arch/ive/ief (2000 - 2005)

NOS berichtgeving dd 7-12 tav Gaza
by Astrid Essed Tuesday, Dec. 07, 2004 at 4:04 PM

In haar berichtgeving tav de recente gebeurtenissen in Gaza maak de NOS teletekstredactie niet alleen geen onderscheid tussen terrorisme en verzet, daarenboven bagatelliseert zij het Israelische militaire optreden vanaf 11 november tot 6-12





Aan de teletekstredactie van de NOS


Geachte Redactie,

Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende:
In uw berichtgeving dd 7-12 vermeldt u, dat bij een Israelische raketaanval op een doel in Gaza een Palestijn om het leven gekomen is.
U vervolgt uw berichtgeving met de mededeling, dat deze aanval een reactie is op een aanslag waarbij een Israelische militair om het leven kwam en vier anderen gewond raakten.
U vermeldt vervolgens, dat deze aanslag is opgeeist door de militante Hamas-beweging.
U licht uw berichtgeving toe met de mededeling, dat de Israelische militairen op zoek waren naar explosieven en dat de betreffende bom afging in een door de Israelische soldaten onderzocht kippenhok.
U eindigt uw berichtgeving met de mededeling, dat er sinds de dood van Arafat dd 11 november relatief weinig sprake van geweld is geweest tussen Israel en de Palestijnen.
Niet alleen is er uwerzijds sprake van incomplete berichtgeving, daarenboven wekt u met deze berichtgeving zonder enige achtergrondinformatie uwerzijds niet alleen ten onrechte de indruk, dat er bij de genoemde Palestijnse aanval sprake is van terrorisme, daarenboven wekt u de indruk, dat de genoemde Israelische aanval op het Palestijnse doel gelegitimeerd zou zijn, hetgeen niet het geval is.

A Incomplete berichtgeving:

Weliswaar vermeldt u bij uw berichtgeving, dat er sprake is van een Israelische aanval op een doel in Gaza, maar u verzuimt daarbij te vermelden, dat de door u genoemde omgekomen Palestijn een lid is van de militante Palestijnse organisatie Jihad is.

B Palestijnse aanval:

Door het onjuiste gebruik van het woord ''aanslag'' in verband met de door u genoemde Palestijnse
aanval op de Israelische soldaten wekt u de indruk, dat het hier een terroristische daad zou betreffen, hetgeen niet het geval is.
Zoals u ongetwijfeld weet, is de internationaalrechtelijke definitie van terrorisme ''het plegen van militaire aanvallen op burgers en burgerdoelen'', hetgeen uiteraard streng verboden is volgens het Internationaal Recht.
In dit geval echter was er sprake van een militaire aanval op Israelische soldaten, hetgeen als zodanig internationaalrechtelijk gelegitimeerd is als het verzet tegen een bezettingsleger, in casu de Israelische militairen [artikel 1 van het Additionele Protocol van de 4e Conventie van Geneve]
Het verdient dan ook aanbeveling, dat u zich in dit verband niet bedient van de onjuiste term ''aanslag'', hetgeen inherent is aan een terroristische daad, maar de term ''militaire aanval'' hanteert.

C Israelische aanval op een ''doel in Gaza''

Ook is het in dezen opvallend, dat u in uw berichtgeving weliswaar melding maakt van genoemde
Israelische aanval op een doel in Gaza, maar noch refereert aan de identiteit van het omgekomen slachtoffer [een lid van de Palestijnse politieke organisatie Jihad] noch aan het feit, dat deze raketaanval als buitengerechtelijke executie een ernstige schending is van het Internationaal Recht, dat stelt, dat ieder mens recht heeft op een proces.
Zoals u ongetwijfeld zult weten is deze buitengerechtelijke executie een onderdeel van de sinds begin zeventiger jaren door achtereenvolgende Israelische regeringen gevoerde liquidatiepolitiek jegens leden en leiders van Palestijnse organisaties, die veelal de vorm heeft aangenomen van beschietingen op auto's en huizen, F 16 bombardementen op vluchtelingenkampen en raketaanvallen, hetgeen veelal geleid heeft tot een groot aantal burgerslachtoffers gezien de gekozen burgerdoelen.
In dat geval is er eveneens sprake van oorlogsmisdaden, aangezien de daders/opdrachtgevers de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van burgers in genoemde burgerdoelen van te voren hadden kunnen inschatten.

Het is dan ook evident, dat deze liquidatiepolitiek geleid heeft tot een groot aantal internationale protesten, zowel van internationaal-gerennommeerde mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, het Rode Kruis als van Europese politci waaronder de Franse president Chirac en de Britse minister van Buitenlandse Zaken Straw.
Ook is deze liquidatiepolitiek regelmatig veroordeeld in EU-verklaringen en verklaringen van de Secteraris-Generaal van de VN, Kofi Annan.

