[Interview] Erwin De Deyn (BBTK): 'Wie wil lid worden van een vakbond die index afschaft?' by christophe callewaert Saturday, Feb. 19, 2005 at 2:46 PM |
christophe@indymedia.be |
BRUSSEL -- Nu de regering het ontwerp van interprofessioneel akkoord integraal overneemt, kan het sociaal overleg afdalen naar de sectoren. Ondervoorzitter van de socialistische bediendenbond Erwin De Deyn verwacht moeizame onderhandelingen. Hij blikt ook nog even terug op de woelige discussie over het interprofessioneel akkoord.
U schreef een opiniestuk in De Morgen om een aantal dingen recht te zetten. Was u geprikkeld? “Er zijn een aantal zaken gepubliceerd die mij tegen de borst stoten. Deze week publiceert Knack bijvoorbeeld een verhaal dat gebaseerd is op een aantal anonieme bronnen binnen onze organisatie, maar men vindt het blijkbaar niet nodig om de betrokken organisatie zelf te contacteren. Dat stoort mij, ja. Toen in het weekend voor 7 februari duidelijk werd dat BBTK tegen zou stemmen, begon het al. Toen hebben we het nog over ons heen laten gaan. Maar op een bepaald moment schreef men dat het allemaal te maken had met een interne machtstrijd waarin ik ook verwikkeld zou zijn en met het feit dat de twee personen aan de top van het ABVV maar overgangsfiguren zijn. Denkt men nu echt dat wij zo machiavellistisch zijn dat wij onze analyse van de inhoud van zo'n tekst laten beïnvloeden door dat soort omstandigheden?” Het lag dus aan het ontwerp-akkoord zelf? “Wij hebben louter op basis van de inhoud de tekst afgewezen. Onze mensen vonden deze tekst onaanvaardbaar en dat wist men bij het ABVV ook. Wij hebben dat nooit onder stoelen of banken gestoken. Ik heb op een bepaald moment gevreesd dat we geïsoleerd zouden staan. Maar naar gelang de consultatie vorderde bleek dat het ontwerp ook heel moeilijk lag in centrales waar men dat niet had verwacht.” Sterke leiders moeten zo'n akkoord kunnen doen slikken door de achterban, schrijft De Standaard. “In een ver verleden was dat misschien zo. Er lag toen een ontwerp op tafel en dat moest getekend worden. De consultatie was pro forma. Tegenwoordig is de betrokkenheid bij elk proces van besluitvorming veel groter. Om echt te begrijpen hoe zo'n consultatie verloopt, zouden sommige journalisten misschien beter eens een vergadering bijwonen zoals jullie gedaan hebben.” Maar de onderhandelaars hebben de onvrede dan toch verkeerd ingeschat? “Overleg is een heel complex en dynamisch proces dat je kan proberen te sturen, maar waar je nooit volledig greep op krijgt. Het is moeilijk te zeggen of de onderhandelaars het nu al dan niet voldoende hebben ingeschat. Wat telt is het resultaat. En dat is dat er geen meerderheid was.” De onderhandelaars beweren dat er niet meer uit te halen was. Wat hadden ze dan wel moeten doen? “Zij hadden die fameuze maandagnacht geen akkoord mogen maken.” Het overleg opblazen heeft toch serieuze consequenties? “Ik weet niet of het overleg daarom had moeten worden opgeblazen. Men had dan gewoon vastgesteld dat op bepaalde punten de zaken moeilijk bleven liggen. Dan had de regering formeel een bemiddelingspoging moeten doen en dan had er misschien nog één en ander kunnen worden verbeterd. Maar nu zaten we daar plots met een tekst waarvan de inleiding twee hoofdstukken bevatte die voor ons extra moeilijk lagen. Er staat dat een werkgroep binnen het kader van het globaal evenwicht een gemeenschappelijk statuut voor arbeiders en bedienden moet uitwerken. Er staat ook dat het debat over de sociale zekerheid ook over de uitgaven zal gaan. Dat wil dus zeggen over de sociale uitkeringen. Het zijn net die punten waarrond wij al een tijd sensibiliseren. Als daar dan verder geen uitleg bij wordt gegeven, maken de mensen zich natuurlijk zorgen.” De vakbonden hebben de drie debatten – IPA, eindeloopbaan en financiering van de sociale zekerheid - altijd uit elkaar willen halen. Maar heeft deze tekst toch ook al niet een beetje de oriëntatie aan van de debatten die nog moeten volgen? “(voorzichtig) De termen die gehanteerd worden leggen een aantal principes vast waarop men ons zou kunnen pakken. Indien er eind dit jaar een verslag op tafel ligt waarin men het heeft over een gemeenschappelijk statuut dat een evenwicht is tussen het huidige arbeidersstatuut en het bediendenstatuut, dan zullen we niet moeten tegenpruttelen. Het stond toch in het IPA, zullen zij ons dan zeggen.” Maar, zeggen ze in de metaalcentrale van het ACV, zonder dit akkoord mogen we zelfs beginnen discussiëren over het behoud van de index. “Dat is wat Agoria al vertelt sinds de zomer. Het VBO en Agoria hebben toen tegen elkaar opgeboden. Ik vind het nog al straf om dat als stok achter de deur te gebruiken. Als we zo moeten te werk gaan, dan vraag ik mij af waarom we nog zouden moeten gaan overleggen in de sectoren. Met zo'n redenering kunnen wij als vakbond toch niet naar de onderhandelingen trekken? Het zou betekenen dat we er al rekening mee houden dat er sectorakkoorden kunnen worden afgesloten waarin de index niet gevrijwaard wordt. Dan kunnen we de boeken dicht doen en de kantoren sluiten. Die hele discussie over te hoge lonen is ook een dooddoener. Eerst waren het de nieuwe Europese lidstaten. Nu zijn het de omringende landen waar we moeten naar kijken. Daar worden inderdaad geen akkoorden afgesloten die ons helpen. Maar moeten wij met onze sterkte daarom meegaan in die trend?” Welke sterkte bedoelt u? “De syndicalisatiegraad in Frankrijk is vijf of tien procent. De syndicalisatiegraad in Duitsland is ook aan het zakken. Misschien komt dat wel doordat ze dergelijke loonmatigingsakkoorden hebben afgesloten. Als wij akkoorden zouden afsluiten beneden de index, zouden we ook maar weinig mensen aantrekken. Mensen moeten wel nog altijd weten waarom ze lid zijn, waarom een vakbond nodig is. Je moet iets te bieden hebben. Binnen een redelijk kader natuurlijk. Wij zijn ook geen extremisten die in de sectoren tien procent gaan vragen. Maar we gaan wel zeggen dat de loonnorm van 4,5 % veel te laag is.”
Wat gaat u met de passages over flexibiliteit doen? “Er is een aanbeveling om de grens van overuren op te trekken van 65 tot 130. In de tekst staat ook dat als er geen akkoord is op 1 oktober, we dan op het niveau van het bedrijf zullen moeten overhandelen. Afhankelijk van de sector gaan we onze strategie bepalen. In bepaalde sectoren zullen we moeten onderhandelen om het te kunnen controleren. In ander sectoren zullen we er niet aan beginnen, omdat we weten dat we het op bedrijfsvlak kunnen tegenhouden. De eerste 65 uren krijgen een fiscaal gunstregime. Daar zullen we er voor zorgen dat de mensen zoveel mogelijk kiezen voor recuperatie. En als dat fiscaal gunstregime wordt omgezet in recuperatie kunnen we een vorm van arbeidsduurvermindering op jaarbasis afdwingen. Maar dat zal dus allemaal grotendeels afhankelijk zijn van de sectoren.” Wat is uw probleem met de flexibiliteit? Waarom mogen mensen niet zelf beslissen wanneer ze werken? “De vraag is of het hier om hun eigen beslissing gaat. In bedrijven waar wij weinig of niet vertegenwoordigd zijn, zal er een enorme druk zijn van de werkgevers om in de richting van betaling te gaan. Maar voor die eerste 65 uren gaan ze het akkoord van de delegatie nodig hebben. We zullen er het beste van maken.” In het interprofessioneel akkoord staat niets over brugpensioen op 58 jaar. “In maart zullen er in bepaalde sectoren grote problemen ontstaan rond het brugpensioen. Het is duidelijk dat een aantal werkgeversorganisaties niet zullen willen of durven akkoorden maken waarin het brugpensioen op 58 wordt opgenomen. Ze zullen het eindeloopbaan willen afwachten. De druk van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) zal groot zijn. Ik denk dat dat de gemoederen niet zal bedaren. De ongerustheid over het brugpensioen speelde een grote rol in de grote mobilisatie van de betoging van 21 december. Daarom vinden wij het jammer dat het