VRT-nieuwsredactie schuurt angst voor "de Islam" by Beno Klee Friday, Feb. 04, 2005 at 7:37 AM |
beno_klee@yahoo.co.uk |
Ongenuanceerde berichtgeving over het al dan niet genocidale karakter van de oorlog in Darfur op het VRT radio nieuws maandag 31 januari 2005,
Antwerpen, 02 februari 2005
Aan de nieuwsredactie van Radio 1.
Geachte redactie,
Betreft : uw berichtgeving over Darfur, Sudan, van maandag 31 januari 2005
Als trouw luisteraar van het over het algemeen door mij gewaardeerde programma Voor de dag, was ik maandagochtend getuige van het halfuurlijks ochtendnieuws naar aanleiding van het VN-verslag over de misdaden die plaatsgrijpen in Darfur, Sudan. Als achtergrondinformatie beperkte U zich tot het vermelden, dat de plaatselijke bevolking zich verzet tegen de islamitische regering in Khartoum.
Door enerzijds niet relevante informatie te verstrekken, en anderzijds wel relevante informatie achter te houden, hebt U in dezen gezondigd tegen goede en objectieve berichtgeving. Ik verklaar mij nader.
1. Goede berichtgeving :
a. Verstrekken van niet-relevante informatie. Zoals U niet onbekend, zijn de oorzaken van de burgeroorlog in Darfour etnisch-economisch van aard (zie verder). Het gebruik van het adjectief “islamitisch” om de regering in Khartoum te kenmerken, was dus compleet overbodig, gezien alle partijen in het conflict islamitisch zijn.
b. Achterhouden van wel relevante informatie : door te zwijgen over de ware aard van het conflict. zie punt 1, met name het etnisch-economische karakter van de burgeroorlog in Darfour, U niet onbekend.
2. Objectieve berichtgeving :
Door enerzijds niet relevante informatie te verstrekken, het islamitische karakter van de regering in Khartoum, en anderzijds wel relevante informatie achter te houden, het etnisch-economische karakter van de burgeroorlog, wekt U de indruk dat er hier sprake is van een religieus conflict.
Het zou hetzelfde zijn, als wanneer U bijvoorbeeld over een boerenopstand in Columbië zou schrijven dat de boeren zich verzetten tegen de christelijke regering in Bogota, zonder verdere achtergrondinformatie, hetgeen eveneens het conflict een religieus karakter zou geven, wat evenwel niet het geval is, zoals U weet.
3. Hoe had het wel gekunnen ?
U had gewoon kunnen gezegd hebben dat er in Darfur een conflict heerst tussen Arabische nomaden, gesteund door de regering in Khartoum, en Afrikaanse boeren. Bijna even kort, maar correct.
Gezien het huidige klimaat in België, waarbij bepaalde partijen, groeperingen en personen voortdurend in ongenuanceerde, veralgemenende bewoordingen zich over “de Islam” uitlaten en bepaalde angsten bij de bevolking schuren, draagt U met dergelijke berichtgeving een zware verantwoordelijkheid. U wekt immers de indruk alsof achter de bedoelde misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden “de Islam” zou steken. Ik wens bij deze dan ook de hoop uit te drukken dat U in toekomst beter over de kwaliteit van uw werk zult waken.
Met vriendelijke groeten,
Beno Klee
Ter info : achtergronden bij het conflict in Darfour.
De oorzaken van het conflict zijn voornamelijk gelegen in de ernstige droogteperiode van begin tachtiger jaren, toen grote groepen uit Noord-Darfur afkomstige Arabische nomaden [Soedan bestaat voor 39 procent uit Arabieren en voor 61 procent uit Afrikanen] naar het zuideiljker gelegen gedeelte trokken en met plaatselijke Afrikaanse boeren in conflict raakten over het bezit van de aldaar aanwezige grond.
Een en ander mondde uit in systematische door Arabische milities [samengesteld uit de Arabische nomaden] verrichte aanvallen op Afrikaanse boeren met als oogmerk hun verdrijving, hetgeen met name in de negentiger jaren ernstige vormen aannam.
Het conflict werd nog geintensifeerd door de machtsovername door de huidige Soedanese regering van president Omar Bashir dd 1989, die op basis van haar arabiseringspolitiek de Arabische nomaden bevoordeelde en de milities zowel financieel als logistiek ondersteunde.
Als gevolg van deze regeringspolitiek en de gecontinueerde aanvallen door de nomaden werden begin 2003 de Afrikaanse verzetsgroepen de SLM/A en de JEM in het leven geroepen, die in opstand kwamen tegen de regering.
Bij de pogingen tot het neerslaan van deze opstand maakten regeringstroepen zich schuldig aan ernstge mensenrechtenschendingen c.q. oorlogsmisdaden zoals het bombarderen van dorpen, standrechtelijke executies, ontvoeringen, oneerlijke processen en het martelen c.q. intimideren van de plaatselijke burgerbevolking.
Eveneens maakten de door de regering gesteunde Janjaweed-milities zich schuldig aan systematische aanvallen op dorpen, verkrachting en marteling met als gevolg, dat vanaf februari 2003 meer dan 70.000 burgers gedood werden en meer dan 1 miljoen mensen werden verdreven.
Van reguliere gevechten tussen de Janjaweed-milities en de betreffende verzetsbewegingen was veel minder sprake.
Een en ander is gemakkelijk te controleren via de websites van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International [http://www.amnesty.org] en Human Rights Watch [http://www.hrw.org] alsmede via de website van de Verenigde Naties [http://www.un.org].