arch/ive/ief (2000 - 2005)

Gemiddeld stegen de lonen in Vlaanderen tussen 1995 en 2001 met 17,8 %. Het onderwijs hinkt met een loonstijging van nauwelijks 8,8 % ver achterop. Maar ook de non-profit doet het niet goed met een loonstijging van 15 %. Eerder berekende het Hoger Instituut van de Arbeid dat werknemers van de non-profit 9 % minder krijgen dan werknemers met een gelijkaardige job in andere sectoren. Als de evolutie zich doorzet, zal die kloof in de toekomst nog groter worden.

Hoewel de bonden van de non-profit nu al meer dan een half jaar betogen en actie voeren voor hun eisenbundel, blijven de verschillende regeringen doof voor de looneisen. Het Jaarboek meldt nochtans dat de non-profit een voortrekkersrol speelt op vlak van jobcreatie. « De netto jobcreatie situeerde zich duidelijk in de quartaire sector (tussen 1994 en 2002 jaarlijks gemiddeld + 2,2%); de laatste jaren vooral in wat gemeenzaam de zorgsector wordt genoemd. Met 31 % van de loontrekkende banen vormt de gehele non-profitsector de nieuwe sterkhouder van de werkgelegenheid in het Vlaams Gewest. » Zo schrijft Maarten Tiels van het Steunpunt WAV dat het Jaarboek uitgeeft. Volgens de bonden moeten werken in de sector aantrekkelijker worden als de non-profit ook toekomstige generaties werknemers wil aanspreken.

De hoogste lonen zijn te vinden in de sterke industriëlesectoren als chemie en energie. Ook in banken en informaticabedrijven worden hoge lonen uitbetaald. Traditioneel zwakke sectoren als de horeca en de transportsector boerden de afgelopen jaren verder achteruit.

Een samenvatting met de belangrijkste tabellen van het Jaarboek vindt u hier