Het is dan ook van belang, dat u tevens melding maakr van bovengenoemde achtergrondinformatie, die gemakkelijk te controleren is via de websites van internationaal-gerennommeerde mensenrechtenorganisaties als Amnesty International [http://www.amnesty.org], Human rights Watch [http://www.hrw.org] alsmede het Rode Kruis [http://www.icrc.org]

D Relatief weinig geweld:

Verder vermeldt u in uw berichtgeving opvallend, dat u melding maakt van het feit, dat er sinds de dood van Arafat relatief weinig sprake zou zijn van geweld tussen ''Israel en de Palestijnen'', hetgeen echter niet het geval is.

1 In de eerste plaats is het hierbij opvallend, dat u aan ''Israel en de Palestijnen'' refereert alsof er sprake zou zijn van twee gelijke partijen, hetgeen vanuit politiek-journalistiek oogpunt in het geheel niet correct is, aangezien er sprake is van een bezettingsmacht met een van de technisch meest geavanceerde legers enerzijds en een militair volledig gecontroleerd bezet Palestijns gebied met groepen slecht bewapende gefragmenteerde Palestijnse strijders anderszijds.

2 Evenmin is uw mededeling, dat er vanaf de dood van Arafat dd 11 november sprake zou zijn van ''relatief weinig geweld'' in overeenstemming met de politieke realiteit:

In de periode dd 21-11 tot 6-12 is er sprake geweest van een aantal grootschalige Israelische militaire invallen in Palestijnse vluchtelingenkampen bij Bethlehem, Hebron, Ramallah, Tulkarem [in de Westelijke Jordaanoever] alsmede in Rafah en Khan Younis [Het Gaza-gebied] waarbij niet alleen sprake is gweest van ene groot aantal arrestaties, maar eveneens van willekeurige beschietingen op Palestijnse burgers waardoor een aantal mensen gewond geraakt is.
Het hoeft geen nadere toelichting, dat dergelijke wilekeurige beschietingen op burgers ernstige schendingen zijn van het Internationala Recht [4e Conventie van Geneve] dat iedere militaire aanval op burgers ten strengste verbiedt.
Eveneens is er bij deze aanvallen sprake geweest van huisvernietigingen en de vernietingen zowelonteigeningen van Palestijnse olijfvelden, hetgeen zoals u ongetwijfeld weet in strijd is met het Internationaal Recht [artikel 53, 4e Conventie van Geneve] dat de onteigening cq vernietiging van land, huizen en bezittingen van ''beschermde personen'' [mensen, die leven ondre een bezetting] verbiedt.

Doodschieten van een Palestijns schoolmeisje:

Ongetwijfeld bent u eveneens op de hoogte van het feit, dat op 27-11 in de buurt van Rafah [Zuid-Gaza] een 13 jarig Palestijns schoolmeisje is gedood door een Israelische soldaat, die een groot aantal kogels op haar afvuurde en aan zijn ondergeschikten de order had gegeven ''op alles dat beweegt te schieten vanaf 3 jaar''
Het behoeft geen betoog, dat een en ander een zeer ernstoige oorlogsmisdaad is.
De betreffende militair, tegen wie door zijn eigen manschappen was getuigd, is inmiddels aangehouden.


Buitengerechtelijke executie:

Verder is er sprake geweesst van een buitengerechtelijke executie dd 1-12 van een Palestijnse activist van Fatah [politieke beweging van Arafat] in zijn woonplaats in het Balata vluchtelingenkamp bij Nalbloes.
De man werd op weg naar zijn huis onder vuur genomen door een aantal leden van een Israelische -eenheid en was op slag dood.

Beschietingen in Rafah:

Nog afgezien van eerder plaatsgevonden beschietingen in Rafah [in de periode dd 11 november tot 6-12] is er recentelijk [dd 6-12] sprake geweest van een grotschalige Israelische inval in Rafah waarbij ten gevolge van willekeurig schieten door het Israelische leger 6 inwoners gewond geraakt zijn.

Uit bovenstaande moge duidelijk zijn, dat er in de periode van 11 november wel degelijk sprake is geweest van veelvuldig militair geweld.
Het is dan ook van belang, dat u bij een volgende berichtgeving betreffende de aanwezigheid van geweld in de desbetreffende regio de teletekstlezers voorziet van correcte nieuwsinformatie in dezen.

Verder spreek ik de hoop uit, dat u zich bij een verdere berichtgeving betreffende bovengenoemde onderwerpen eveneens bedient van een samenvatting van bovenvermelde achtergrondinformatie.

Een en ander zal leiden tot een eerlijkere en objectievere berichtgeving betreffende het midden-Oostenconflict, hetgeen uw journalistieke taak is tegenover het teletekstlezende publiek.

Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam