arch/ive/ief (2000 - 2005)

Soms vraag je je af wat mensen bezielt die luidop en overtuigd proclameren dat de veranderingen in ons klimaat allemaal zo erg nog niet zijn, en soms zelfs helemaal overroepen. Beeld je dan eens in dat je in Amerika woont, waar professionelen en lobbyisten de bevolking proberen te overtuigen dat de olie- industrie zeker geen schuld treft.

Al in de jaren '90 waren deze ontkennende "krachten" actief.
De olie- industrie sponsorde, door middel van de organisatie GCC (Global Climate Coalition), een lobby van professionele sceptici. Deze waren tegen het aanpakken van de klimaatsverandering door het inperken van broeikasgasemissies. Natuurlijk, want deze maatregelen brachten de toekomst van hun (winstvolle) product, nl. de fossiele brandstoffen, in gevaar.
De GCC werd ontmanteld in 2001, wanneer George Bush heel duidelijk had gemaakt dat hij het Kyoto protocol zou verwerpen.

Maar de ontkenningslobby leeft nog steeds, en verschuift zich naar Groot- Brittannië. Dit staat te lezen in een artikel in "The Guardian ", verschenen op 27 januari 2005: "Oil firms fund climate change denial", oftewel "De olie industrie sponsort de systematische ontkenning van de klimaatsverandering".

Het artikel laat professor Bob May aan het woord, voorzitter van "the Royal Society", een vooraanstaande wetenschappelijke vereniging. Hij vermeldt dat de verschuiving grotendeels te wijten is aan het feit dat Groot- Brittannië, voorzitter van de G8, een grote focus legt op het thema klimaatsverandering.
David King, hoofd van de wetenschappelijke adviseurs van de G8, werd meteen gebombardeerd tot "Public Enemy nummer 1" toen hij klimaatsverandering beschreef als een grotere dreiging dan terrorisme.

ExxonMobil
Op diezelfde donderdag waarop professor May zijn bezorgdheid uitte, organiseerde "The Scientific Alliance" een vergadering. Het doel van die organisatie, die banden heeft met ExxonMobil, was de klimaatsverandering te bespreken onder sceptici.

In december publiceerde deze "Alliance" , in samenwerking met het "George C Marshall Institute"

een verslag, nl. "Climate issues and questions". Dit rapport benadrukt de onzekerheden die de wetenschap rond klimaatsveranderingen omringen, en minimaliseert de rol van broeikasgassen.

Wel moet je weten dat het "Marshall Institute" in 2003 51 000 pond kreeg van ExxonMobil, met nog een aanzienlijke som erbovenop in januari 2005.
Ook belangrijk om weten is het feit dat het "George C Marshall Institute" geleid wordt door de voorzitter van het (eerder besproken) GCC, nl. William O'Keefe.

Een rapport dat daar recht tegenover staat is dat van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change), een organisatie beschreven als de betrouwbaarste bron betreffende klimaat.
Meer dan 2000 van de belangrijkste klimaatdeskundigen bundelden hun krachten om dit rapport op te stellen. De conclusie: de klimaatsverandering zal een reële bedreiging vormen, en de graad van opwarming kan effectief verlaagd worden door het verminderen van broeikasgassen.

In het artikel van "the Guardian" laat prof. May eveneens zijn onrust blijken over de plaats die deze 'ontkenningslobby' krijgt in de media. Hij vernoemt hierbij "The Daily Telegraph" en "the Daily Mail", die hun standpunten bereidwillig overnemen.

Beperkingen op emissiegassen, zoals die beschreven in het Kyoto- protocol, dienen zeker de energie industrie niet, en zeker niet een gigant als ExxonMobil.
En geloof het of niet, vandaag verscheen het nieuwsbericht dat ExxonMobil de grootste jaarwinst ooit haalt. Maar liefst 25,33 miljard dollar, evenveel als het bruto binnenlands product van landen zoals Noorwegen en Indonesië.

Bronnen:

Oil firms fund climate change 'denial'
Under-informed, over here