Live vanuit Amman: Conferentie met Irakese en Jordaanse artsen by Inge Van de Merlen Saturday, Jan. 01, 2005 at 12:30 PM |
29 december 2004 - Wanneer we, nadat onze bagage in Hotel Al-Monzer is afgezet, met Rana de conferentiezaal in het aanpalende Hotel Toledo betreden zijn de artsen uit Irak en Jordanië net aan het woord.
Rana vertelt ons dat de ouders van de gesneuvelde Amerikaanse soldaten en van de slachtoffers van 11 september hun verhaal voordien reeds deden, en dit zou een zeer emotionele aangelegenheid geweest zijn. We maken al vluchtig kennis met Dahr Jamail en met Gael Murphy van Code Pink, en Marc ontmoet dadelijk Harp, een oude bekende van tijdens zijn eerdere reizen naar Bagdad.
Aangezien de toespraken aan gang zijn haal ik onmiddelijk mijn notaboek boven en noteer alles wat ik opvang.
Er komen drie artsen aan het woord. Ze leggen er de nadruk op dat ze zeer wel differentiëren tussen de Amerikaanse regering en het Amerikaanse volk zelf. Ze stellen dat Bush en Allawi criminelen zijn, die het land van een vredelievend volk bezetten, hun zonen doden en hun rijkdom stelen. Ze zien de bezettingstroepen als vreemdelingen, die van over de oceanen komen en misdaden plegen tegenover mensen in hun huizen, mensen die hen nooit aangevallen hebben. Dit hebben ze kunnen doen door middel van een leugen. De Amerikaanse regering herhaalt namelijk telkens weer dat de Arabische en islamitische mensen de Verenigde Staten haten omwille van hun democratie en omdat de Arabische islamieten niet van vrijheid houden. "De Verenigde Staten beweren een democratie van hoog niveau te zijn, maar wij geloven niet in het conflict van de 21ste-eeuwse beschaving. Wij houden van vrede en respectvolle dialoog," aldus een van de dokters. Hij haalt een vers uit de Koran aan, waarin staat dat God de mensen geschapen heeft om van elkaar te houden, niet om te vechten. Het is de politiek van de Verenigde Staten die de Palestijnse en Iraakse bezetting blijft voeden. De Amerikaanse regering ondersteunt ook de agressieve politiek van Israël in naam van vrede en democratie. Alle Jordaniërs kennen mensen in Palestina en bijna iedereen in Jordanië verloor reeds een vriend of familielid in dit bezette land. De Verenigde Staten zijn de vijand van alle andere staten en er moet veel meer druk vanuit de Europese regeringen komen om al deze misdaden in naam van de democratie aan te klagen.
Een man uit San Diego, California, van Mexicaanse afkomst en vader van een in Irak gesneuvelde soldaat, merkt op dat de Verenigde Staten alle naties bestelen. Ook de Latijns-Amerikaanse landen ontkomen hier niet aan. Daar willen ze voortdurend de oliemaatschappijen privatiseren, en landen die zich hiertegen verzetten, zoals Cuba en Venezuela, worden door hen bedreigd.
De artsen leggen verder de nadruk op hun appreciatie voor de activiteiten van de ouders van de gesneuvelde soldaten en van de organisatie in haar geheel. Ze begrijpen de gevoelens van deze mensen die hun zonen verloren zeer goed, daar ook in Irak vele moeders en vaders hun zonen verliezen door deze oorlog. Het was bovendien een Amerikaanse organisatie die als eerste melding maakte van de meer dan 100.000 burgerslachtoffers in Irak. Ze zijn ervan overtuigd dat steeds meer Amerikanen zullen ontdekken wat de realiteit is. Met nadruk vragen de artsen aan het Amerikaanse volk om zich te blijven verzetten tegen de dictatuur van Bush en tegen de bezetting van Irak. Want het verzet in Irak zal niet ophouden alvorens de bezetting volledig voorbij is.
Wanneer we later in het restaurant van het hotel napraten, stelt Rana me voor aan een sheikh uit Fallujah. Hij schudt geen handen met vrouwen, maar zijn open gezichtsuitdrukking met blinkende ogen en brede glimlach straalt een enorme warmte uit. Wanneer Rana beaamt dat ik christen ben wil ik haar hierin corrigeren, maar ze snoert me discreet de mond. Ik leg uit dat ik alle verschillende religies zie als de spaken van een wiel, die in de as samenkomen, en dat het christendom en de islam zeer dicht bij elkaar liggen. Nadat ze dit voor hem vertaald heeft blijkt dat ik hierdoor zijn hart gewonnen heb.
Dan begint hij te vertellen hoe zijn schoonzoon door de Amerikaanse soldaten vermoord werd. Dit gebeurde vrij recent. De Amerikanen klopten aan de deur. Toen de schoonzoon opendeed vroeg hij een minuutje de tijd, zodat zijn vrouw haar hijab (hoofddoek) kon opzetten. Hierop werd de man grofweg doodgeschoten. Hij laat een vrouw en twee kleine kindjes achter. Drie dagen later zijn de Amerikanen zich voor dit voorval komen verontschuldigen. Mijn hart bloedt bij het aanhoren van dit verhaal, niet wetende dat in de komende dagen nog ettelijke, veel gruwelijkere verhalen verteld zullen worden.
Dan vraagt hij me of ik me de nieuwsberichten herinner over de bomauto die nabij een christelijke kerk in Bagdad ontplofte. Een ooggetuige (het is me niet helemaal duidelijk of hij dit al dan niet zelf is) zag dat deze ontploffing door de bezettingstroepen (het kan ook zijn dat hij de Iraakse Nationale Garde zegde) met behulp van een afstandsbediening werd geactiveerd.
De rest van de avond vond de kennismaking met de Amerikaanse activisten en de andere aanwezigen plaats. Ze dankten ons meermaals voor onze aanwezigheid. Onze entrée in Amman was achter de rug.