Duurzame ontwikkeling is een contradictio in terminis by Peter Tom Jones & Roger Jacobs Sunday, Feb. 27, 2005 at 11:15 AM |
Dit artikel verscheen in Streven, maart 2005, 195-208.
ABSTRACT - In het ecologische discours van de laatste twee decennia verdringt het sleutelbegrip ‘duurzame ontwikkeling' de voorheen dominante gedachte van ‘grenzen aan de groei'. ‘Duurzame ontwikkeling' laat zich gemakkelijk perverteren tot ‘ontwikkeling-als-groei', een race zonder eindstreep. In dit ‘strijddiscours' neemt men stilzwijgend aan dat de voordelen zowel geografisch als demografisch beperkt zullen blijven. Andere visies zijn daarom nodig. Deze moeten een mondiaal milieubewustzijn weten te koppelen aan een sociaal rechtvaardigheidsstreven.
Taal is macht. Wie erin slaagt zijn terminologie, zijn analysekader op te dringen aan een gemeenschap, bepaalt niet alleen voor een groot deel hoe men naar een complexe werkelijkheid kijkt, maar beïnvloedt ook de mogelijkheden die zowel beleidsmakers als (individuele) burgers kunnen zien om deze werkelijkheid te veranderen. Met betrekking tot het sociaal-ecologisch vraagstuk is dat niet anders. Tijdens de laatste twee decennia heeft zich een ware verschuiving in paradigma's voltrokken: van het discours rond ‘de grenzen aan de groei' uit de jaren zeventig naar het hedendaagse, uiterst dubbelzinnige begrip ‘duurzame ontwikkeling'. Het is onze overtuiging dat dit concept, in zijn gangbare betekenis, een rookgordijn optrekt rond de diepere oorzaken van het mondiale sociaal-ecologische vraagstuk. Om een aanzet te geven tot het vinden van rechtvaardige en ecologisch duurzame oplossingen, willen we proberen bij te dragen tot een alternatieve benadering, niet het minst op het vlak van de taal. Dit impliceert de noodzaak van een ‘tegenvertoog'[1]. De kiemen voor dit alternatieve verhaal - dat ecologie en rechtvaardigheid in één visie wil verenigen - zoeken wij in (door anderen ontworpen) concepten als ‘ecologische duurzaamheid', ‘ecologische schuld' en ‘milieu(on)rechtvaardigheid'.
{{Van grenzen aan de groei...}}
Taal is macht. Wie erin slaagt zijn terminologie, zijn analysekader op te dringen aan een gemeenschap, bepaalt niet alleen voor een groot deel hoe men naar een complexe werkelijkheid kijkt, maar beïnvloedt ook de mogelijkheden die zowel beleidsmakers als (individuele) burgers kunnen zien om deze werkelijkheid te veranderen. Met betrekking tot het sociaal-ecologisch vraagstuk is dat niet anders. Tijdens de laatste twee decennia heeft zich een ware verschuiving in paradigma's voltrokken: van het discours rond ‘de grenzen aan de groei' uit de jaren zeventig naar het hedendaagse, uiterst dubbelzinnige begrip ‘duurzame ontwikkeling'. Het is onze overtuiging dat dit concept, in zijn gangbare betekenis, een rookgordijn optrekt rond de diepere oorzaken van het mondiale sociaal-ecologische vraagstuk. Om een aanzet te geven tot het vinden van rechtvaardige en ecologisch duurzame oplossingen, willen we proberen bij te dragen tot een alternatieve benadering, niet het minst op het vlak van de taal. Dit impliceert de noodzaak van een ‘tegenvertoog'[1]. De kiemen voor dit alternatieve verhaal - dat ecologie en rechtvaardigheid in één visie wil verenigen - zoeken wij in (door anderen ontworpen) concepten als ‘ecologische duurzaamheid', ‘ecologische schuld' en ‘milieu(on)rechtvaardigheid'.
In opdracht van de Club van Rome verscheen in 1972 het spraakmakende rapport Limits to Growth. Vier jonge onderzoekers maakten aan de hand van een computermodel een aantal projecties voor de toekomst. Zij concludeerden dat - als de trends in de groei van de wereldbevolking, industrialisering, vervuiling, voedselproductie en uitputting van de natuurlijke hulpbronnen zich zouden doorzetten - de grenzen aan de groei nog vóór het jaar 2100 zouden worden bereikt, met de instorting van het wereldsysteem tot gevolg. In tegenstelling tot de karikatuur die men er vandaag vaak van maakt, was het rapport niet defaitistisch. Het deed immers geen ‘voorspellingen', maar stelde wel ‘projecties' op van mogelijke resultaten, uitgaande van geselecteerde scenario's.
De conclusies van dit uitermate invloedrijke document zorgden voor een ware revolutie in het denken over het milieu. Wellicht voor de eerste keer in de geschiedenis werd het blinde vooruitgangsgeloof ook vanuit een wetenschappelijke invalshoek radicaal ter discussie gesteld. Daarnaast wees het rapport in niet mis te verstane bewoordingen op de biofysische eindigheid van de planeet Aarde.
Hoewel het rapport van de Club van Rome de nadruk legde op de dreigende uitputting van de niet-hernieuwbare grondstoffen, weet men inmiddels dat enerzijds de overbelasting van de opnamecapaciteit voor afval van 's werelds ecosystemen en anderzijds het beperkte regeneratievermogen van hernieuwbare bronnen als bossen en visstanden wellicht nóg acutere problemen vormen. De wetenschappelijke literatuur leert dat de totale inwerking van de wereldbevolking op het milieu het ecologisch draagvermogen van de planeet Aarde thans overschrijdt. Men heeft dit ecologisch deficit ruw - maar conservatief - geschat op ongeveer 20%[2]. Daarbij komt dat de rijkste 20% van de wereldburgers beslag leggen op 80% van het mondiale milieu. De grenzen aan de biofysische groei zijn inmiddels bereikt. Het ecosysteem Aarde verkeert thans in een no-analogue state[3], een begrip waarmee wordt aangegeven dat zowel de snelheid, de grootte als de ruimtelijke schaal van door mensen aangebrachte wijzigingen zonder weerga zijn in de geschiedenis van deze planeet - zodat er dus geen ‘analoge' toestand meer is waarmee men het huidige tijdvak (het ‘Antropoceen'[4]) kan vergelijken. Onvoorspelbaarheid zal tijdens de komende decennia troef zijn.
Lees verder op:
de website van Streven: http://users.skynet.be/streven/artikels/JonesJacobsDuurzaam.htm
de website van Ya Basta: http://www.yabasta.be/article.php3?id_article=229
Verkeerd ingeschat. by Alex Sunday, Feb. 27, 2005 at 12:47 PM |
Ik denk dat al die aandacht die naar de milieuproblemen gaat totaal nutteloos is.
De wereld zal niet vergaan door ecologische toestanden.
Er zijn in de mensenmaatschappij immers zoveel sociale wantoestanden die niets met het milieu te maken hebben.
Bepaalde decadente ideologieen zullen de planeet zeker en vast zo goed als vernietigen, maar ja : ' vernietigende kracht is toch scheppende kracht' zegt men dan als verontschuldiging.
Nee, het milieu is het minste van mijn zorgen.
Dank u.