Van 29 december 2004 tot 7
januari 2005 verbleef ik samen met Marc De Meyere in Amman. We
hadden medisch materiaal van Geneeskunde
voor de Derde Wereld meegekregen om
aan onze Irakese vriendin Rana te overhandigen, zodat zij het tot
bij de slachtoffers van de platgebombardeerde stad Fallujah kan
brengen. Tijdens ons verblijf in Amman was er ook een
delegatie van verschillende vredesorganisaties uit de Verenigde
Staten aanwezig. Deze delegatie was samengesteld uit mensen
van Global
Exchange, Code
Pink, United
for Peace and Justice en Families
for Peace. Met deze missie
wilden ze hulpgoederen voor Fallujah aan Irakese artsen
overhandigen. Daarnaast wilden ze met artsen, hulpverleners
en slachtoffers uit Irak ervaringen met betrekking tot de oorlog
in Irak uitwisselen. Er vonden talrijke besprekingen plaats
over mogelijke strategieën om de westerse bevolking bewust te
maken van de humanitaire ramp die zich sinds de invasie permanent
ontwikkelt in Irak. Sinds begin november verzamelden deze
organisaties ongeveer 600.000 dollar voor hulpgoederen ten
voordele van de slachtoffers van Fallujah.
We leefden en werkten gedurende
deze week samen met de Amerikaanse activisten en talrijke
gesprekken met Amerikanen en Irakezen bevestigden onze vrees dat
in Irak reeds geruime tijd een georganiseerde misdaad tegen de
burgerbevolking plaats vindt. Enkele getuigenissen
werden vorige week reeds op Indymedia gepubliceerd. Hier is
het vervolg over de mensonterende daden van de coalitietroepen en
de interim-regering in Irak.
Amman, 30 december 2004 - Eén
van de centrale figuren tijdens deze ontmoetingsweek was Dahr
Jamail, een onafhankelijke, Amerikaanse journalist, die reeds
zeven maanden in het bezette Irak doorbracht, met als doel de
leugens van de Amerikaanse regering te ontmaskeren. Deze
avond stond een fotopresentatie van hem op het programma. Een
cameraman van TV Dubai zette de presentatie op film.
Levensomstandigheden in het bevrijde Irak
De fotovoorstelling begon met een
paar voorbeelden van de schrijnende gezondheidssituatie in het
verwoeste land. In Bagdad is het nu normaal dat er vijf
baby's samen in een couveuse worden gelegd.
De medische apparaten in de ziekenhuizen dateren nog van de
jaren zeventig. Er zijn enorme tekorten
aan medicijnen en ander medisch materiaal.
De
ziekenhuizen werden door de Amerikanen echter wel voorzien van
gloednieuwe schrijftafels. Deze
moeten dienen om naar het westen toe te tonen hoe goed het gaat
met de wederopbouw van Irak.
De
hygiënische toestand van de ziekenhuizen is echter
abominabel. Deze foto toont een toilet op de afdeling
Intensieve Zorgen van het al-Kerkh hospitaal.
De mensen die uit hun huizen
werden verdreven, leven op stortplaatsen in erbarmelijke
omstandigheden. Op deze foto is de verblijfplaats van een
vluchtelingengezin te zien. Een constructie uit olievaten
doet dienst als woning.
Een man die hier woont draagt een
t-shirt dat hem door de bezettingstroepen geschonken werd.
“Irak - vooruitgang -
welvaart” staat erop gedrukt.
(foto:
T-shirt Iraq progress prosperity)
Vandaag is één van
de grootste problemen van de Irakezen het gebrek aan zuiver water.
De Amerikaanse firma Bechtel sloot op 17 april 2003 een
contract van 680 miljoen dollar met U.S. Agency for International
Development (U.S.AID) om de watervoorziening in Irak te
herstellen. In september 2003 werd
dit naar 1,03 miljard dollar uitgebreid. Een bijkomend
contract van 1,8 miljard dollar volgde. Nu blijkt dat
Bechtel deze contracten amper nakomt, met als gevolg dat er een
enorme toename is van ziekten zoals cholera, tyfus, diarree en
nierstenen. Een link naar het volledige rapport over deze
zaak, dat in samenwerking met Dahr Jamail door Public Citizen
gepubliceerd werd, is te vinden op
http://dahrjamailiraq.com/reports/
http://www.citizen.org/documents/bechteliniraq.pdf.
