arch/ive/ief (2000 - 2005)

Schendingen van mensenrechten en internationale rechtsprincipes in Guantanamo
by Astrid Essed Thursday, Jan. 06, 2005 at 12:36 PM

Bij de detentie van de meer dan 660 buitenlandse gevangenen op de Amerikaanse marinebasis in Guantanamo is er niet alleen sprake van mensenrechtenschendingen, maar revens van de schending van internationale rechtsprincipes


Bij dezen wens ik de redactie, medewerkers en lezers van Indymedia Belgie een gelukkig, succesvol, gezond en strijbbaar 2005

Astrid Essed

Onderstaand artikel is tevens gepubliceerd in het Uitpersnummer van december: http://www.uitpers.be



Schendingen van mensenrechten en internationale rechtsprincipes in Guanrtanamo.

Geachte Redactie

Niet alleen moeten de recente FBI-onthullingen over martelingen van gevangenen in Guantanamo gezien worden tegen het licht van de reeds bekende informatie over mensenrechtenschendingen tav van hen, met name houden zij verband met de schending van hun rechtspositie door de Amerikaanse overheid, hetgeen in belangrijke mate bepalend is geweest voor hun situatie.


Samenstelling gevangenen:

In Guantanamo bevinden zich momenteel meer dan 660 gevangenen, van wie de grootste groep bestaat uit tijdens de oorlog in Afghanistan en Irak gevangengenomen militairen en strijders en een kleinere groep uit mensen, die in andere delen van de wereld gearresteerd zijn op verdenking van terrorisme.
Frappant echter in dezen is, dat beide groepen gelijkelijk door de Amerikaanse Overheid als ''terroristen'' worden beschouwd, ongeacht de omstandigheden waaronder hun detentie heeft plaatsgehad [bij oorlogshandelingen cq individuele arrestaties in andere delen van de wereld] en de tot nu toe niet hard-gemaakte bewijsvoering.

A Rechtspositie gevangenen:


1 Rechtspositie van de groep tijdens de gevechtshandelingen gevangengenomen strijders:

Mensenrechtenschendingen:

De eerste transporten naar Guantanamo van tijdens de oorlog in Afghanistan gevangengenomen Taliban en Al-Qaedastrijders, die plaatshadden in januari 2002, twee maanden na de beeindiging van de oorlog in Afghanistan, werden gekenmerkt door ernstige schendingen van de mensenrechten van de gevangenen.
Zo werden gevangenen niet alleen aan elkaar vastgeketend, hetgeen vanuit humanitair opzicht onacceptabel is, maar kregen daarenboven zowel een kap over hun hoofd als dopjes in de oren, waardoor er sprake was van psychische schade vanwege ernstige desorientatieproblemen, hetgeen in strijd is met de internationaal-verplichte humane behandeling van gevangenen.
In Guantanamo aangekomen werden zij opgesloten in kooien, hetgeen niet alleen in strijd is met de voor gevangenen verplichte menswaardige detentiefaciliteiten, maar hen bovendien blootstelde aan de wisselende weersomstandigheden met alle voor de gezondheid nadelige gevolgen van dien.


Rechtspositie:

Nog ingrijpender voor de positie van deze gevangenen was echter de definiering van hun rechtspositie door de Amerikaanse overheid of liever gezegd het ontbreken daarvan.
De Amerikaanse Overheid beschouwde namelijk de groep Guantanamo gevangenen, die was samengesteld uit in de oorlog in Afghanistan en Irak gevangengenomen militairen en strijders, niet als krijgsgevangenen, maar als zogenaamde ''vijandelijke strijders''.

Een en ander impliceerde, dat zij geen aanspraak konden maken op de status van krijgsgevangene en de daaraan volgens de 3e Conventie van Geneve ontleende rechten.
Volgens de 3e Conventie van Geneve moeten namelijk alle krijgsgevangenen na beeindiging van de oorlogshandelingen in vrijheid gesteld worden, tenzij er sprake is van een beschuldiging van buiten reguliere oorlogshandelingen vallende misdrijven zoals oorlogsmisdaden, cq misdaden tegen de mensheid, waarna binnen de wettelijk vereiste termijn een proces volgt volgens internationaal geldende rechtsregels.
Wanneer er echter sprake is van enige twijfel rond de eventuele status van krijgsgevangene, dient volgens de 3e Conventie van Geneve door een tribunaal de status van de gevangene te worden vastgesteld, hetgeen overigens in het geval van de Guantanamo-gevangenen nooit door de Amerikaanse Overheid is gedaan.
Mocht echter in dat geval sprake zijn van een niet-krijgsgevangenen-status, dan zijn op dergelijke gevangenen de principes van de 4e Conventie van Geneve van toepassing, die ondanks de niet-toekenning van de positie als krijgsgevangene in humanitair-juridische zin grotendeels overeenkomen met de basisprincipes van de 3e Conventie van Geneve, namelijk een humane behandeling en een eerlijk proces.

