arch/ive/ief (2000 - 2005)

NOS-berichtgeving dd 16-11 tav Gaza
by Astrid Essed Monday, Jan. 17, 2005 at 5:38 AM

In haar berichtgeving tav de door de Israelische premier Sharon tav de nieuwe Palestijnse leiders gedane uitspraak en de Isarelische legeracties in Gaza maakt de NOS teletekstredactie zich schuldig aan eenzijdige en tendentieuze berichtgeving.

Aan de teletekstredactie van de NOS

Geachte Redactie,

Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende:
In uw berichtgeving dd 16-1 maakt u melding van de door de Isarelische premier Sharon gedane uitspraak, dat de nieuwe Palestijnse leiders niets doen om terreuraanvallen op zijn land te voorkomen.
Vervolgens vermeldt u de door premier Sharon gedane waarschuwing, dat het Israelische leger keihard tegen terreurgroepen zal optreden.
U vervolgt uw berichtgeving met de mededeling dat de beediging van Mahmoud Abbas tot president van de Palestijnse Autoriteit gisteren [dd 15-1, mijn aanvulling] werd overschaduwd door nieuwe gewelddadigheden in de Gazastrook.
Hierna maakt u melding van het feit dat bij genoemde gewelddadigheden acht Palestijnen werden gedood.
U beeindigt uw berichtgeving met de door Abbas gedane mededeling, dat hij met de Palestijnse militante groeperingen gaat praten over het beeindigen van de aanslagen tegen Israel.
In uw slotzin maakt u melding van de door Abbas herhaalde oproep tot een staakt-het-vuren.


Met deze berichtgeving zonder enige aanvullende achtergrondinformatie uwerzijds maakt u zich niet alleen schuldig aan onduidelijke, eenzijdige en tendentieuze berichtgeving, daarenboven bagatelliseert u het Israelische legeroptreden in het Gaza-gebied.

Eenzijdige berichtgeving:

Zoals mij reeds eerder bij uw berichtgeving is opgevallen, is het in dezen opvallend, dat u zich voornamelijk bedient van door Israelische regeringsfunctionarissen gedane uitspraken cq Israelische nieuwsbronnen en in veel mindere mate melding maakt van uitspraken van Palestijnse politieke leiders en groeperingen cq nieuwsbronnen.
Zo is het in dezen significant dat u weliswaar melding maakt van de bovengenoemde door Sharon gedane uitspraak, maar geen melding maakt van de uitspraak van de gewapende Palestijnse groepen [Hamas, Jihad, Al-Aqsa-Martelarenbrigades] naar aanleiding van de door Abbas gedane oproep, die zich in tegenstelling tot uw berichtgeving niet alleen beperkt tot een staakt-het-vuren, maar eveneens het afzien van iedere verdere gewapende strijd tegen Israel impliceert.
Als reactie hierop verklaarden genoemde groeperingen, pas een staakt-het-vuren te willen overwegen wanneer Israel bereid is een einde te maken aan de agressie [de Israelische militaire acties in Gaza en de Westelijke Jordaanoever]
Eveneens verklaarden zij door te gaan met het gewapend verzet zolang Israel Palestijns gebied bezet houdt.
Het lijkt mij zowel vanuit het oogpunt van de beoordeling van de reele politieke situatie als vanuit het criterium van de journalistieke objectiviteit van groot belang, dat u eveneens in uw berichtgeving adequate aandacht schenkt aan deze door de Palestijnse gewapende groeperingen geventileerde standpunten als zijnde partij in het conflict, hetgeen wel door uw Belgische teletekstcollega's gedaan wordt.

Onduidelijke berichtgeving:

Opvallend is eveneens de onduidelijkheid van de door u vermelde berichtgeving:
Zo vermeldt u weliswaar de door de Israelische premier Sharon gedane uitspraak, dat de nieuwe Palestijnse leiders geen maatregelen zouden nemen om terreuraanvallen te voorkomen zonder een nadere verwijzing uwerzijds naar de beteffende gebeurtenissen.
Directe aanleiding voor deze door Sharon gedane uitspraak vormde namelijk de door Palestijnse activisten verrichtte zelfmoordaanslag dd 14-1 bij een grenspost te Gaza waarbij zes Israeliers en drie Palestijnen [de betreffende activisten] om het leven kwamen.
Verder in uw berichtgeving maakt u melding van gewelddadigheden waarbij acht Palestijnen om het leven kwamen zonder te vermelden dat deze gewelddadigheden bestonden uit Israelische legeracties in diverse delen van Gaza.
Het is voor een juiste samenhang tav de gebeurtenissen dan ook van het grootste belang, dat u een en ander duidelijk in uw berichtgeving vermeldt.

Terrorisme en gelegitimeerd verzet:

Ernstiger echter vind ik het feit, dat u de door Sharon gedane uitspraak, die niet alleen betrekking heeft op bovengenoemde zelfmoordaanslag, die slechts terroristisch zou zijn als het burgerslachtoffers betreft [diverse bronnen spreken elkaar in dezen tegenbetreffende militaire of burgerdoden], maar op Palestijnse militaire aanvallen in het algemeen, niet in een nader kritisch licht plaatst, waardoor u zich schuldig maakt aan impliciete verdediging van het officiele standpunt van de Israelische autoriteiten in dezen, waarbij iedere Palestijnse militaire aanval, hetzij op een burger of militair doel als terroristisch wordt gecategoriseerd, hetgeen niet het geval is.
Volgens het Internationaal Recht zijn namelijk alle op een bezettingsleger gedane militaire aanvallen gelegitimeerd [in casu Palestijnse militaire aanvallen op Israelische militaire doelen] aangezien ieder volk of uit het volk voortkomende organisaties het recht heeft zich militair te verzetten tegen het aanwezige bezettingsleger.
Het verdient derhalve aanbeveling, dat u bij een volgende berichtgeving over dit onderwerp hiervan melding maakt.

Israelische legeracties in Gaza:

Hoewel u verder in uw berichtgeving vermeldt, dat er bij recente gewelddadigheden acht Palestijnen om het leven gekomen zijn geeft u zoals reeds opgemerkt niet alleen niet duidelijk aan, dat het hier Israelische militaire acties betreft, evenmin doet u enige mededeling over het internationaalrechtelijk-illegitieme karakter van deze acties.
Volgens de grondprincipes van de 4e Conventie van Geneve moet namelijk bij iedere militaire acties een strict onderscheid gemaakt worden tussen combatanten [militairen en strijders] en non-combanten [burgers]
Wanneer er sprake is van in elkaar overlopende situaties [zoals de aanwezigheid van strijders in burgerdoelen zoals vluchtelingenkampen en woonwijken zoals hier het geval is] dan dient het leger bij haar militaire acties optimale veiligheidsmaatregelen in acht te nemen ter bescherming van de burgerbevolking, hetgeen bij de recente Israelische militaire acties echter geenszins het geval geweest is.
Bij de respectievelijke Israelische militaire acties, die hebben plaatsgehad in de woonwijk Al-Zeytoun in Gaza-stad, Oost-Gaza en het vluchtelingenkamp Rafah, waarbij acht mensen gedood werden en een groot aantal mensen gewond raakten is in alle gevallen niet alleen sprake geweest van een buitenproportionneel legeroptreden met tanks, zwaarbewapende militaire voertuigen en bulldozers, maar eveneens van het willekeurig schieten op huizen en burgers, zowel bij het begin van de militaire acties als op een later tijdstip, toen er eveneens werd geschoten op burgers, die zich door het schieten gealarmeerd, op straat hadden begeven.
Eveneens is er sprake geweest van het bulldozeren van aan families toebehorende landbouwgronden in Al-Zeytoun, hetgeen eveneens in strijd is met het Internationaal Recht, dat het vernietigen en onteigenen van land, huizen en andere bezittingen van ''beschermde personen'' [mensen, die leven onder een bezetting] verbiedt.

Palestijnse militaire aanvallen en Internationaal Recht:

Aanleiding tot deze militaire acties vormden volgens het Israelische leger niet alleen de reeds genoemde zelfmoordactie, maar tevens de Palestijnse raketaanvallen op Israelische nederzettingen en grenssteden [met name S'derot] waarbij recentelijk een aantal nederzettingenbewoners gewond geraakt zijn.
Hoewel het in dezen evident is, dat een dergelijke op Israelische burgers uitgevoerde Palestijnse militaire actie een ernstige mensenrechtenschending is, is het volgens het Internationaal Recht verboden de ene illegale daad [het plegen van raketaanvallen op burgerdoelen] te beantwoorden met een andere illegale daad [het willekeurig schieten op burgers en het bulldozeren van landbouwgronden en huizen]
Het is dan ook van belang, dat u hiervan eveneens melding maakt bij uw berichtgeving.

Ik spreek dan ook de hoop uit, dat u bij een volgende berichtgeving over dit onderwerp zich niet alleen zult bedienen van uitpraken van Israelische regerings en legerautoriteiten, maar eveneens van de rechtsreeks bij het conflict betrokken zijnde Palestijnse organisaties zoals bovengenoemde militante groeperingen, hetgeen een vereiste is mbt een objectieve joyrnalistieke berichtgeving in dezen.
Eveneens is het in dezen van groot belang, dat u de gepleegde Israelische militaire acties in het juiste humanitair internationaal-rechtelijke kader plaatst en in dit verband gebruikt maakt van bovengenoemde achtergrondinformatie, die gemakkelijk valt te controleren via de sites van internationaal-gerennommeerde mensenrechtenorganisaties als Amnesty International [http://www.amnesty.org], Human Rights Watch [http://www.hrw.org] en het Rode Kruis [http://www.icrc.org, waarop tevens de volledige tekst van alle Conventies van Geneve wordt aangetroffen]

Een en ander zal leiden tot een eerlijkere en objectievere berichtgeving hetgeen uw journalistieke taak is tegenover het teletekstlezende publiek.

Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam

rechtzetting
by dura lex sed lex Monday, Jan. 17, 2005 at 11:46 AM

Qua foutieve informatie mag dit er dan ook wel even bijstaan:
his is a WorldNetDaily printer-friendly version of the article which follows.
To view this item online, visit http://www.worldnetdaily.com/news/article.asp?ARTICLE_ID=42404

Monday, January 17, 2005

TROUBLE IN THE HOLY LAND
Palestinian producer: False film funded by PA
Documentary claims Israeli army committed war crimes

Posted: January 17, 2005
1:00 a.m. Eastern

By Aaron Klein

© 2005 WorldNetDaily.com

A Palestinian filmmaker who produced a documentary alleging Israeli troops committed war crimes in a refugee
camp admitted in a deposition last week to falsifying scenes, using inaccurate information and obtaining financing for
the project from the Palestinian Authority, WorldNetDaily has learned.

Muhammad Bakri, producer of "Jenin, Jenin," a documentary that claims Israel committed genocide in the Jenin
refugee camp in April 2002, admitted in a deposition to inaccuracies throughout his film. The filmmaker is being sued
by five Israeli soldiers visible in still footage in the film, which alleges IDF troops killed a "large number" of civilians,
mutilated Palestinian bodies, randomly executed and bombed women, children and the mentally and physically
impaired, and leveled the entire refugee camp, including a wing of the local hospital.

The documentary doesn't show footage of the alleged atrocities, but in some scenes, faces of the soldiers now suing
Bakri were superimposed over "eyewitness testimony," and it was indicated they had committed "war crimes."

But Bakri, in a deposition obtained by WND, admitted he "believed" selected witnesses but didn't check the
information they provided.

"I believed the things that I've been told. What I did not believe was not included in the film," said Bakri.

When asked about a scene in which it is implied Israeli troops ran over civilians, Bakri admitted to constructing the
footage himself as an "artistic choice." He also answered "no" when asked if he believed "that during the operation in
Jenin, the Israeli soldiers killed people indiscriminately."

In perhaps the most explosive element of the deposition, Bakri admitted his documentary, which was screened in
theaters around the world, was financed in part by the Palestinian Authority. He said Yasser Abed Rabu, Palestinian
minister of culture and information and a member of former PLO leader Yasser Arafat's executive committee,
"covered a part of the film expenses."

Israel entered Jenin, which was considered a center for terrorist recruitment and operations, as part of its Operation
Defensive Shield to crack down on increased suicide bombings by Hamas, Islamic Jihad and Al Aqsa Martyrs
Brigades. Israel sent infantry units to fight house-to-house and lost nearly two dozen soldiers to ambushes, Palestinian
snipers and booby-trapped houses.

Claims of a massacre were immediately made following the operation by the Palestinian leadership, which spoke of
upwards of 500 civilians killed and thousands wounded, but it was later determined 56 Palestinians, mostly gunmen,
were killed, and 23 Israeli soldiers died in the battle.

Media accounts, documentary evidence and investigations by several international humanitarian organizations quickly
proved there was no massacre.

Bakri's film features several "witnesses" describing "brutality" by the IDF, claiming Israel attacked and killed "many,
many" Palestinians with tanks, planes and snipers, although Bakri never lists the exact number of Palestinians killed.

But a film by Pierre Rehov, "The Road To Jenin," seems to disprove many of Bakri's claims, and has been cited in
the lawsuit against the Palestinian filmmaker.

One charge by Bakri is that Israel fired 11 missiles at a Jenin hospital, leveling the facility while patients were inside,
and later wouldn't allow emergency personnel to access the area. Hospital manager Dr. Mustafa Abo Gali tells
Bakri's audience, "The whole of the west wing was destroyed. Fighter planes launched their missiles every three
minutes."

But in "The Road to Jenin," Rehov also interviews Gali, who shows the filmmaker the extent of the damage a small
hole on the outside of a building, with the entire west wing intact. Rehov also provides aerial images of the hospital on
the last day of the Jenin incursion showing all sections of the hospital standing normally.

With regard to Bakri's claim that ambulances weren't able to reach the area, Dr. David Zangen, the IDF chief
medical officer in Jenin during the incursion, describes to Rehov how Israeli soldiers treated many wounded
Palestinian fighters, including members of Hamas. Rehov even cuts to a scene of an Israeli soldier authorizing Gali in
person to receive any medical supplies he needs for the Jenin hospital.

Writes Tamar Sternthal of the Committee for Accuracy in Reporting in the Middle East, "Even casual observers will
notice apparent inconsistencies in the 'witness testimony' on which Bakri relies. For example, an older interviewee
charges that the Israelis made Palestinian prisoners fully undress: 'Some people were completely undressed in front of
their brothers, sisters and children, who were used as human shields.' Yet, the accompanying image does not support
this claim; it shows a group of Palestinians, some of them without shirts. All wore pants."

Bakri also claims the IDF shot in the hands an unarmed Palestinian villager, Ali Youssef, and when he couldn't stand
up, they shot his feet. But Rehov found Youssef for his documentary and reveals Youssef was standing in a housing
complex with Hamas gunmen when he was shot once in the hand. Israeli medics treated Youssef's wound, found a
congenital heart problem, no foot injury and brought him to Israel for treatment at a hospital in Afula. Hospital papers
disclose Youssef was not shot in the leg at all.

Zangen says Bakri uses deceptive filmography techniques to create the myth of a massacre, a charge now supported
by Bakri's deposition. Zangen cites one scene of a tank heading toward a crowd. The scene then blacks out, falsely
suggesting the people were all killed, says Zangen. Also, Bakri, who Zangen says was not on scene at any time
during the battle to get footage, deceptively juxtaposes images of Israeli tanks and snipers taking aim with pictures of
Palestinian children, another charge Bakri has admitted to.

Some of the juxtaposed soldiers include the five who filed suit against Bakri in Tel Aviv court seeking more than
$500,000 in damages. The lawsuit, filed in Hebrew and obtained by WorldNetDaily, charges Bakri falsely claims the
soldiers committed war crimes.

The five plaintiffs are current reserve soldiers and say their professional lives require constant contact with
Palestinians who may recognize their faces from Bakri's documentary and seek to attack them.

"Bakri's blatant use of lies and deception to build his one-sided case about Palestinians suffering at the hands of brutal
Israel disqualifies it from having contributed to any 'big truth.' Rather, 'Jenin, Jenin' amounts to incitement fueling
vicious propaganda that claims Jews 'are not even human.'" writes Sternthal. She credits Rehov with exposing the
"inflammatory and defamatory falsehoods spread by works like 'Jenin, Jenin.'"