arch/ive/ief (2000 - 2005)

15 jaar na de val van de Muur: de harde feiten
by Marc Vandepitte Tuesday, Nov. 09, 2004 at 1:20 PM
marc.vandepitte@pandora.be

Op 9 november 1989 werd de eerste bres geslagen in de Berlijnse Muur. Meer dan twintig landen maakten de overstap van het socialisme naar het kapitalisme. Het was het begin van een geopolitieke en ideologische aardverschuiving. De verwachtingen waren hooggespannen. Vijftien jaar later kunnen we de balans opmaken van de overstap.

We bekijken de evolutie die de zogenaamde transitielanden hebben doorgemaakt en vergelijken socialistische landen met kapitalistische tegenhangers. We doen dat aan de hand van feiten, die we nagenoeg uitsluitend halen uit betrouwbare of minstens onverdachte bronnen, dat wil zeggen rapporten van de VN, de oeso, de Wereldbank, of media van het establishment.

We behandelen vier items: de voormalige Oostbloklanden, Cuba in vergelijking met Latijns-Amerika, China versus India en tenslotte Kerala tegenover de rest van India. In deze eerste aflevering starten we met de landen van wat vroeger de ‘Tweede Wereld’ werd genoemd.

1. De ‘zegeningen’ van de vrije markt in Centraal- en Oost-Europa

In het begin van de jaren negentig maakten de landen van het vroegere Oostblok de overstap naar het kapitalisme. Voor alle landen betekende dat een achteruitgang, zowel op het economische als op het sociale vlak. Een VN-rapport zegt daarover: “De transitie van een centraal geplande naar een markteconomie ging gepaard met grote veranderingen in de verdeling van de nationale rijkdom en welvaart. Gegevens tonen dat het de snelste veranderingen waren die ooit werden geregistreerd (…) In de transitie-economieën waren deze trends dramatisch en leidden tot een hoge menselijke kost.”i

De economie

We bekijken eerst de economische ‘prestaties’. Tussen 1990 en 2002 daalde het bnp per inwoner van die landen met 10%, terwijl het in landen met een vergelijkbaar niveau toenam met 27%.ii Dat komt dus neer op een feitelijke achteruitgang van ongeveer 40%. Die terugval geldt voor alle landen, op twee uitzonderingen na (Polen en Slovenië).iii Vandaag is het bnp per inwoner van de voormalige communistische landen uit Centraal- en Oost-Europea een kwart lager dan dat van Latijns-Amerika.iv Voor de republieken van de ex-Sovjet-Unie is de situatie nog dramatischer. In de jaren negentig daalde het bnp er 33%.v Oekraïne kende in de periode 1993-1996 zelfs een daling van 48%vi en Rusland van 47%.vii Een groot deel van de economie kwam er in handen van de maffia. In Rusland bijvoorbeeld controleerde de maffia halverwege de jaren negentig zo’n 40% van de economie. Het ging naar schatting over 35.000 ondernemingen, bijna 400 banken en 150 staatsbedrijven.viii De kroonjuwelen van de staatseconomie werden uitverkocht – hygiënisch noemt men zoiets privatisering - tegen belachelijk lage prijzen. Er was een jaarlijkse kapitaalvlucht van tientallen miljarden dollars.ix Een machtig economisch en industrieel apparaat werd voor een groot gedeelte ontmanteld. In Oekraïne werkt de industrie nog op 44% van zijn capaciteit.x Op enkele jaren tijd werd de industriële grootmacht Rusland gedegradeerd tot een derdewereldland. Vandaag bestaat meer dan 80% van de export uit grondstoffen.xi Het bnp van Rusland is met zijn 144 miljoen inwoners, lager dan dat van Nederland.xii Het bnp per inwoner is op dit moment te vergelijken met dat van El Salvador of van Zuid-Afrika.xiii Indien de landen van de SU sinds 1990 dezelfde economische ontwikkeling hadden gekend als China, dan zou het bnp nu minstens viermaal zo groot zijn.xiv Een rapport van de United Population Fund vat het als volgt samen: “De ‘transitie’ in de meeste landen van het voormalige Sovjetblok (…) is een eufemisme voor wat in werkelijk een Grote Depressie is geweest.”xv

Volgens een zeer hardnekkige mythe zou de planeconomie in de Oostbloklanden de oorzaak geweest zijn van uiterst zwakke economische prestaties, die uiteindelijk geleid hebben tot de val van het communisme. De feiten spreken dit tegen. De economische groei tussen 1917 en 1989 van de SU was zeker niet slechter dan die van een vergelijkbare regio of land met een kapitalistisch regime en dat ondanks de gigantische verliezen tijdens of na de twee wereldoorlogen en zonder Marshallplan. Hetzelfde geldt voor de Oostbloklanden na 1945.xvi Volgens de Factbooks van de cia bedroeg het bnp per inwoner van de SU in 1917 zo’n 10% van dat van de VS, in 1989 was dat reeds 43%.xvii Vandaag is dat minder dan 7%.xviii Zeker, de Oostbloklanden kenden ernstige economische problemen, maar die waren niet groter dan bijvoorbeeld in Japan in de jaren negentig. Zelfs tijdens de zogenaamde grote crisisjaren (1980-1989) was de groei van de SU dezelfde als die van de VS, namelijk respectievelijk 2,9% en 2,8%.xix Over de ineenstorting van het Oostblok zijn al bibliotheken vol geschreven. Maar tot op heden heb ik nog geen bevredigende en sluitende uitleg gevonden over dit fenomeen. Voor mij staat vast dat de overstap naar het kapitalisme veroorzaakt is door een complex geheel van externe en interne factoren, die vooral moeten gezocht worden in de politieke en ideologische sfeer. De totaal verkeerde verwachting, namelijk dat men op korte termijn het levenspeil van de rijke landen van het Westen zou kunnen bereiken, heeft hier wellicht een belangrijke rol gespeeld. Wat er ook van zij, in het licht van het gegeven dat dit socialistische project voor de eerste keer werd uitgeprobeerd - waardoor onvermijdelijk veel fouten werden begaan - en de bijzondere brutale interventies, oorlogen en interne klassenstrijd waarmee het werd geconfronteerd, is het eigenlijk een klein mirakel te noemen dat die revolutie het meer dan zeventig jaar heeft volgehouden.

De sociale situatie

Het economisch plaatje is vrij desastreus, maar op sociaal vlak is het voor de voormalige Oostbloklanden helemaal een catastrofe. Het aantal armen steeg spectaculair:

  • Zo’n 150 miljoen mensen van de voormalige Sovjet-Unie, dat is het gecombineerde aantal inwoners van Frankrijk, GB, Nederland en de Scandinavische landen samen, werden in het begin van de jaren negentig in armoede gedompeld.xx

  • Het aantal extreem armen (minder dan één dollar per dag) is vertwintigvoudigd.xxi

  • In Bulgarije, Roemenië, Rusland, Kazakstan, Oekraïne, Kirgizië, Turkmenistan, Oezbekistan en Moldavië bedraagt het aantal armen thans tussen de 50 en 90%.xxii

  • In Polen, dat economisch het beste scoort, steeg het aantal armen van 6 naar 20%.xxiii

  • In Rusland verdubbelde de kloof tussen rijk en arm.xxiv

Voor honderdduizenden kinderen is de transitie naar het kapitalisme een nachtmerrie. Volgens een recente studie van Unicef leeft één op drie kinderen uit de voormalige Oostbloklanden vandaag in armoede.xxv Anderhalf miljoen kinderen vertoeft in weeshuizen. In Rusland is het aantal verlaten kinderen verdubbeld, ondanks het sterk dalend geboortecijfer.xxvi In Boekarest, de hoofdstad van Roemenië, leven honderden kinderen in de riolen, 100.000 kinderen zijn er verlaten.xxvii Meer dan 100.000 kinderen in de landen van het voormalige Oostblok worden vandaag in de prostitutie gedreven.xxviii De kinderopvang werd in de regio zo goed als ontmanteld. Een rapport van Unicef daarover: “Landen in Centraal- en Oost-Europa en Centraal-Azië hebben een virtuele ineenstorting gekend van de publieke voorziening van pre-schoolse opvoeding.”xxix Ook voor heel wat vrouwen is het uitstapje naar het kapitalisme absoluut geen pretje. “Echtelijk geweld tegen vrouwen is toegenomen (…) en een toenemend aantal vrouwen is het slachtoffer van geweld en misdaad. En, veel vrouwen die wanhopig gezocht hebben naar een job en een beter leven, werden in de prostitutie gedwongen, georganiseerd door criminele netwerken.”xxx Elk jaar is er een vrouwenhandel vanuit de regio naar West-Europa van ongeveer een half miljoen.xxxi

Voor de overstap naar het kapitalisme kende de regio een hoge sociale welvaart. Een speciaal undp-rapport zegt daarover: “Voor de jaren negentig, waren de sociale voorzieningen in de landen van Centraal- en Oost-Europa en de gos-landen opmerkelijk goed. Er was een hoge mate van basis sociale zekerheid. (…) De levenslange en voltijdse tewerkstelling was verzekerd. Hoewel het monetaire inkomen laag was, was het stabiel en verzekerd. Veel basis consumptiegoederen en diensten werden gesubsidieerd en werden op regelmatige basis aangeboden. Er was voldoende eten, kledij en behuizing. Er was gratis toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Het pensioen was verzekerd en de mensen konden genieten van vele andere vormen van sociale bescherming.”xxxii Daar blijft in heel wat landen niet veel meer van over. Het rapport vervolgt: “Vandaag is fatsoenlijk onderwijs, een gezond leven en voldoende voedsel niet langer verzekerd. Met stijgende sterftecijfers en nieuwe en potentieel vernietigende epidemieën komt het (over)leven meer en meer in gevaar.”xxxiii

Grote delen van de regio, vooral dan in de voormalige Soviet-Unie, vallen terug tot op het niveau van de Derde Wereld. De typische kwalen van de landen van het Zuiden steken de kop op:

  • Eén op tien inwoners van de voormalige Oostbloklanden is ondervoed. xxxiv In Rusland is zelfs één op zeven kinderen chronisch ondervoed.xxxv

  • Voor het eerst sinds vijftig jaar duikt analfabetisme weer op.xxxvi

  • Vandaag is tuberculose er opnieuw zo wijdverbreid als in de Derde Wereld.xxxvii

  • In Roemenië zijn er verschillende tientallen melaatsen. Ze krijgen een archaïsche behandeling met geen uitzicht op genezing.xxxviii

  • Over vijf jaar is één op elke vijftien Russen besmet met aids. Het aantal syfilis gevallen in 1998 was meer dan veertig maal zoveel als in 1990.xxxix

  • In Rusland daalde de levensverwachting van mannen tussen 1992 en 1994 van 63,8 naar 57,7 jaar.xl In Oekraïne was er een daling van 65,7 naar 62,3 jaar.xliDeze daling is nooit gezien in een geïndustrialiseerd land in vredestijd” constateren vorsers van de universiteit van Chicago.xlii Vandaag is de levensverwachting vier jaar lager dan in Latijns-Amerika.xliii

  • Van de steeds minder kinderen die geboren worden in Rusland, sterven er jaarlijks 18.000 onnodig aan gemakkelijk geneesbare ziektes.xliv

Armoede verscheurt het sociaal weefsel van deze samenlevingen,” aldus de directeur van unicef.xlv Zoveel ellende en miserie drijft mensen inderdaad tot wanhoop, criminaliteit en oorlog:

  • Sinds 1992 is het aantal alcoholverslaafden in Rusland verdubbeld.xlvi

  • Voor elke 100 zwangerschappen zijn er in Rusland zestig abortussen. Als gevolg daarvan zijn zes miljoen vrouwen onvruchtbaar.xlvii

  • In Polen is het aantal zelfmoorden met 25% gestegen. In andere landen van de ex-Sovjetunie is dat aantal zelfs verdubbeld.xlviii

  • Vandaag ligt het aantal misdaden in Bulgarije vier maal zo hoog als in 1989, in Hongarije en Tsjechië is dat driemaal zo hoog. In Polen nam het aantal moorden met 60% toe, in andere landen loopt dat zelfs op tot meer dan 250%.xlix

  • In Rusland is sinds de overstap het aantal moorden meer dan verdubbeld. Vandaag telt het land het hoogst aantal gevangenen per inwoner en slaat hier alle records. In 1994 zaten 2,3 miljoen mensen achter de tralies.l

  • De undp schat het aantal doden in de voormalige socialistische landen als gevolg van nieuwe (gemakkelijk geneesbare) ziektes en van (oorlogs-) geweld op 2 miljoen in de eerste vijf jaar van de overstap naar het kapitalisme.li

Het gevolg is dat in een aantal landen een nooit geziene ontvolking plaatsgrijpt. In Oekraïne is het bevolkingsaantal sinds 1991 met 1,2 miljoen gedaald.lii In Rusland verminderde de populatie tussen 1992 en 1999 met liefst 5,7 miljoen eenheden,liii terwijl er een instroom was van 3,7 miljoen migranten uit de buurlanden.liv Dat komt neer op een vermindering van meer dan 3.500 Russen per dag. Deze trend zou zich in de toekomst blijven doorzetten. Naar schatting zou de Russische bevolking in de volgend vijftig jaar zelfs kunnen gehalveerd zijn.lv De belangrijkste oorzaken zijn de sociale en economische crisis (neoliberale shocktherapie) met als gevolg de ontmanteling van de gezondheidszorg, de achteruitgang van de kwaliteit van de voeding en de leefomgeving, het alcoholmisbruik en aids.lvi Voor het geheel van de regio, schat unece, de economische commissie van de VN voor Europa, dat de bevolking van de voormalige Oostbloklanden tegen 2050 met 20% zal afnemen: van 307 miljoen naar 250 miljoen. In Hongarije zou de bevolking dalen met 25%, in Bulgarije en Letland met 31% en in Estland met 34%.lvii

Ik heb me nooit met de regimes van het Oostblok geïdentificeerd. Daarvoor waren ze te gedegenereerd en het is sowieso niet zinvol om zich met een bepaald regime of land te definiëren. Het heeft evenmin zin om terug te willen keren naar de situatie van vóór 1989. Maar feiten zijn feiten, en die worden door de bevolking meer en meer onder ogen gezien.


De appreciatie van de bevolking

Volgens John Maynard Keynes is het kapitalisme en meer bepaald de werking van de vrije markt gebaseerd is op “het uitzonderlijke geloof dat de activiteiten van de grootste smeerlap, met de meest laaghartige beweegreden, op een of andere manier ten goede komt aan iedereen.”lviii Dat geloof heeft in de regio een flinke deuk gekregen. Het kapitalistische uitstalraam had bij de bevolking achter het IJzeren gordijn grote verwachtingen gewekt. Vijftien jaar later is de stemming omgeslagen en schippert ze tussen teleurstelling, gelatenheid en nostalgie. Enkele voorbeelden:

  • Polen is het meest heelhuids uit de transitie gekomen en in het zeer katholitieke land heeft het communisme nooit gemakkelijk gelegen. Vandaag beoordeelt 44% van de Polen de Oostblokperiode als positief. 47% vindt dat het socialisme een goede doctrine is, die echter ‘slecht werd toegepast’. 37% van de Polen heeft zelfs een positieve appreciatie van de communistische partij die tussen 1945 en 1989 aan de macht was, tegenover 31% ontevredenen. Slechts 41% vindt dat het kapitalisme een beter systeem is.lix

