arch/ive/ief (2000 - 2005)

Belgische Minimi-machinegeweren voor de Filippijnen: een spoor van bloed en gesjoemel
by Filippijnengroepen België Sunday, Mar. 06, 2005 at 6:16 PM

De Filippijnse regering heeft de levering van Minimi-machinegeweren door het Belgische bedrijf FN voorlopig opgeschort wegens het vermoeden van gesjoemel. Dat bloklettert de Filippijnse krant The Philippine Daily Inquirer op de voorpagina van haar editie van zondag 6 maart.

Hooggeplaatste bronnen in het Filippijnse leger klagen erover dat een eerste levering van 402 Minimi's in maart 2003 minstens 60 miljoen peso (bijna 1 miljoen euro) te duur betaald werd. FN leverde dezelfde machinegeweren immers veel goedkoper aan het leger van de Verenigde Staten. “De Filippijnen is het slachtoffer van gesjoemel,” morde een officier.

Maar het gaat om veel méér dan alleen maar corruptie. De vraag kan gesteld worden of het leveren van oorlogswapens aan het Filippijnse leger überhaupt wel kan. In 2002 stak een storm van verontwaardiging op over de levering van 5500 Minimi machinegeweren van FN aan Nepal. Dat land is in een bloedige burgeroorlog verwikkeld waarbij de regering een loopje neemt met de democratie en de mensenrechten. Wapens leveren zou ons land hieraan medeplichtig maken , redeneerden mensenrechtenorganisaties, de vredesbeweging en ontwikkelingsorganisaties terecht. Ondanks massaal protest ging de verkoop van de moordwapens toen gewoon door. De wet op de wapenhandel werd zelfs versoepeld om de wapenleveranciers ter wille te zijn. Pas vorige week, in de nasleep van de staatsgreep door de Nepalese koning Gyanendra, werden de Belgische wapenleveringen opgeschort.
In de Filippijnen zijn de regeringstroepen verwikkeld in niet minder dan drie lokale gewapende conflicten. Ze schenden daarbij op grove en systematische manier de mensenrechten.

Filippijnse en internationale mensenrechtenorganisaties beschrijven de betrokkenheid van het Filippijnse leger bij tientallen moorden en verdwijningen van activisten en vertegenwoordigers van progressieve politieke partijen. Op 16 november 2004 werden nog 7 boeren gedood toen eenheden van het Filippijnse leger en politie het vuur openden op een vreedzaam stakingspiket in Hacienda Luisita, in de provincie Tarlac.

De regering van presidente Gloria Macapagal-Arroyo kiest voor de harde hand in de gewapende conflicten met moslimrebellen en de communistische guerilla. De vredesonderhandelingen tussen de Filippijnse regering en het Nationaal Democratisch Front – waartoe de communistische guerrilla behoort – en met het Moro Islamic Liberation Front staan op een laag pitje. Op het zuidelijke eiland Sulu heeft het Filippijnse leger net een nieuw offensief ingezet tegen moslimrebellen. Daarbij werden meer dan 50.000 burgers op de vlucht gedreven.

Deze harde aanpak krijgt de steun van de Verenigde Staten. Die gebruiken de opstandbestrijding als voorwendsel om een permamente militaire aanwezigheid op de archipel uit te bouwen, als voorpost in de zogenaamde “oorlog tegen de terreur”.

De verontrustende mensenrechtensituatie in de Filippijnen is voldoende reden om de levering van Belgische Minimi's te veroordelen en op te schorten. Een eerste levering van 402 machinegeweren had plaats in maart 2003. De corruptie die met de aankoop gepaard ging is een bijkomende reden om een stokje te steken voor de volgende voorziene levering van 1700 Minimi machinegeweren, waarvoor het contract al getekend is. Want wie uiteindelijk de rekening betaalt, is het Filippijnse volk: niet alleen met belastinggeld, maar vooral met bloed.

Filippijnengroepen België roept de Belgische federale regering en de gewestregeringen op om dringend een moratorium in te stellen op wapenuitvoer naar de Filippijnen.