arch/ive/ief (2000 - 2005)

Klimaatcrisis eist onverwijld maatregelen
by Peter Tom Jones & Eric Goeman Monday, Jan. 31, 2005 at 3:34 PM

Dit opiniestuk verscheen vandaag in De Tijd (31/1/2005).

Het zopas verschenen klimaatrapport Meeting the Climate Challenge zorgt voor opschudding. De Belgische overheid moet onverwijld haar verantwoordelijkheid opnemen en een effectief klimaatplan opstellen en uitvoeren, stellen PETER TOM JONES en ERIC GOEMAN

Het zopas verschenen rapport Meeting the Climate Challenge (25 januari 2005) van een task force van politici, zakenlieden en wetenschappers brengt zeker geen geruststelling. We naderen stilaan het zogenaamde 'point of no return'.

Dat het later dan vijf voor twaalf is inzake het klimaatvraagstuk is een gegeven dat al lang bekend is in wetenschappelijke kringen, getuige de veelvuldige publicaties in vakbladen als Nature en Science evenals de evaluatierapporten van het VN-klimaatpanel. Het bestaan van allerlei kritische drempelwaarden die, eens overschreden, gevaarlijke kettingreacties in gang kunnen steken, maakt dat het klimaatsysteem een woest beest is dat, eens uit balans, zeer agressief kan reageren. Klassieke kosten-batenanalyses zijn volstrekt ontoereikend wanneer ontwrichtende en zelfs abrupte klimaatsfenomenen tot de mogelijkheden behoren: het uitschakelen van de Golfstroom, het afbreken van de West-Antarctische ijskap of de teloorgang van de koraalriffen.

Toch mag de mogelijkheid van het optreden van abrupte klimaatwijzigingen de aandacht niet afleiden van het feit dat de graduele wijzigingen tal van slachtoffers maken, vooral in het zuidelijk halfrond, ook al dragen deze mensen zo goed als geen (historische) verantwoordelijkheid voor het klimaatprobleem. Nochtans zal het rijke Westen evenmin gespaard blijven. Zo vielen er naar schatting 20.000 doden als gevolg van de hittegolf die tijdens de zomer van 2003 grote delen van Europa langdurig teisterde. In dit verband heeft een recente studie in Science effectief gewaarschuwd voor een hogere frequentie aan meer intense en langdurige hittegolven in het Westen.

De huidige CO2-concentratie (380 deeltjes per miljoen, ppm) is nooit eerder voorgekomen tijdens de voorbije 420.000 jaar. De snelheid van deze stijging gedurende de jongste vijf decennia is eveneens zonder weerga. Wetenschappers spreken in deze context van een 'no-analogue' state. In zo'n situatie zijn onvoorspelbaarheid en onzekerheid troef.

Om de einddoelstelling van het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatswijzigingen (UNFCC) te halen (de stabilisatie van de broeikasgasconcentraties op een niveau dat gevaarlijke antropogene interferentie met het klimaatsysteem verhindert) zullen de emissiereducties niet alleen 'draconisch' moeten zijn (> 80% CO2-uitstootreductie). Men zal dit reconversieproces onversaagd in gang moeten steken. Hoe langer men wacht om de vereiste inspanningen te leveren, hoe hoger de kosten zullen oplopen om de gevolgen van de klimaatswijzigingen te bestrijden en meer catastrofale fenomenen te voorkomen.

De best beschikbare Realpolitik van vandaag, confer het Kyoto-akkoord, stelt een gemiddelde emissiereductie tegen 2008-2012 van slechts 5, 2 procent ten opzichte van het referentiejaar 1990 voorop: voor België is het streefcijfer 7,5 procent. Terzelfdertijd kan men vaststellen dat de mondiale CO2-uitstoot nog steeds aan het toenemen is. Gezien de noodzaak van een bijna-volledige stopzetting van de emissies, zitten we hier dus met een probleem, 'een ecologische tijdbom' in het jargon van de auteurs van Meeting the Climate Challenge.

Bovendien stelt dit klimaatrapport dat het point of no return bij een CO2-concentratie van slechts 400 ppm optreedt. Eens deze kritische drempelwaarde overschreden wordt, is het wellicht te laat om de klimaatdestabilisatie een halt toe te roepen. Eens de sneeuwbal ( of toepasselijker 'de hittebal' ) aan het rollen gaat, kan deze wellicht nog moeilijk gestopt worden. Runaway global warming doet dan zijn intrede op het wereldtoneel.

Economisch realisme
Hoeft het daarom nog betoog dat het economisch realisme niet langer realistisch maar zelfs ronduit onverantwoord is tegenover de huidige en toekomstige generaties. België (en Vlaanderen dus ook) is officieel een van de grootste CO2-vervuilers ter wereld. Het klimaatbeleid van de Belgische regering is niet alleen inconsequent, men investeert in milieubelastende energieprojecten in het zuiden, maar ook totaal ontoereikend. Meer algemeen lijkt het erop dat het milieuaspect wordt beschouwd als een aanhangwagentje aan de veel belangrijker geachte economische belangen. In een modern beleid zal ecologische duurzaamheid als een van de absolute prioriteiten moeten worden opgenomen.

Als een van de meest welvarende delen in deze wereld, zou België (en Vlaanderen zeker) het voortouw moeten nemen bij de ontwikkeling van een aan de 21ste eeuw aangepast krachtdadig klimaatbeleid, waarbij het stante pede massaal investeert in rationeel energieverbruik, hernieuwbare energiebronnen en openbaar vervoer. Gekoppeld aan een groen prijzenbeleid, een vermogensbelasting en een combinatie van een vergroening van de fiscaliteit én een verlaging van de lasten op arbeid, komt dit bovendien ten goede aan de werkgelegenheid. Daarnaast moet België in de EU een pleidooi houden voor een nieuw, ecologisch verantwoord én sociaal rechtvaardig klimaatakkoord dat uitgaat van het principe van 'gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid'. Een nieuw emissierechtensysteem moet rekening houden met compensatie voor de historische koolstofschuld die het Noorden aan het Zuiden moet.

Het westerse groei- en consumptiegerichte ontwikkelingsmodel, dat ook vandaag nog steeds als referentie geldt voor de landen in het Zuiden, kan op geen enkele manier universeel gemaakt worden. Om de 'ondemocratische' overconsumptiepatronen van ongeveer 20 procent van de wereldbevolking in stand te houden, moeten de negatieve milieueffecten en ecologische schaduwkosten afgewenteld worden op de grote meerderheid van de inwoners uit de arme landen in het Zuiden, op de toekomstige generaties en de andere organismen die op deze planeet vertoeven. Het overbelasten van de CO2-absorptiecapaciteit van de mondiale sinks (oceanen, bossen en bodems) is een van de meest acute voorbeelden van deze kostenafwenteling. Op termijn zal dit nochtans als een boemerang terugkeren. Deel uitmakend van een biofysisch begrensd, niet-groeiend Ecosysteem Aarde, zal de wereldeconomie van de 21ste eeuw ecologisch duurzaam of niet zijn. Als de knop van het eenzijdige, marktgerichte denken niet dringend wordt omgedraaid, kunnen de onheilstijdingen van dit meest recente klimaatrapport wel eens binnen afzienbare tijd bewaarheid worden.

De auteurs zijn respectievelijk postdoctoraal onderzoeker KULeuven en woordvoerder van Attac Vlaanderen.

Zie ook:
http://vl.attac.be/
http://www.yabasta.be