arch/ive/ief (2000 - 2005)

Opnieuw buitenlandse mijnexploitatie in de Filippijnen
by Arnold Vandenbroeck [posted by bruno] Wednesday, Dec. 15, 2004 at 1:02 PM

De eerste december 2004 zal hier waarschijnlijk als een mijlpaal de filippijnse geschiedenis ingaan. En het gaat hier niet om een mijlpaal waar mensen die bezorgd zijn om het milieu met plezier zullen aan terugdenken. Op 1 december kwamen de rechters in het Opperste Gerechtshof in de Filippijnen terug op een beslissing die ze een jaar geleden hadden genomen.

Op 27 januari 2004 hadden de rechters toen besloten om de "Philippine Mining Act of 1995" – dat is de wet die de mijnbouw in het land regelt – ongrondwettelijk te verklaren omdat er onderdelen waren die de belangen van buitenlandse investeerders beter beveiligden dan de belangen van filippijnse burgers.

De rechtszaak die leidde tot deze uitspraak was aanhangig gemaakt door het LRC of het Legal Rights and Natural Resources Center, een partner van Broederlijk Delen. LRC kwam daarbij op voor de belangen van een aantal inheemse bevolkingsgroepen in de berglanden van Mindanao die gevaar liepen plaats te moeten ruimen voor uitgebreide mijnontginningen. Het Opperste Gerechtshof ging in januari 2004 akkoord met het pleidooi van LRC dat het gewoon niet kan dat ondernemingen die 100% in handen zijn van buitenlanders allerlei mijnexploraties kunnen opstarten. Zij oordeelden dat dat in tegenspraak is met het nationaliteitsprincipe in de grondwet.

Maar dat is bijna een jaar geleden. Intussen is er een en ander gebeurd. Er zijn verkiezingen geweest voor het presidentschap, voor de kamer en voor de senaat. De Filippijnen zit na die verkiezingen in zware financiële nesten. Een derde van het overheidsbudget moet gebruikt worden om de interest te betalen op leningen die opeenvolgende regeringen in de voorbije jaren hebben afgesloten. Als het land de leningen zelf zou moeten afbetalen dan zou zelfs meer dan 80% van het budget daarvoor moeten gereserveerd worden.

De voorbije maanden heeft de regering hemel en aarde bewogen om iedereen ervan te overtuigen dat de oplossing van onze problemen gewoon "onder onze voeten" zit. Exploitatie van de ondergrondse mineralen moet de mijnindustrie nieuw leven inblazen, belastingsgeld opleveren en tegelijk werkgelegenheid en sociale voorzieningen creëren.

Ook de heren en dames van het Opperste Gerechtshof zijn niet ongevoelig gebleven voor de druk van de regering en van de lobbyisten van de mijnindustrie. Gevolg: op 1 december 2004, in een dramatische ommekeer, ging het gerechtshof in op een motie tot herziening van hun eerdere oordeel. Zonder dat er in de tussentijd van een jaar ook maar een iota was gewijzigd aan de wet, veranderden 5 rechters van mening en vond de meerderheid dus dat de mijnbouwwet niet in tegenspraak was met de grondwet.

Velen zien de nieuwe beslissing als voorbode van een "storm" die sterker zal blijken te zijn dan de opeenvolgende stormen en natuurrampen van november die net voor honderden doden hebben gezorgd en die de Filippijnen weer even in het wereldnieuws brachten. In heel wat rurale gemeenschappen is men verontwaardigd en wordt de beslissing veroordeeld. Sommigen vinden dat weg nu openligt is voor een massale exploitatie van het land en zijn natuurlijke rijkdommen. Op basis van ervaring zijn een aantal NGO's en volksorganisaties bang dat dorpen gaan moeten verhuizen en dat bovengrondse mijnbouw, de zogenaamde "strip-mining", gaat leiden tot massale verwijdering van de bovenste grondlagen met blijvende milieuschade als resultaat. Het naïeve geloof in mijnbouw als oplossing van de huidige crisis staat ook haaks op internationale studies die aantonen dat landen die in het verleden zwaar hebben ingezet op mijnbouwontwikkeling nauwelijks enige economische groei hebben gerealiseerd.

Op dit moment zijn er al 188 zogenaamde co-productie-akkoorden met mijnondernemingen die meer dan 314.000 hectaren land omvatten. Daarnaast is er overheidstoestemming voor exploratieboringen in gebieden die nog een 69.000 hectaren omvatten. En waarschijnlijk zijn er nog eens honderden aanvragen ingediend bij het desbetreffende ministerie maar daar weigert men om alle beschikbare informatie vrij te geven. Met de ommezwaai van het opperste gerechtshof dreigt de mijnbouw inderdaad in een stroomversnelling te raken met mogelijks desastreuse gevolgen als resultaat.

In een rondschrijven lieten de mensen van LRC weten: "We zijn niet verbaasd over dit besluit. We hebben het eigenlijk zien aankomen. Het gerecht heeft een uitspraak gedaan over de grondwettelijkheid van de zaak, maar er is nog heel wat te beargumenteren in verband met de economische, politieke en milieugevolgen van dit beleid. We bereiden ons reeds voor om hierover actie te voeren, zowel naar het gerechtshof toe als naar de publieke opinie. Voor ons blijven de belangen van de inheemse volkeren die we vertegenwoordigen primair."

Het zal er in de komende maanden en jaren op aankomen om vooral de rechten van inheemse volkeren over hun voorouderlijke gronden te verdedigen tegenover deze commerciële mijnbelangen. LRC geeft juridische training en advies aan marginale groepen. Via selectieve rechtszaken wil LRC gebruik maken van het wetssysteem om de belangen van inheemse volkeren te bevorderen. Zoals blijkt uit de uitspraak van het opperste gerechtshof van 1 december 2004 is dat geen gemakkelijke zaak.

Arnold Vandenbroeck
steunpunt voor Broederlijk Delen in de Filippijnen

http://www.lrcksk.org, de website van het Legal Rights and Natural Resources Center