Hieruit vloeit voort, dat detentie zonder vorm van proces, evenals de reeds genoemde inhumane en vernederende behandeling, waaraan zij vanaf hun komst [respectievelijk in 2002 en 2003] waren blootgesteld, streng verboden zijn, niet alleen volgens de bepalingen van de Conventies van Geneve, maar volgens alle internationale rechtsverdragen.

2 Rechtspositie gevangenen uit andere delen van de wereld:

Hoewel er in het geval van de arrestaties van gevangenen in andere landen op basis van echt of vermeend terrorisme uiteraard geen sprake is van toekenning van een krijgsgevangenenstatus, is het in dezen evident, dat hun detentie zonder enige vorm van proces, alsmede de veelal inhumane en vernederende behandeling in alle opzichten strijdig is met de internationale rechtsregels in dezen.
Hieruit vloeit voort, dat zij niet alleen dezelfde rechten hebben als iedere andere verdachte van een misdrijf, maar derhalve recht hebben op alle voor verdachten geldende rechtsbescherming zoals een eerlijk proces en een humane behandeling onder alle omstandigheden.


Uit bovenstaande mag blijken, dat het door de Amerikaanse overheid impliciet-geventileerde standpunt, dat er voor echte of vermeende ''terroristen'' andere rechtsmaatstaven zouden gelden dan voor andere verdachte, ten enenmale in strijd is met de geldende internationaalrechtelijke gelijkheidsprincipes in dezen en leidt tot een ernstige erosie van de tot dusver gehanteerde juridische normen.

B Internationale protesten:

Het is evident, dat de detentieomstandigheden in Guantanamo en de zeer omstreden rechtspositie van de gevangenen hebben geleid tot ernstige internationale protesten, in eerste instantie van mensenrechtenortganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, maar ook van het doorgaans terughoudendere Rode Kruis.
Verder werden ernstige protesten geuit door een groot aantal juridische instanties zoals de Inter-Amerikaanse Commissie voor mensenrechten, diverse VN-Commissies alsmede een verklaring van een van de Hoogste Britse Gerechtsinstanties, die Guantanamo een ''juridisch rechtsvacuum'' noemde.
Ook van de zijde van de internationale politiek, waaronder zowel West-Europese, Arabische als andere Derde Wereldleiders werden zeer kritische geluiden geventileerd.

Grote kritiek was met name gericht op de aanwezigheid van drie minderjarigen in Guantanamo, hetgeen nog los van de inhumane detentieomstandigheden een zeer ernstige schending is van het eveneens door de VS ondertekende Optionele Protocol ten aanzien van Kind-Soldaten, dat niet alleen aan kinderen speciale basis-garanties geeft voor en adequate opvang, maar met name gericht is op een snelle integratie in de maatschappij en een detentie, gescheiden van volwassenen.


C Militaire tribunalen:

In dit kader is het eveneens van groot belang stil te staan bij de door de Amerikaanse Overheid in het leven geroepen militaire tribunalen er berechting van de Guantanamo-gevangenen.
Op 13 november 2001 werd door de Amerikaanse president Bush een militaire verordening ondertekend ter berechting van niet-Amerikaanse burgers, die van terrorisme werden beschuldigd, hetgeen de basis heeft gelegd voor de huidige op Guantanamo aanwezige militaire tribunalen.

Niet alleen is de wettelijke basis voor de militaire tribunalen als zodanig zeer twijfelachtig, daarenboven zijn een aantal volgens de militaire tribunalen geldende bepalingen eveneens in ernstige mate in strijd met de rechten van verdachten.

1 Dubieuze wettelijke basis:

Nog afgezien van het feit dat de Amerikaanse Overheid tegen de internationaal-geldende rechtsregels in, de officiele krijgsgevangenen-status van de gevangenen nooit heeft laten vaststellen door een mjilitaire rechtbank, mogen ook in geval van vaststelling van een krijgsgevangenen-status door krijgsgevangenen gepleegde strafbare feiten [oorlogsmiddaden en misdaden tegen de mensheid] allleen berecht worden door een officiele Amerikaanse militaire rechtbank, niet voor een militair tribunaal.
De enige groep, die eventueel voor een tribunaal berecht mag worden zijn niet-erkende strijders, van wie is aangetoond, dat zij verwikkeld waren in een gewapend conflict met de Verenigde Staten, waarbij echter uiteraard de internationaal-geldende rechtsregels betreffende rechten van verdachte moeten worden gewaarborgd.


2 Schending rechten van verdachten:

Niet alleen is in dezen sprake van een berechting voor de militaire tribunalen van alle in Guantanamo aanwezige gevangenen, krijgsgevangenen of niet, daarenboven is bij de toepassingsreglementen van de militaire tribunalen tevens sprake van ernstige schendingen van de rechten van de verdachten:

a De beperking van het recht van de verdachte op een advocaat.

In de eerste plaats wordt volgens de reglementen van de militaire tribunalen aan iedere verdachte een militaire raardsman toegekend.
Weliswaar heeft de verdachte het recht op het kiezen van zijn eigen advocaat, maar de kosten hiervoor moeten door verdachte zelf worden opgebracht.
Aangezien de meeste verdachten niet beschikken over financiele middelen dienaangaande, betekent een en ander in de praktijk een beperking van de elementaire rechten van verdachte op het de vrije keuze van een eigen advocaat.

b Discriminerende bepalingen

In de tweede plaats is er bij de instelling van deze militaire tribunalen sprake van evidente discriminatie tussen Amerikaanse en niet-Amerikaanse burgers, aangezien Amerikaanse burgers niet voor de tribunalen berecht mogen worden ongeacht hun eventuele status als niet-erkende strijder [zoals reeds opgemerkt een legitieme voorwaarde toyt berechting voor een militair tribunaal]
Een en ander impliceert discriminatie tussen Amerikaanse en niet-Amerikaanse burgers, die in dezen resulteert in rechtsongelijkheid ten nadele van niet-Amerikaanse burgers, hetgeen in strijd is met het internationaalrechtelijke gelijkheidspdincipe in dezen.

c De berechting van burgers door de militaire tribunalen:

Niet alleen is hier sprake van ongelijkheid in behandeling tussen Amerikaanse en niet-Amerikaanse burgers, die tot dezelfde categorie verdachten behoren [niet-erkende strijders, verwikkeld in een militar conflict met de VS], daarenboven schuilt in de toepassingsmogelijkheden van de militaire tribunalen eveneens gevaar voor in de VS wonende niet-Amerikaanse burgers, die geen strijders geweest zijn en wiens betrokkenheid bij enig gewapend conflict uiterst twijfelachtig is.
Zo kan in principe een niet-Amerikaanse burger, die in het verleden een financiele bijdrage heeft gedaan aan Al-Qaeda of een volgens de VS aan Al-Qaeda gelieerde organisatie onder de beschuldiging ''hulp aan de vijand'' eveneens vervolgd worden volgens de toegekende rechts bevoegdheden van de militaire tribunalen zonder de mogelijkheid van vervolging door een burgerlijke rechtbank.

d De beperking van het recht op inzage van het bewijs:

Eveneens is het de militaire tribunalen voorbehouden de verdachte uit te sluiten van inzage in bewijsmateriaal tegen hem en het echt bij getuigenis tegen hem aanwezig te zijn, hetgeen niet alleen zijn recht op een optimale waardoor niet alleen zijn recht op een optimale verdediging kan worden belemmerd, maar hetgeen eveneens in strijd is met de Amerikaanse militaire wetgeving, die de aanwezigheid van verdachte wel toestaat.
Eveneens kan in sommige gevallen de door hem eventueel ingehuurde burgerlijke advocaat de toegang ontzegd worden.


e Recht op beroep bij een burgerlijke rechtbank

Welhaast de ernstigste schending van de rechten van verdachte is wel zijn recht op beroep bij een onafhankelijke burgerlijke rechtbank, hetgeen wel is toegestaan volgens de Amerikaanse militaire wetgeving.
Zijn enige recht op beroep is bij de Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld.
Aangezien hier sprake is van een militair tribunaal, waarvan bovendien de samenstelling is bepaald door de Amerikaanse minister van Defensie zelf, is hier ernstige schending van de rechten van verdachte op een objectieve en onafhankelijke herbeoordeling van zijn zaak.

f Gebrek aan juridische kennis

Welhaast even ernstig als de hierboven genoemde schendingen van de rechten van de verdachten is het evident-aanwezige gebrek aan juridische kennis bij de leden van het militair tribunaal en hun te betwijfelen objectiviteit in dezen.
In de eerste plaats bleek bij de eerste zitting van het tribunaal in augustus, waarbij vier mensen terechtstonden, dat niet alle leden van het tribunaal een juridische opleiding hadden genoten, noch voldoende op de hoogte waren van het geldende oorlogsrecht.
Het is uiteraard evident, dat een en ander een ernstige schending is van de rechten van de verdachten op een gedegen behandeling van hun zaak waarvoor juridische kennis wel een van de basisvoorwaarden is.
In de tweede plaats bleek, dat een aantal leden van het tribunaal in het verleden had deelgenomen aan oorlogshandelingen in Afghanistan, hetgeen uiteraard belemmerend was voor een objectieve beoordeling van verdachten.

Zitting tegen Hicks:

Dit gebrek aan juridische kennis deed zich opnieuw voor tijdens de eerste zitting tegen de Australier David Hicks, die reeds tweeenenhalf jaar op Guantanamo was gedetineerd, grotendeels in eenzame opsluiting en werd beschuldigd van samenswering bij het legen van oorlogsmisdaden, poging tot moord en het bieden van hulp aan de vijand.
Twee van de drie tribunaalleden bleken niet alleen geen juridische opleiding gehad te hebben, maar daarenboven een gebrek aan kennis ten toon te spreiden ten aanzien van de meest elementaire juridische begrippen, waardoor er een aantal keren sprake was van willekeurig en zelfs procedureel-onrechtmatig handelen, zoals geconstateerd door een juridisch-geschoolde waarnemer van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.
Het gevolg was, dat op verzoek van zijn advocaten de start van het proces is verdaagd van januari tot maart 2005.

Het behoeft geen betoog, dat een dergelijk gebrek aan juridische kennis, gecombineerd met een gebrek aan objectiviteit, voor de desbetreffende verdachten zeer ernstige gevolgen kan hebben.




D De militraire rechtbanken versus het Amerikaanse rechtssysteem:

Het is echter belangrijk te constateren, dat door een aantal uitspraken van Amerikaanse rechters de willekeur en rechtsongelijkheid, althans betreffende de militaire tribunalen, in belangrijke mate is ingedamd.

Zo is recentelijk een van de bepalingen van de militaire tribunalen, waardoor de doorgaans vertrouwelijke gesprekken tussen verdachte en advocaat zouden mogen worden gemonitored door Amerikaanse militaire autoriteiten, verboden.

Welhaast de belangrijkste juridische uitspraak die tot nu toe door een Amerikaanse rechter gedaan is ten aanzien van deze militaire tribunalen is de uitspraak dd 8-11 2004 in de zaak betreffende
Salim Ahmed Hamdan, die ervan werd beschuldigd de chauffeur van Osama bin Laden te zijn geweest.
De rechter van het Federale Gerechtshof in Columbia besloot, dat Hamdan beschouwd moest worden als een krijgsgevangene, hetgeen zoals bekend tot nu toe door de Amerikaanse Overheid was geweigerd aan Guantanamo-gevangenen.
Hierdoor had hij volgens de Amerikaanse militaire wetgeving, volgens welke krijgsgevangenen berecht worden, zowel het recht op inzage in alle bewijsmateriaal als het aanwezigheidsrecht bij alle zittingen van het tribunaal, met name ten aanzien van hem afgelegde getuigenverklaringen, hetgeen volgens de bepalingen van de militaire tribunalen niet is toegestaan.
Verder bepaalde het Federale Gerechtshof, dat de zittingen van de militaire tribunalen werden opgeschort totdat de reglementen dienaangaande werden gewijzigd en Hamdan toestemming was gegeven tot inzage in het bewijsmateriaal en het bijwonen van alle zittingen van het tribunaal.

Met deze door de rechter gedane uitspraak is een belangrijk precedent geschapen, dat als gevolg kan hebben, dat de Amerikaanse Overheid alsnog wordt verplicht tot het naleven van het Internationaal Recht met betrekking tot de gevangenen in Guantanamo, hetgeen niet alleen van groot belang is voor hun elementaire rechten, maar tevens beschouwd kan worden als het begin van het herstel van de sinds 11 september steeds verdergaande erosie van het rechtssysteem.

Astrid Essed
Amsterdam



More Guantanamo
by kitty Thursday, Jan. 06, 2005 at 1:07 PM

see
http://dearkitty.modblog.com/?show=blogview&blog_id=400790