AT5 berichtgeving tav de moord op van Gogh by Astrid Essed Saturday, Nov. 13, 2004 at 5:36 AM |
In haar berichtgeving tav het onderzoek naar de moord op van Gogh maken de teletekstredactie en het nieuwsjournaal het Amsterdamse nieuwsmedium zich schuldig aan tendentieuze berichtgeving c.q. selectief gebruik van het begrip terrorisme
Van: Astrid Essed
Verzonden: vrijdag 12 november 2004 12:40:55
Aan: teletekst@at5.nl
Cc: nieuwsredactie@at5.nl, info@at5.nl
Onderwerp: Uw berichtgeving tav het onderzoek naar de moord op van Gogh
Aan de teletekstredactie van AT5
Geachte Redactie,
Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende:
In uw berichtgeving dd 12-11 vermeldt u, dat de politie sinds de moord op van Gogh in het hele land tientallen personen heeft aangehouden, die bij diverse incidenten betrokken zijn geweest.
U vervolgt uw berichtgeving met de door de heer B. Visser, voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen gedane mededeling, dat deze ''incidenten'' [uw formulering] met name betrekking hadden op bommeldingen, poederbrieven en het kalken van (extreem-rechtse) leuzen.
Vervolgens vermeldt u, dat er brandstichtingen zijn voorkomen, omdat door tips aan de politie van waakzame burgers, verdachten met brandbare stoffen konden worden gearresteerd.
U bericht verder, dat de politie eveneens verdachten met molotovcocktails in de kraag kon grijpen.
Met de door u gehanteerde terminologie ''incidenten'' maakt u zich niet alleen schuldig aan bagatellisering van dergelijke ernstige nieuwsfeiten, eveneens is er uwerzijds sprake van een selectief gebruik van het begrip terrorisme tav het daderonderzoek naar de moord op van Gogh enerzijds en de door u vermelde ''incidenten'' anderszijds.
Daarenboven bevat uw berichtgeving tav het daderonderzoek eveneens een aantal tendentieuze aspecten.
A Tendentieuze aspecten:
Bij uw berichtgeving tav het daderonderzoek naar de moord op van Gogh is het opvallend, dat u name in uw nieuwsjournaaluitzendingen een aantal keren getuigt van onzorgvuldige c.q. tendentieuze berichtgeving.
1 Terroristisch netwerk
Zo vermeldt u in uw nieuwsjournaaluitzending dd 5-11, dat de Hoofdofficier van Justitie de heer de Wit verklaard zou hebben, dat het ''terroristisch netwerk'' [uw formulering] groter dan eerder werd aangenomen.
Uit de verklaring van Hoofdofficier de Wit blijkt echter, dat er sprake is van een ''verdenking van betrokkenheid bij een criminele organisatie''
Het is vanuit objectieve journalistieke berichtgeving in dezen van groot belang, dat u in uw aankondiging van dergelijke nieuwsberichten zorgvuldigheid betracht en de letterljke tekst niet aanvult met eigen interpretaties.
2 Verwijzingen naar ''islamitische exremisten''
In uw nieuwsjournaaluitzending dd 11-11 rerefeert u aan het feit, dat de Amsterdamse politie op verschillende plaatsen invallen heeft gedaan.
In uw hierop geleverd commentaar vermeldt u na een door u gedane mededeling, dat er in een van de woningen waar de inval heeft plaatsgehad weinig spullen staan letterlijk;
[Ik citeer]
''Een poster van de voor moslims heilige plaats Mekka, een pamflet, dat oproept tot een boycot van producten uit Israel en een foto zijn de enige aanwijzingen, die zouden kunnen duiden op islamitische extremisten''
Nog afgezien van het feit, dat u nergens een duidelijke definitie geeft van uw versie van het begrip ''islamitisch extremisme'', hetgeen hoogstwaarschijnlijk overeenkomt met terrorisme [het plegen van militaire aanvallen op burgers of burgerdoelen met een politiek motief], is het in dezen evident, dat enkele door u in genoemde woning aangetroffen voorwerpen in geen enkel verband staan met het werkelijke terrorisme
1 Poster van Mekka:
Zoals u ongetwijfeld zult weten, is een poster van Mekka een bij vrijwel alls moslims in Nederland voorkomend voorwerp, hetgeen in dezen de verbondenheid met het islamitische geloof en de voor moslims heilige stad [zoals u zelf eveneens in uw commentaar gesteld hebt] aangeeft.
De associatie van een dergelijke poster met ''islamitisch extremisme'' getuigt niet alleen van gebrek aan respect met de in Nederland aanwezige moslims, eveneens getuigt het van een impliciete stigmatisering van deze groep van wie slechts een zeer kleine minderheid een connectie met echt of vermeemd terrorisme heeft.
2 Pamflet tot boycot Israelische producten
Vrijwel even ongerijmd is uw associatie van de aanwezigheid van een pamflet, dat oproept tot boycit van Israelische producten met echt of vermeend terrorisme.
Zoals u ongetwijfeld weet is een dergelijk boycotpamflet, dat niet alleen door pro-Palestijnse solidariteitsorganisaties, maar ook door een aantal kerkelijke organisaties c.q. actiegroepen wordt ondersteund, een vorm van actief en vreedzaam protest tegen de reeds 37 jarige Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden met daaraan inherent een groot aantal mensenrechtenschendingen c.q. oorlogsmisdaden, die door mensenrechtenorganisaties als Amnesty International [http://www.amnesty.org] , Human Rights Watch [http://www.hrw.org], het Rode Kruis [http://www.icrc.org] en een groot aantal internationale en EU politici terecht zijn veroordeeld.
Het snijdt in dit verband dan ook geen hout een dergelijke actie waarover men verschillend kan denken in verband te brengen met mogelijk terrorisme.
Ook in dit verband criminaliseert u hiermee een grote groep humanitair-denkende mensen.
B Selectief gebruik van het begrip terrorisme tav het daderonderzoek naar de moord op van Gogh en de door u vermelde ''incidenten''.
Op zich is het legitiem, dat u tav het daderonderzoek naar de moord op van Gogh gewag maakt van het begrip ''terrorisme'', niet zozeer omdat een en ander bewezen zou zijn [tenslotte zal het politioneel en justitieel onderzoek en de uiteindelijke rechtszaak tegen Mohammed B. en zijn eventuele mede-daders daarin uitsluitsel geven na terdege bewezen bewijsmateriaal], maar vanwege het feit dat terrorisme, al dan niet terecht, een van de hoofdaanklachten tegen Mohammed B. in deze zaak is.
Merkwaardig echter vind ik in dit verband uw impliciete bagatellisering van de door u als ''incidenten'' beschreven bovengenoemde gebeurtenisen
Te uwer informatie:
Zoals u ongetwijfeld zult weten hebben zich na de moord op van Gogh een aantal ernstige gebeurtenissen voorgedaan, waarvan ik een aantal de revu zal laten passeren:
In de eerste plaats is er sprake geweest van talloze beledigingen en eveneens molestaties aan het adres van in Nederland wonende moslims.
In de tweede plaats is er sprake geweest van de explosie van een brandbom bij een islamitische school in Eindhoven, een aantal brandstichtingen en pogingen daartoe zowel in moskees als in een aantal Kerken, met als dieptepunt het afbranden van een basisschool in Uden.
In de derde plaats is er sprake geweest van de door u genoemde '' bommeldingen, poederbrieven en het kalken van (extreem-rechtse) leuzen.''
Zowel in het tweede en derde geval is hier duidelijk sprake van terroristische aanslagen c.q. poging tot het plegen van terroristische aanslagen [hierbij refereer ik met name aan poederbrieven en bommeldingen]
Het is echter opvallend, dat u van deze bewezen brandstichtingen, pogingen ertoe en pogingen tot het plaatsen van bommen slechts melding maakt als ''incidenten'' waardoor de indruk zou kunnen ontstaan dat u in vergelijking tot uw becommenbtariering van het daderonderzoek tav de moord op van Gogh in dezen ongelijke maatstaven hanteert, nog afgezien van het feit, dat dit onderzoek nog in de bewijsvoerende fase zit en dat in deze gevallen het terroristische karakter reeds is aangetoond.
Het vedient dan ook in dezen grote aanbeveling, dat u ook in het geval van aanvallen op Islamitische en kerkelijke centra en scholen de term ''terroristische aanslagen'' [definitie terrorisme ''militaire aanvallen op burgers en burgerdoelen met een politiek motief] bezigt.
C Privacy
Eveneens is het mij opgevallen, dat u door het onthullen van het woonadres van de verdachte Mohammed B, de straten waarin politieinvallen hebben plaatsgehad, de foto van verdachte Mohammed B, de naam van zijn advocaat en zijn woonlocatie een ernstige inbreuk hebt gemaakt op de in dergeljke zaken doorgaans gebruikelijke terughoudendheid.
Niet alleen is een en ander als zodanig een inbreuk op de privacy-gegevens van verdachte, eventuele mede-verdachten en de advocaat, daarenboven zijn dergelijke onthullingen juist in deze tijden van toenemende polarisatie zowel tav betrokkenen als ten aanzien van de Marokaanse molsims in het algemeen zeer onverantwoordelijk.
Ik spreek dan ook de hoop uit, dat u in dezen grotere terughouding zult willen betrachten.
Tenslotte spreek ik de hoop uit, dat u bovenstaande door mij gedane opmerkingen in ernstige overweging zult willen nemen bij uw toekomstige berichtgeving.
Een en ander kan een bijdrage leveren aan een afname van de huidige spanningen waarin u als nieuwsredactie een byzondere verantwoordelijkheid heeft.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam