arch/ive/ief (2000 - 2005)

Congo / Hoogspanning over waterkrachtcentrales in Inga
by Raf Custers Thursday, Feb. 10, 2005 at 10:43 PM
raf@indymedia.be 0476-954290

Inga-Kinshasa – Op termijn kan heel Afrika electriciteit krijgen van Congo's grootste waterkrachtcentrales in Inga. Vandaag draait Inga vierkant. Er is geen geld voor onderhoud. Directeurs en technici doen het onmogelijke om de centrales toch aan de gang te houden. Hun electriciteitsmaatschappij, de SNEL, heeft 750 miljoen dollar te goed van de Congolese staat en de openbare sector. Maar de SNEL-bestuurders sloven zich niet uit om die rekeningen te doen betalen. Integendeel: zoals in het Mobutu-tijdperk worden de bestuurders weer "predatoren" genoemd die zelf hun zakken vullen.

In de controlekamer van de centrale Inga-1 (beeld: Raf Custers)   "Een Monster van Lochness", is Inga wel eens genoemd, een ongrijpbaar beest dat af en toe de kop opsteekt en dan voor langere tijd in de vergetelheid verdwijnt!  Maar als de beruchte dam op de Congo-stroom een monster is, dan toch één dat verstrikt zit in een kluwen van contradicties. Om er maar één te noemen: volgens het jongste plan gaat Inga stroom opwekken voor heel Zuidelijk Afrika. Maar intussen zitten hele gemeenten van Kinshasa bijna continu zonder stroom. Om van het binnenland van Congo nog maar te zwijgen.

Onderweg naar Inga stoppen we in Safuendeke. Het dorp ligt pal onder de hoogspanningslijnen van Inga naar Kinshasa en naar Kolwezi 1800 kilometer verderop. Maar stroom heeft Safuendeke niet. "Dat ze ons aankoppelen", zegt het samengetroepte dorp, vol verbazing omdat het voor het eerst om zijn mening wordt gevraagd. "We zullen ons 's nachts stukken veiliger voelen. En we zullen tenminste muziek kunnen draaien als er een feest is. Nu moeten we elke keer trommelaars huren". Wat ze ervan vinden dat stroom uit Congo naar Brazzaville of Namibië of Zuid-Afrika gaat? "Het is alsof je in je tuin staat te wroeten maar niet van je eigen groenten mag eten".

Van alle Congolezen heeft 6% electriciteit. Per provincie zijn de cijfers hallucinant: 31% van de bewoners van de hoofdstad krijgt stroom, tegen 7,1% in Bas-Congo, 0,3% in Bandundu, 0,9% in de Evenaarsprovincie, 1,2% in de Oostprovincie, 0,8% in Noord-Kivu, 2,7% in Zuid- Kivu, 0,4% in Maniema, 5% in Katanga, 3,1% in Oost-Kasaï en 1% in West-Kasaï. "Cijfers uit 2001", zegt een kabinetsmedewerker van Energie-minister Kalema,  "maar die blijven geldig". Het absurde is: weinig plekken op de aardbol zijn beter geschikt om stroom te maken dan Inga, in Congo.

Witte Olifant

Inga ligt op de Congo-stroom in de provincie Bas-Congo, 40 kilometer boven Matadi, de zeehaven op 120 kilometer van de Atlantische Oceaan. De Congo-stroom versmalt in Inga van een brede bocht tot een kolkende kloof waardoor zich een watermassa perst met een gemiddeld debiet van circa 40.000 kubieke meter per seconde. Bovendien kent de stroom er een verval van 102 meter over amper 15 kilometer afstand. Superieure omstandigheden voor een waterkrachtcentrale.

De plannen voor Inga zijn in de jaren '50 in België getekend, onder andere  door Traction-Electricité, een voorloper van Tractebel. Maar in de jaren '60 kaapten Italiaanse firma's de bouwcontracten weg. Ze trokken twee dammen en hydro-centrales op, aan de binnenkant van de bocht in de stroom, op de rechteroever van de Congo.

President Mobutu zette bij de inhuldiging van Inga-1 in november 1972 dik in de verf dat Congo de centrales voor 94% zelf gefinancierd had. Tien jaar later piepte Mobutu minder hard. Inga-2 (in 1981) maar vooral de hoogspanningslijn Inga-Kolwezi (in 1983) gingen bijna discreet in bedrijf. Congo – dat toen door Mobutu tot Zaïre was omgedoopt - keek dan al tegen een buitenlandse schuld aan van 4,6 miljard dollar. Die kwam voor een derde van Inga voort.

De centrales kampten vanaf de eerste dag met technische mankementen. Nevenprojecten van industriële klanten raakten nooit van de grond. In Shaba, aan het andere einde van de "langste hoogspanningslijn ter wereld", vestigden zich geen afnemers.  Tal van intermediairs vulden duchtig hun zakken.  Inga verdiende er zijn reputatie van Witte Olifant mee: een peperdure reus op lemen voeten.

"Veroordeeld"

Bovenop de centrale van Inga-2 staat een pracht van een hangar met een reusachtig glasraam dat de woelige waters van de Congo-stroom symboliseert. Binnen zitten er vier grote putten in de vloer waaronder de turbines horen te draaien. Alleen: er komt maar uit één van de putten lawaai naar boven. In de knalgeel geschilderde controle-kamer wijst niets op intense activiteit. In Inga-1 neemt een bediende klokslag 12 uur de meterstand op. Maar twee panelen loopt hij straal voorbij: de schakelaars zijn klemgezet met ronde, rode labels met het opschrift: Appareil Condamné!

De centrales van Inga-1 en Inga-2 zijn uitgerust met in totaal 14 "hydro-electrische groepen" die 1770 Megawatt stroom kunnen opwekken. Maar van de 14 groepen zijn er 7 defect: de groepen 2 en 3 in de centrale van Inga-1 en de groepen 1, 2, 3, 6 en 7 in Inga-2.
De twee centrales gebruiken nu 40% van het geïnstalleerde vermogen en brengen hooguit 650 MW electriciteit voort. De pannes, zegt een recente, vertrouwelijke nota van de Congolese electriciteitsmaatschappij SNEL, zijn voor een deel te wijten aan fouten "bij het ontwerpen en de inwerkingstelling van machines en centrales".

De eerste vier machines van Inga-2, geleverd door Westinghouse-ACEC, haalden niet eens de eerste revisie na 60.000 uren: ze hebben amper 20.000 uren gepresteerd. Begin 2002 somde een rapport van het Canadese engineeringbedrijf SNC Lavalin nog eens de mechanische feilen op: lekkende turbines, oververhitting, trillingsslijtage...
 
Geen geld

De interne SNEL-nota noemt nòg een reden voor de pannes: "onvoldoende onderhoud door gebrek aan financiële middelen". Dat kan tellen als understatement. In een uithoek van het stuwmeer voor de dam van Inga-1 ligt een baggerboot te roesten. Het geld om hem weer aan de praat te krijgen, ontbreekt. Deze zomer schreef de Congolese krant L'Avenir nog dat de boot van heel zijn leven enkel van 1988 tot... 1990 heeft gewerkt, terwijl de SNEL wel jarenlang een baggerdotatie kreeg. Baggeren is nochtans geen luxe. De ingenieurs van SNC Lavalin schatten dat zich elk jaar anderhalve ton slib afzet in het meer en de aanvoerkanalen, of sinds 1970 een gecumuleerde vracht van 28 miljoen kubieke meter sedimenten.

Met de financies voor de centrales is het nog erger gesteld. "Van de veertien groepen in Inga, hebben er twee ooit een revisie gekregen", zegt directeur Jean-Jacques Endjonga Essimbe die al 20 jaar in Inga werkt. De groepen die wèl nog draaien in Inga-2 kunnen elk moment stilvallen. Ze hadden een eerste keer in 1991 en opnieuw in 2001 een groot onderhoud moeten krijgen. Maar ze draaien al 23 jaar (sinds de start in 1981) zònder revisie.

Slapeloos

"Die machines van Siemens-Alstom blijven het buiten verhouding goed doen", aldus Endjonga. "Maar veel is ook te danken aan de vindingrijkheid en de toewijding van onze ingenieurs. Dit is tenslotte nationaal patrimonium. Inga mag nooit stilvallen". Niet voor niets heet Inga een strategisch doelwit. Toen Rwandese soldaten in augustus 1998 Congo binnenvielen, bezetten ze zo gauw ze konden de site van Inga en sneden ze dagenlang de stroom naar Kinshasa af. Vandaag leveren de twee centrales leveren tot 380 Megawatt aan Kinshasa en nog eens 50-60 Mw aan de naburige hoofdstad Brazzaville. Dat zorgt voor minimale veiligheid.

Van Endjonga en zijn ploeg wordt het onmogelijke verwacht. "In februari sloot mijn maatschappij, zonder ons te verwittigen, een contract voor de levering van 110 Megawatt aan Zuid-Afrika. Wij konden zien dat het contract wordt nageleefd. Dat brengt maandelijks tienduizenden dollars op. Maar als we het niet naleven, betalen we miljoenenboetes".

Hij laat er zijn slaap voor. Als het ergens in Kinshasa foutloopt met de distributie, hangt er meteen een bestuurder van de SNEL aan één van zijn GSM's om tot spoedige reparatie aan te manen. "Terwijl wij exploitanten zijn en niets met de distributie te maken hebben", zegt Endjonga.

Reparaties

Maar reparaties blijven niet eeuwig meer uit. Eind september heeft de SNEL een contract getekend met een consortium geleid door Voith-Siemens en verder met Alstom en Vatech, destijds de constructeurs van de "goeie helft" van Inga-2.

Een Frans ingenieur bij Voith-Siemens in het Duitse Heidenheim: "De toestand in Inga-2 is gevaarlijk. Er moeten absoluut grondige reparaties gebeuren. Vergelijk het met een occasie-auto met 200.000 kilometer op de teller: enkel de remkabel aanspannen, is zinloos. Je moet zo'n machine van A tot Z herstellen. Ons plan is om in Inga-2 te beginnen met één installatie die al 15 jaar stilligt. Eén stap met de keer is volgens mij al heel wat".

Kaderleden van de SNEL willen sneller opschieten. Een directeur in Kinshasa: "We willen de groep 1 en 2 van Inga-2 tegelijk herstellen. Dat is goedkoper dan één groep per keer aan te pakken. Zo kunnen we ook auto-financieren. De reparatie van één groep brengt meteen 30 miljoen dollar per jaar op, en dat is genoeg om een volgende groep te herstellen".
De ingenieur van Voith-Siemens erkent dat de reparatie van één groep bijzonder rendabel, "maar", zegt hij, "het punt is de financiering: het consortium gaat pas aan de slag wanneer het geld voor de werken veilig opzij is gezet".
 
De SNEL-directeur schat dat de dubbele reparatie 51 miljoen dollar kost maar hij acht financiering uit eigen middelen mogelijk. "Uit de betalingen van Brazzaville zou 17 miljoen naar de reparatie van groep-2 gaan, de regering heeft dat goedgekeurd. Daarnaast is er een kredietlijn van 4 miljoen bij de bank Belgolaise. Maar vooral: de Congolese staat moet zijn schulden betalen aan de electriciteitsmaatschappij waarvan hij eigenaar is, èn hij moet de andere openbare bedrijven aanmanen hetzelfde te doen".

Wanbetalers

Hij neemt er het kasboek bij en de stand van de betalingen einde juni 2004. De Congolese staat moest toen 274.055.143 dollar aan de SNEL; de openbare watermaatschappij Regideso moest nog 156.502.052 dollar aan electriciteit betalen; de Gecamines 247.749.212 dollar enzovoort. Alles bij elkaar had de SNEL nog driekwart miljard dollar van staat en openbare ondernemingen tegoed.

Hoe kan de Société Nationale d'Electricité het geld van de staat terugvorderen? Bij de directie van de SNEL formuleren ze overdachte claims aan het adres van de debiteuren. Waarom Gecamines niet in natura voor zijn factuur laten betalen, met kabels die de SNEL anders voor dure deviezen in het buitenland koopt? Of: waarom de Régie des Voies Maritimes niet voor Inga-1 laten baggeren in ruil voor haar uitstaande electriciteitsrekeningen? Klinkt origineel, maar in hoge nood moet je inventief zijn.

Fraude

De inventiviteit van het kader klimt niet op tot bij het bestuur van de SNEL. Op een Ronde Tafel-conferentie in Kinshasa, over Infrastructuur, maakt ook Alphonse Muyumba, Administrateur-Délégué-Général (afgevaardigd bestuurder) van de SNEL, zijn opwachting. Geconfronteerd met de vraag hoe hij 750 miljoen dollar denkt te recupereren, bij de staat en zijn bedrijven, kaatst hij eerst de bal terug: "Wij deponeren de factuur bij de staat en wachten". Dan vlucht hij in een passe-partout-antwoord: "Deze conferentie geeft ons pistes en ideeën om de situatie te verbeteren zodat de staat begint te betalen".

Een aantal kaderleden steekt de frustratie niet weg. Al brengen sommigen ze handig onder woorden. De ingenieur die in Inga-1 voor het electrisch onderhoud instaat, zegt lachend: "Ik heb nog niets negatiefs gezien! Toen ik hier ruim 12 jaar geleden aankwam, werkten er 2 machines in Inga-1 en lag er nog één in panne. Nu hebben we 4 werkende machines. Geen enkele buitenlander is dat in onze plaats komen doen. We hebben het opgelost met een beleid van zuinigheid. Is dat niet positief?".

Maar interne nota's van de SNEL vijlen er nièt de scherpe kanten af. In één ervan wordt afgevaardigd bestuurder Muyumba een verduistering van 11 miljoen dollar in de schoenen geschoven. De affaire is een overblijfsel van het Mobayi-project in de Evenaarsprovincie, "een gezamenlijke onderneming van Zaïre, Congo-Brazzaville en de Centraal-Afrikaanse Republiek". In plaats van 8 turbines zijn er maar 3 geplaatst. ACEC haalde materiaal terug, dat al geleverd was, en stortte 11 miljoen dollar op een rekening van de bank Belgolaise. Sindsdien is het geld zoek, "opgegeten door personen die geïdentificeeerd zijn", aldus de nota.

Alphonse Muyumba raakte eind 2003 al in opspraak. Toen pakte de Congolese krant Le Potentiel uit met documenten waaruit bleek dat bedrijven waarvan de SNEL-bestuurder (mede-)eigenaar was voor rekening van de SNEL werken uitvoerden. Maar ofwel waren de werken overgefactureerd, ofwel werden ze maar gedeeltelijk uitgevoerd. Zulke fraude gebeurt legio: in januari 2004 kocht het economaat van de SNEL acht pompen voor 1 miljoen euro of vijf keer de prijs.

"De katastrofe", zegt dezelfde directie-nota, "is bewust geprogrammeerd zodat privatizering nog de enige oplossing lijkt... Inga wordt op twee manieren naar het failliet gedreven. Ten eerste, en dat geldt sinds de start onder Mobutu, is ze een melkkoe voor de macht... Vervolgens hebben de opeenvolgende Bestuurscomités zich overgegeven aan diefstal en grootschalige verduistering".

Als het al de bedoeling zou zijn Inga aan privé-exploitanten te verkopen, dan nog zal zulks op de anciens in het kader stuiten. Directeur Endjonga, als steeds diplomatisch: "Exporteren? Geen probleem. Zolang we soeverein eigenaar blijven van de installaties, kunnen we exporteren en verdienen, en zie ik werkelijk geen probleem".