arch/ive/ief (2000 - 2005)

NOS berichtgeving tav Amerikaanse financiele steun aan de Palestijnse Authoriteit
by Astrid Essed Friday, Nov. 19, 2004 at 9:53 AM

In haar berichtgeving tav de Amerikaanse financiele steun aan de Palestijnse Authoriteit wekt de NOS teletekstredactie impliciet de indruk, dat er sprake zou zijn van een neutrale Amerikaanse opstelling inzake het vredesproces in het Midden-Oosten.



Aan de teletekstredactie van de NOS

Geachte Redactie,

Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende:
In uw berichtgeving dd 18-11 maakt u in de rubriek ''Kort buitenlands nieuws'' melding van het feit, dat de VS de Palestijnse Autoriteit 20 miljoen aan directe financiele steun heeft gegeven.
Vervolgens vermeldt u in uw volgende en slotzin, dat het geld volgens bronnen binnen de Amerikaanse regering een eerste aanzet is om het vredesproces nieuw leven in te blazen.

Met deze wijze berichtgeving zonder enige achtergrondinformatie uwerzijds wekt u impliciet de indruk, dat de Amerikaanse regering door middel van deze financiele injectie een evenwichtige rol wil spelen tav de oplossingsstrategieen betreffende het Midden-Oostenconflict, hetgeen niet het geval is.

Te uwer informatie:

Zoals u ongetwijfeld zult weten hebben opeenvolgende Amerikaanse regeringen vanaf de Israelische militaire overwinning in de juni-oorlog dd 1967, Israel zowel politiek als militair vrijwel onvoorwaardelijk gesteund.
Militair gezien impliceerde een en ander een aanzienlijke jaarlijkse financiele steun [momenteel 3 miljard per jaar], polititieke steun aan het Israelische beleid impliceerde de instandhouding van de Israelische bezetting van o.a. de Palestijnse gebieden, hetgeen door Israel als legitiem werd beschouwd ondanks de in 1967 unaniem VN-Veiligheidsraadsresolutie 242, die Israel opriep zich terug te trekken uit de in de juni-oorlog veroverde gebieden.

A Het Amerikaanse politieke standpunt tav vredesonderhandelingen in het verleden:

Ook bij de zowel door Amerikaanse politici voorgestelde vredesplannen als bij de onder auspicien van de VS gevoerde vredesbesprekingen was er geen sprake van een objectieve Amerikaanse bemiddelingsrol, aangezien hetzij in het geheel niet, hetzij in zeer beperkte mate werd uitgegaan van het naleven van het Internationaal Recht [VN-Veiligheidsraadsresolutie 242, Resolutie 194 betreffende het recht op terugkeer Palestijnse vluchtelingen, VN-Veiligheidsraadsresoluties dd 1979 betreffende de illegaliteit van de in bezet gebied gestichte nederzettingen]

Een tekenend voorbeeld is hierbij de onder auspicien van de VS tot stand gekomen Oslo-Accoorden [dd 1995], die geen einde maakten aan de Israelische bezettings en nederzettingenpolitiek en de stichting van een levensvatbare Palestijnse Staat, maar slechts voorzagen in een zeer beperkte Palestijnse autonomie over een gedeelte van de bezette Palestijnse gebieden.

B Het Amerikaanse politieke standpunt onder president Bush tav het Israelische politiek-militaire beleid en de recente vredesonderhandelingen:

Ook met de komst van president Bush in 2000 kwam er geen verandering in de Amerikaanse buitenlandse politiek tav het Midden-Oostenconflict.
Integendeel daarenboven weigerde Bush vanaf het begin van zijn aantreden de in 1996 democratisch gekozen president Arafat te erkennen als onderhandelingspartner terwijl daarentegen de Israelische premier Sharon niet alleen met grote regelmaat in Washington werd uitgenodigd voor politiek overleg, maar daarenboven nauwelijks werd bekritiseerd voor het politiek-militair optreden in de bezette Palestijnse gebieden ondanks de hierbij gepleegde evidente mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, die terecht door zowel internationale politici als mensenrechtenorganisaties als Amnesty International [http://www.amnesty.org] en Human Rights Watch [http://www.hrw.org] aan de kaak werden gesteld.

