arch/ive/ief (2000 - 2005)

Anti-Bush-stem = Kerry-stem?
by Fréderic Lehembre Tuesday, Dec. 07, 2004 at 11:07 AM
frederic.lehembre@ugent.be

Verscheen als lezersbrief op 22 november in Schamper, studentenblad van de UGent, met als ondertitel "de commies reageren".

In 2000 wist George W. Bush op een diefje president van Verenigde Staten te worden. Democraat Al Gore behaalde méér stemmen, maar door het electorale systeem mocht toch Bush Jr. zijn intrek nemen in het Witte Huis. Gezien de ongemeen agressieve politiek van Bush Junior is het dus logisch dat er een debat woedde onder Amerikaanse intellectuelen over de te volgen tactiek bij de presidentsverkiezingen van 2004. Bijvoorbeeld had je Norman Solomon, een Amerikaanse schrijver en journalist, die in 2000 nog campagne voerde voor groene kandidaat Ralph Nader. Solomon is lid van de green party maar meent dat die groenen vandaag moeten deel uitmaken van een 'brede coalitie' met de Democraten om Bush terug naar Texas te sturen. Wat op zich dus mislukt is. Hij gaat mee met de denkwijze van “alles beter dan Bush” wat ook de achterliggende gedachte is van beide proffen in de laatste Schamper.

Toch wil ik hier een ander geluid laten horen. Na de verkiezingen van 2000 werd de groene kandidaat Ralph Nader door de Democraten aan de schandpaal genageld. Hij zou gefungeerd hebben als het opstapje naar de macht voor Bush. In deze argumentatie bleef de rol die het hooggerechtshof speelde in de afhandeling van de verkiezingen buiten schot. Vandaag wil de meerderheid van de linkerzijde, onder wie velen die in 2000 de kandidatuur van Nader steunden, van de nederlaag van Bush de eerste prioriteit maken (en dat zien ze dan enkel maar mogelijk in een electorale alliantie met de Democraten). Steun aan de Democraten in naam van "het minste kwaad" is een fenomeen dat om de vier jaar terugkomt, sinds de Grote Depressie van de jaren 30. Maar eerder dan dat het de perspectieven voor links verbreedde, verhinderde dit de ontwikkeling van een sociale stroming in de VS. Daarom is het nodig om de historische rol van de politiek van "het minste kwaad" even onder de loep te nemen.

Er bestaan zeker wel verschillen tussen de Democraten en de Republikeinen, bijvoorbeeld inzake het recht op abortus. Maar de twee partijen, die gefinancierd worden door dezelfde grote geldschieters, zijn het eens over de fundamentele doelstellingen, al kunnen de strategieën om die te bereiken dan verschillen. Het zijn beide pro-kapitalistische en pro-imperialistische partijen, die beide de belangen van de heersende klasse in hun land willen dienen en de macht van de VS wereldwijd willen vestigen. Bloedige oorlogen en politieke repressie zijn helemaal niet het alleenrecht van Bush of van de Republikeinen. Eén van de eerste handelingen als president van de Democraat Harry Truman was een order tot de lancering van twee atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Lyndon Johnson, de 'vredeskandidaat' van de democraten in 1964, ontketende in 1965 een massale escalatie van de oorlog in Vietnam, een oorlog die het leven kostte aan 1,3 miljoen Vietnamezen en 58.000 Amerikanen.

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Al Gore als president een oorlog zou hebben vermeden na de aanslagen van 11 september. Clinton keek nauw toe op de uitvoering van de sancties tegen Irak, ondersteund door de VN, die geleid hebben tot de dood van méér dan 1 miljoen Irakezen. Tijdens zijn presidentsschap voerden Amerikaanse vliegtuigen aan de lopende band bombardementen uit. In 1998 tekende hij het Irak-Liberation Pact, dat het voornemen maakte om het regime van Irak omver te werpen. Doordat de linkerzijde en de arbeidersbeweging sinds de jaren 30 steeds onder de vleugels bleven van de Democraten, is de VS vandaag het enige geïndustrialiseerde land zonder een arbeiderspartij of een sociaal-democratische partij, gefinancierd door de leden en arbeidersbeweging en niet door het groot-kapitaal.

Het is begrijpelijk dat zij die vandaag onder vuur genomen worden door de rechtse regering, de Afro-Amerikanen en de arbeidersbeweging in eerste instantie, in grote mate hebben gekozen voor de Democraten, zeker zolang dit de enige optie is. Maar de sociale beweging zou net de hoop op genezing moeten uitdragen en dus niet de palliatieve zorgen van de Democraten. Als zij die akkoord waren met de boodschap van Nader in 2000 ook voor hem gestemd hadden, dan was de groene partij makkelijk over de 5%-drempel geraakt, die je toegang geeft tot de financiering van een 'nationale partij'. Het zijn de mensen die toen niet voor hun overtuiging maar 'tegen Bush' gestemd hebben, die hun stem verkwanselden. Vandaag zijn we getuige van het resultaat van deze politieke tragedie, met Democraten die geen enkele druk voelen en de groene partij, die een sterke druk voelde vanuit het progressieve kamp om deze verkiezingen over te slaan. Resultaat is dat Kerry het verschil niet maakte en Bush profiteerde. Die progressieven moeten echter ook begrijpen dat de groene partij door deze verkiezingen links te laat liggen, ze allicht definitief van het nationale politieke toneel is verdwenen.

De auteur is student geschiedenis en redacteur van « Rood »