Deze foto toont het water zoals
het uit de zeldzame leidingen in Sadr city komt. Een van de
rapporten van Dahr beschrijft hoe een familie de honger stilt door
rijst te eten die een paar uur in vuil water geweekt werd.
(foto:
water in Sadr city)
Op deze foto is een moeder te
zien van acht kinderen, waarvan de oudste veertien
jaar is. Ze leven in al-Sadr city. In augustus werd de
echtgenoot van de vrouw, een handelaar
in tweede handskleding, door de bezetters gedood. Sindsdien
moet ze haar gezin onderhouden met de maandelijkse
voedseluitreikingen en hulp van de buren.
(foto:
widow with kids)
Eén van haar buren is de
17-jarige Abbas die een been verloor bij een Amerikaanse
clusterbomaanval. Een clusterbom is een soort bompakket dat
zich in de lucht opent, zodat er een heleboel kleinere bommen
uitspringen. Clusterbommen worden gevreesd omdat ze enorm
veel slachtoffers te maken. De kans is groot dat een aantal
van de kleinere bommetjes niet ontploft, zodat ze ook later een
gevaar betekenen voor bijvoorbeeld kinderen die ze vinden.
(foto:
cluster bomb victim)
Het verhaal van deze
oorlogsweduwe is in het Engels te vinden op
http://dahrjamailiraq.com/weblog/archives/dispatches/000151.php#more
De gebrekkige stroomvoorziening
vormt een ander probleem voor het dagelijks leven in Irak.
Meestal hebben de mensen slechts een paar uur per dag
stroom. Op de betere dagen is de
stroomtoevoer beperkt tot een maximum
van acht uur. Dit vormt zeker een probleem nu Irak een
relatief koude winter meemaakt, want ook de olie is in dit
olierijke land bijzonder schaars geworden,
voor de bevolking althans.
Het leven van de Irakezen wordt
in deze moeilijke levensomstandigheden nog eens extra verzwaard
door het veelvuldig machtsvertoon van de bezettingstroepen. Dahr
gaf een voorbeeld bij een foto van de auto van één
van zijn Irakese vrienden. De man loopt op krukken en moest
zich ijlings naar zijn wagen begeven om die te verplaatsen om een
Amerikaanse tank door te laten.
(foto:
Salam's car)
Het bovenstaande zijn slechts
enkele voorbeelden van de humanitaire ramp die in Irak aan gang
is. De Irakezen hebben al lang begrepen dat hun welzijn de
Amerikaanse regering geen moer kan
schelen. Daarom groeien de antiwesterse gevoelens
elke dag aan.
(foto:
Vietnam street)
(foto:
Troops go home)
Aangezien Dahr reeds verscheidene
maanden in het bezette Irak doorbracht, weet hij zeer goed hoe
onleefbaar het er is voor de inwoners van het land. Ook hij
kent het gevoel van over straat te lopen en zich ervan bewust te
zijn dat elk moment een autobom naast je kan ontploffen. Een
begrafenisondernemer vertelde hem in mei 2004 dat er gemiddeld 600
doodskisten per dag geleverd worden. Vóór de
invasie waren dat er 150.
De verwoesting van Fallujah
Volgens de officiële
Amerikaanse bronnen vielen bij de belegering van Fallujah in april
2004 vierhonderd doden, waarvan het grootste deel verzetstrijders
waren. Irakese bronnen geven echter aan dat er veel meer
slachtoffers vielen, waaronder ook heel veel vrouwen en kinderen.
Er werd zelfs een vrouw met een witte vlag in haar handen
geklemd het ziekenhuis binnengebracht.
Er zijn meerdere meldingen van het beschieten van
ziekenwagens, wat absoluut in strijd is met de Conventie van
Genève. Meer getuigenissen over de beschieting van
ziekenwagens en brutale handelingen
tegenover artsen bij het uitoefenen van hun werk zijn in het
Engels te lezen op
http://www.dahrjamailiraq.com/hard_news/archives/hard_news/000157.php#more.
Nederlandse vertaling:
http://www.intal.be/nl/article.php?articleId=381&menuId=1
(foto:
bullet holes in ambulance windshield)
(foto:
back_of_ambulance)
(foto:
Destroyed ambulance in Fallujah - April 2004)
Het ministerie van
Volksgezondheid meldde dat er voor de vluchtelingen uit Fallujah
gezorgd wordt. Deze uitspraak is strijdig met wat Dahr en
zijn Irakese medewerkers tot nu toe
gezien hebben. Na de tweede belegering van de stad, die in
november plaats vond, is 75 % van Fallujah
met de grond gelijk gemaakt en ook de rest is zwaar beschadigd.
(foto:
Fallujah flattened)
Eén van de medewerkers van
Dahr kon foto's van Fallujaanse slachtoffers bemachtigen. Deze
foto's moesten dienen om ter identificatie aan de vluchtelingen
voor te leggen. Volgens deze medewerker, die zelf
verschillende keren de stad kon betreden
moeten de Amerikaanse troepen ook chemische wapens gebruikt
hebben. De Amerikaanse soldaten die rondom de stad
gepositioneerd zijn, gaven het advies om in Fallujah
niets aan te raken, geen water te drinken, enz… Op
enkele van de foto's waren ook lijken te zien die helemaal
opgeblazen waren en geen kogelgaten vertoonden. Ook de
inwoners zelf verklaarden dat er chemische wapens gebruikt werden.
De kleding van dit meisje is in
haar lichaam gesmolten. Vermoedelijk werd ze het slachtoffer
van een fosforbom.
(foto:
phosphor bomb victim)
Gedode man in Fallujah. Het
teken dat hij met zijn hand maakt wordt gebruikt door moslems die
niet in staat zijn te bidden. De betekenis ervan is: 'Er is
één God'.
(foto: killed man - 1 God)
Gedode verzetstrijder,
gedeeltelijk door honden opgegeten.
(foto: fighter, partially eaten by dogs)
De dag van de presentatie kregen
we te horen dat het leger zich aan het voorbereiden was om ook
Mosul binnen te vallen. De bezetters hebben de stad niet
meer onder controle. Wanneer ze daar op de zelfde wijze als
in Fallujah te werk gaan, betekent dit nog een veel grotere
menselijke ramp, omdat Mosul een zeer grote stad is, zowel qua
inwoneraantal als qua oppervlakte.
Dahr vertelde verder dat, telkens
hij Irak opnieuw binnenkwam, de toestand verergerd was. “Het
lijkt of je in een ander land dan de vorige keer bent.” Een
Irakese medewerker voegde nog toe, dat wat hier getoond werd
slechts 1 % is van wat er in Fallujah gebeurde.
“De Irakezen kunnen dus niets anders doen dan
iedereen die de bezetter ondersteunt te doden. Dit is een
daad van pure zelfverdediging.”
Vandaar de dagelijkse aanvallen
op politieposten en dergelijke meer. Iedereen die met de
bezetter collaboreert is een doelwit voor de strijders van een
volk dat zijn soevereiniteit tracht terug te winnen.
De Irakezen schreeuwen om gehoord
te worden door hun medemensen in het westen. Ook in Europa
kan de bevolking zich voor gerechtigheid in Irak inzetten. Eén
van de mogelijkheden is om de Amerikaanse producten zoveel
mogelijk te boycotten. Daarnaast zou een gezamenlijke actie
om de Europese regeringsleiders te dwingen een duidelijk standpunt
tegen de oorlogspolitiek van de Verenigde Staten in Irak in te
nemen mee gewicht in de weegschaal kunnen leggen. De
grootscheepse mobilisatie voor hulp aan de slachtoffers van
de Tsunamiramp bewijst dat we in het westen bekommerd zijn om
mensen die minder geluk hebben hier op aarde. De
onmenselijke omstandigheden waarin het Irakese volk zich bevindt
is een gevolg van menselijke hebzucht en machtswellust. De
wereldleiders die dit op hun geweten hebben kunnen overwonnen
worden, indien voldoende mensen over heel de wereld zich samen
inzetten tegen deze onrechtvaardigheid.
|