arch/ive/ief (2000 - 2005)

Redenen voor de superwinsten in de olie-industrie
by Christophe Devriendt Monday, Feb. 14, 2005 at 6:28 PM
christophe.devriendtattiscali.be

Hoe komt het dat de petroleum-sector zulke gigantisch grote winsten maakt? Of beter: hoe komt het dat olie tegenwoordig zo duur is. Een stijgend verbruik is maar een deel van het antwoord, de andere redenen volgen hieronder. Zoals reeds gemeld beheersen vandaag de dag slechts 5 oliemultinationals driekwart van de volledige oliemarkt: Exxon-Mobil, Shell, BP, Chevron Texaco en Total. Zij hebben de prijsvorming van de olieproducten volledig in de hand. Dat is niet altijd zo geweest.

Tot 1973 verkochten de olieproducerende landen, verenigd in de OPEC, hun olie land per land. Toen ze opkwamen voor een rechtvaardigere prijs, brak de eerste oliecrisis uit. De Westerse landen besloten de macht van de OPEC te breken: de olieontginning in de Noordzee werd uitgebreid, atoomenergie werd ontwikkeld en een markt voor olieproducten, waar voortaan de prijzen van de ruwe olie zouden bepaald worden, werd opgericht.

Vandaag is de macht van de OPEC erg verzwakt en wordt de olieprijs bepaald door de markt, dit wil zeggen door de multinationals en de beursspeculatie. De multinationals beheersen meer en meer de hele keten van olieproductie: bodemonderzoek, kleinhandel, raffinage en transport. Onderweg blijven miljarden dollars aan hun handen kleven. De prijs van de ruwe olie wordt echter niet meer bepaald op basis van productiekosten én zelfs maar gedeeltelijk op basis van vraag en aanbod.

Neen, tegenwoordig wordt de prijs vooral bepaald door zogenaamde 'toekomstcontracten' op de beurs. Deze contracten zijn beloftes om op een bepaalde dag in de toekomst een grote hoeveelheid vaten olie te kopen aan een bepaalde prijs. Veel van die toekomstcontracten worden aangegaan door speculanten. Als zij vermoeden dat de prijzen, om een of andere reden, kunnen stijgen, kopen ze duizenden van die contracten op in de hoop dat de prijzen zullen blijven stijgen. Die aankopen drijven de prijzen natuurlijk nog verder de hoogte in. Bovendien schrikken de grote 5 er niet voor terug om de prijs kunstmatig op te krikken door voorraden op te slaan bij een lage prijs en te verkopen bij een hoge prijs. Op die manier is het dus mogelijk om superwinsten binnen te halen.

Ondanks het feit dat er meer olie opgepompt wordt in Latijns-Amerika, Afrika, de Noordzee en de vroegere Sovjetrepublieken, kan het aanbod de vraag niet volgen. Dat komt onder meer doordat de laatste tien jaar te weinig werd geïnvesteerd: ook al zijn de oliereserves aanwezig, toch ontbreekt het aan infrastructuur om ze op te pompen en te raffineren. De oliemaatschappijen hebben met veel ijver hun eigen stocks opgekocht en verhandeld met als enige doel op korte termijn de winsten voor hun aandeelhouders te verhogen. In feite stonden ze reeds lang onder druk om onderzoek te doen naar nieuwe bronnen, maar nu pas wordt dat onderzoek rendabel.

Een tweede reden voor de hoge olieprijs is oorlog. En niet alleen in Irak! Het is bekend dat de regering Bush de olie- en wapenindustrie vertegenwoordigt. In opdracht van de Amerikaanse en Britse petroleumreuzen heeft Bush de oorlog tegen Irak gevoerd en organiseert hij nu de bezetting van het land. De Amerikaanse olieconcerns willen de hand leggen op de genationaliseerde petroleumsector van Irak en tegelijk de Europese, Chinese en Russische concurrenten buitenwerken. Zo verwerft de VS ook de controle over hun bevoorrading. Voor het embargo en de oorlog produceerde Irak 2,5 tot 3 miljoen vaten per dag. Over enkele jaren hoopt men op een dagproductie van zes miljoen vaten. Bovendien is de Iraakse olie een van de meest gemakkelijke om op te pompen.

De Bush-regering stookt ook burgeroorlog in verscheidene Afrikaanse petroleumproducerende landen, zoals Soedan en Angola om er pro-Amerikaanse regeringen aan de macht te brengen. Ze heeft de oorlog in Afghanistan ontketend en steunt de separatisten in Tsjetsjenië, om de oliebevoorrading in de Kaukasus onder controle te krijgen. Ook deze oorlogen om olie jagen de olieprijs de hoogte in.

Ook de vakbonden kunnen daar vooralsnog weinig tegenover zetten. In een reactie aan Indymedia België zei Herman Baele, secretaris van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland, het volgende: “Voor een plaatselijke vakbondsafgevaardigde is het ten eerste erg moeilijk om een zicht te krijgen op de ingewikkelde structuur van een oliemultinational. Ten tweede is het door die ingewikkelde structuur voor ons als vakbond erg moeilijk om een zicht te krijgen op de winstcijfers. En ten derde is het moeilijk om op die manier een analyse naar voor te brengen.” Wat mij betreft wordt dit in elk geval vervolgd.

medewerker studiedienst
by Sander Spanoghe Tuesday, Feb. 15, 2005 at 1:54 PM
sander.spanoghe@s-p-a.be

En wat met het Chinese sponseffect? Het wordt tijd dat we China en de Chinese economie (eigen bedrijven en multinationals) beginnen betrekken bij de analyses, de impact van de kolos wordt langzamerhand gigantisch.

superwinsten in de olie industrie komen de werknemers niet ten goede
by Michael Good Wednesday, Feb. 16, 2005 at 8:41 PM
michael.good@versateladsl.be

De superwinsten die de olie industrie maakt, daar vindt de (petroleum)arbeider op de vloer maar weinig of niets van terug in zijn loonzakje.
De werkgever doet er alles aan om tijdens de CAO onderhandelingen de gemaakte winsten te minimaliseren. Als je naar de draaiende eenheden kijkt, dan zie je een heel andere kant. Overal worden productierecords gebroken en alles moet gedaan worden om productieverlagingen of stilvallen van de eenheden te voorkomen.
Toch wordt er zo weinig mogelijk geïnvesteerd in mensen en middelen. Vroeger werd er meer periodiek onderhoud uitgevoerd, nu draait alles tot het uiteenvalt.Bij sommige toestellen wordt tijdens onderhoudswerken schade vastgesteld, maar de boel wordt gewoon terug gemonteerd omdat er geen tijd is voor goed onderhoud of omdat er geen reserve onderdelen meer in het magazijn aanwezig zijn.
Wel is het zo dat veel zaken langer in dienst kunnen blijven omdat de eenheden tegenwoordig computergestuurd zijn en niet meer ter plaatse geregeld worden maar vanuit een centrale controlekamer.
Toch draaien alle eenheden op minimumbezetting en wil men niet of weinig nieuwe werknemers in de onderhoudsdienst.....