niet in het IPA staat. In maart zullen wij snel duidelijkheid vragen aan de werkgeversorganisaties. We hebben al bij een paar organisaties gepolst en daar stuiten we op een njet. Ze willen geen precedent creëren. Ze zullen daar even principieel op reageren als wij.” In maart zou ook het eindeloopbaandebat van start moeten gaan. De regering lijkt haar huiswerk al klaar te hebben. Minister van Begroting Vande Lanotte publiceerde vorige week een nieuwe nota. “Vande Lanotte is strategisch heel slim. Hij verlegt het debat. Dat is handig omdat op die manier de aandacht wordt afgeleid van de heel concrete maatregelen die in de regeringsverklaring staan. Het is nu al duidelijk dat men wil snoeien in de diverse canada dry-systemen (systemen waarbij de werkgever een toeslag betaalt boven op de werkloosheidsuitkering, die de overheid betaalt, nvdr). Maar het echte knooppunt van het debat zal draaien rond de brugpensioenleeftijd en de loopbaanvereisten. Je kent Steve Stevaerts onliner: het is niet het bouwjaar, maar de kilomerteller die je in het oog moet houden. Dat zal de kern van de discussie zijn. Nu is de loopbaanvereiste 25 jaar om op 58 op brugpensioen te gaan. Freya Van den Bossche steekt niet weg dat ze daaraan wil sleutelen. Aangezien de loopbanen van bedienden korter zijn dan die van arbeiders, ligt dat opnieuw zeer gevoelig bij ons publiek.” Moet er dan niets gebeuren om de vergrijzing op te vangen? “Rekening houdende met de demografische verwachtingen moet er inderdaad iets gebeuren. Het mogen wel geen maatregelen zijn die in 2030 niet meer nodig zijn. De maatregelen moeten een effect hebben op het moment dat het nodig is en mogen geen negatief effect hebben op de werkgelegenheid. We zitten nog altijd met een enorm hoge werkloosheid en tot 2010 komen er nog altijd meer jongeren op de arbeidsmarkt dan dat er ouderen uit dienst treden. Dat betekent dat er veel meer geïnvesteerd moet worden in opleiding en training. Vanaf 2010 worden een aantal jobs vacant. Je moet nu al beginnen mensen klaarstomen om die jobs te kunnen innemen. Je moet dus werken aan integratiebeleid.” Hebben de bonden al een eisenbundel? “Volgende week organiseert het ABVV een seminarie om het eindeloopbaandebat voor te bereiden.” Bent u daar niet te laat mee? De uitnodigingen voor het eindeloopbaandebat liggen waarschijnlijk al klaar. “De timing is nog niet vast gelegd. Die wordt nu een beetje doorkruist door de nasleep van het interprofessioneel akkoord. Het is misschien beter om wat meer tijd te nemen.” In dit debat staat u ook tegenover de regering. Hoe is de band nog met de SP.a? “Ik denk dat de collega's van het ACV evenveel contact hebben met PS en SP.a als wij. De ministers die bevoegd zijn voor die dossiers zijn socialisten. Het is normaal dat zij met iedereen contacten houden. Het is ook logisch dat wij binnen de regering meer kunnen bereiken via SP.A en PS dan via VLD en MR.” Mogen we ons aan nieuwe betogingen verwachten? “Je zou wel een optelsom kunnen krijgen van de ontevredenheid in de sectoren. Als ondertussen het eindeloopbaandebat komt vast te zitten op het punt van de brugpensioenen, zou het wel eens kunnen zijn dat die twee samen op een zelfde moment tot een uitbarsting leiden. Ik wil daar geen straffe uitspraken over doen. Maar het zou wel kunnen.” Waarom wordt u één van de coming men van het ABVV genoemd? “Dat moet u vragen aan diegenen die mij zo noemen. Binnen het ABVV spelen de centrales een belangrijke rol. Automatisch wordt dan gekeken naar wie daar zit. Als één van de mensen die aan het hoofd staan van een grote centrale wordt ik dan geciteerd. Maar daar laat ik mijn nachtrust niet voor.” Maar u voelt zich niet de coming man van een gemarginaliseerde organisatie? “Het ABVV zal de lessen moeten trekken uit wat gebeurd is. Misschien kan er intern wel wat verbeterd worden. Maar in een democratische organisatie kunnen zo'n dingen nu eenmaal gebeuren. Wij staan er en we zullen er blijven staan.” |