Eveneens stelde hij zich op het standpunt, dat de door achtereenvolgende Israelische regeringen gevoerde liquidatiepolitiek tav leiders en activisten van Palestijnse politieke organisaties, die als buitengerechtelijke executies in strijd zijn met het Internationaal Recht, gelegitimeerd waren op grond van Israel's recht op zelfverdediging.


1 Routekaart voor de vrede:

Weliswaar steunde de VS [in samenwerking met Rusland, de EU en de VN] de in 2003 in het leven geroepen ''Routekaart voor de Vrede'', maar ook de daarin voorkomende bepalingen weken inhoudelijk in belangrijke mate af van het Internationaal Recht tav het Midden-Oostenconflict [resolutie 242, resolutie 194 en de op de nederzettingen van toepassing zijn de VN-resoluties].
Zo werd er bijvoorbeeld algehele ontwapening geeist van de Palestijnse organisaties, ook betreffende de internationaalrechtelijk-gelegitimeerde militaire acties tegen het Israelische leger, maar bleef de Israelische bezetting ongewijzigd.
Evenmin werd besloten tot internationaalrechtelijk-verplichte ontmanteling van de bestaande nederzettngen, maar werd slechts besloten tot de bevriezing daarvan [hetgeen Israel in de praktijk nooit heeft nageleefd]

Toen deze onderhandelingen mislukten, met name vanwege de door Israel gecontinueerde liquidatie-politiek ook tijdens de door Palestijnse organisaties afgekondigde [en volgens een hoge Israelische legerofficier door deze organisaties goed nageleefde] eenzijdige wapenstilstand, verklaarde president Bush nogmaals, dat Arafat ''irrelevant'' voor de onderhandelingen was en nam tevens afstand van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en raadde de Palestijnen aan ''de status quo'' te aanvaarden.

Eveveens ventileerde hij geen enkele kritiek op de ondanks de bepalingen van de Routekaart gecontinueerde voortzetting van de Israelische nederzettingenbouw.


2 Sharon's disengagament-plan:

Anderszijds verleende hij volledige steun aan het Sharon's disengagement-plan, hetgeen impliceerde de terugtrekking van het Israelische leger uit het Gaza-gebied behalve uit het zuiden [waar een Israelische legermacht gehandhaafd blijft] en de ontmanteling van alle nederzettingen aldaar, waarbij Israel overigens controle behoudt over het luchtruim en de grenzen.
Verder impliceert het plan de Israelische terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever met behoud van de 5 grote Israelische nederzettingen, hetgeen de fcato impliceert de annexatie van een belangrijk deel van de Westoever.

3 De Israelische Muurbouw

Eveneens zijn de VS gekant tegen daadwerkelijke politieke maatregelen tav continuering van de diep in bezet Palestijns gebied plaatsvindende Israelische Muurbouw ondanks de veroordeling van de route van de Muurbouw in de recente ICJ-uitspraak dd 9-7 en het door de Algemene Vergadering van de VN overgenomen ICJ-advies.

4 Recente Amerikaanse financiele steun aan de Palestijnse Autoriteit


Daarenboven is het opvallend, dat de Amerikaanse financiele steun voor de Palestijnse Autoriteit opgang is gekomen met het overlijden van de Palestijnse president Arafat, die niet alleen door president Bush als ''irrelevant'' werd beschouwd, maar eveneens in 2000 geweigerd had het Camp-David accoord met de Israelische premier Barak te tekenen ivm de door deze gestelde onredelijke eisen [weigering erkenning recht op terugkeer en het behoud van de grote Israelische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever]

Bekend is, dat de VS hun hoop hebben gesteld op een opvolger van Arafat, die wel bereid is tot verdergaande concessies in dezen.

Uit bovenstaande moge duidelijk zijn, dat er nauwelijks sprake is van een serieus vredesproces, gebaseerd op de VN-resoluties inzake het Midden-Oostenconflict.

Ik spreek dan ook de hoop uit, dat u zich bij een volgende berichtgeving tav dit onderwerp eveneens zult willen baseren op de belangrijkste punten uit bovenstaande informatie, die gemakkelijk is te controleren via de u ter beschikking staande nieuwsbronnen, EU en VN-rapporten, alsmede officiele Israelische en Amerikaanse regeringsbronnen en documenten.

Een en ander zal leiden tot een eerlijkere en objectievere berichtgeving, hetgeen uw journalistieke taak is tav het teletekstlezende publiek.

Vriendelijke grooeten
Astrid Essed
Amsterdam