen die aan het werk zijn en daarbij de anderen aan de kant te laten staan, moet het werk anders herverdeeld worden.
Collectieve arbeidsduurvermindering blijft een fundamentele eis van het ABVV. Dit zou de werkloosheid daadwerkelijk verminderen, een zo groot mogelijk aantal kwaliteitsbanen garanderen (zodat werknemers niet voortijdig "opgebrand" raken) en het zou werknemers mogelijk maken hun loopbaan zo lang mogelijk te verlengen.

Dit betekent niet dat individuele werktijdverkorting moet uitgesloten worden, op voorwaarde echter dat dit binnen een collectief kader geregeld wordt.
Mensen moeten hun carrière kunnen moduleren in functie van hun gezin, hun gezondheid en ze moeten geleidelijk kunnen uittreden in plaats van plots uit de arbeidsmarkt gestoten te worden.

Pensioenen: geen paniek!

In het licht van het eindeloopbaandebat proberen sommigen opnieuw ongerustheid te zaaien over de leefbaarheid van ons pensioenstelsel.
Er is echter geen reden tot paniek: de pensioenen blijven perfect betaalbaar!
Het gewicht van de pensioenen is draaglijk voor een samenleving als de onze, die globaal genomen een rijke samenleving is die nog steeds groeit, wat men er ook moge van beweren.

De extra kost ten gevolge van de langere levensverwachting tegen 2030 bedraagt slechts 3,4% van het BBP. Dat is dus niet zo vreselijk veel.

De structurele financiering van het Zilverfonds is een positieve zaak, maar op lange termijn moet ook de financiering van de sociale zekerheid gewaarborgd worden, door middel van een aanvullende financiering, zoals bijvoorbeeld door een algemene sociale bijdrage.

Na een leven van werken moet iedereen de zekerheid hebben dat hij/zij een voldoende hoog pensioen zal kunnen genieten dat aan de welvaart gekoppeld is, evenals van kwaliteitsvolle gezondheidszorgen.

Behoud en verbetering van het brugpensioen

Oudere werknemers hebben geen schuld aan hun ontslag.
Het eindeloopbaandebat mag dan ook niet verengd worden tot het met de vinger wijzen van oudere werknemers die massaal op straat gezet worden door hun werkgever.
Daarom blijft het brugpensioen een sociaal onontbeerlijke bufferfunctie vervullen en moet men:

  • eerst proberen te voorkomen dat oudere werknemers afgedankt worden

  • als dit niet lukt, de kansen op een nieuwe baan verhogen

  • de brugpensioenregelingen behouden, harmoniseren en zelfs verbeteren.