  • Tsjechië is ook één van de landen waar de transitie het minst dramatisch verliep. Bovendien leeft bij velen nog het trauma van de militaire interventie van 1968. Desondanks beschouwt 44% van de Tsjechen acht jaar na de fluwelen revolutie het toenmalige regime beter dan het vroegere communistische terwijl 55% het communistische regime beter vond.lx Na tien jaar vrije markt en ‘democratie’ is bijna 70% van de bevolking teleurgesteld over de resultaten.lxi

  • 76% van de Oostduitsers vindt socialisme ‘een goed idee dat slecht werd toegepast’ en slechts één derde is tevreden met de manier waarop de democratie werkt.lxii Eén op vijf Duitsers wil de Muur zelfs terug.lxiii

  • Volgens een peiling in 1999 vond 64% van de Roemenen dat het leven onder Ceausescu beter was dan nu.lxiv

  • In Rusland is Lenin nog altijd populair. 67% van de Russen heeft volgens een peiling een positieve mening over hem, 29% zelfs een volstrekt positieve mening. Slechts 15% denkt in negatieve termen en nog eens 8% in volstrekt negatieve termen over de rol van Lenin.lxv

Men moet geen helderziende zijn om te beseffen dat de situatie allesbehalve stabiel is. De gelatenheid bij een meerderheid van de bevolking zou vroeg of laat kunnen omslaan in protest en opstand. In een aantal landen, zoals in Rusland en Roemenië was er reeds ernstige sociale onrust. Vandaag wordt de voormalige Sovjet-Unie geplaagd met burgeroorlogen en etnisch geweld. Er leeft in de regio heel veel ongenoegen en er is een groot potentieel aan verzet. De wonden van het verleden zijn nog te vers en de ideologische verwarring nog te groot, maar het is in de nabije toekomst niet uitgesloten dat men opnieuw teruggrijpt naar het socialisme, maar deze keer ‘goed toegepast’. Dat is één van de drijfveren om Europa in versneld tempo uit te breiden naar het Oosten. Verhofstadt windt daar geen doekjes rond: “De expansie heeft exact dezelfde draagwijdte en betekenis als de Duitse eenmaking na de val van de Berlijnse Muur. Europa werd gedurende veertig jaar in twee verdeeld door het mes van het communisme. Nu is het communisme verdwenen en moet de eenheid van Europa zo snel mogelijk hersteld worden. (…) Indien de Europese eenheid niet plaatsvindt, dan bestaat er een ernstig risico van verdere fragmentarisering van Centraal- en Oost-Europa, van instabiliteit aan onze buitengrenzen, van toenemende migratiedruk, van conflicten en oorlog.”lxvi



iundp, Human Development Report 1999, Washington 1999, p. 39 en 79. De verwijzing naar de rapporten van de undp korten we in het vervolg af door hdr (of rdh voor de Franse versie), gevolgd door het jaartal.

iiVoor de landen van de regio was er gemiddeld een jaarlijkse daling van 0,9%, in de landen met een gemiddeld inkomen was er een gemiddelde stijging van 2,0%. hdr 2004, p. 187.

iiiIn de periode 1990-1998 groeit het bnp van één land tussen 3 en 4% (Polen), één land haalt een groei tussen 0 en 3% (Slovenië) en alle andere 18 landen hebben een negatieve groei. rdh 2000, p. 81 en 202.

ivhdr 2004, p. 187.

vHet cijfer is afkomstig van unece, de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa. www.unece.org/stats/trends/ch5/5.2.xls.

viFinancial Times 12/10/2004, p. 12.

viiLe Monde Diplomatique juli 1998, p. 9.

viiiThird World Resurgence april 1997, p. 19.

ixLe Monde Diplomatique juli 1998, p. 9 ; Le Monde Diplomatique maart 1999, p. 18.

xLe Figaro, 26/4/2000, économie p. 3.

xiBerekend op basis van www.worldbank.org/data/countrydata/aag/rus_aag.pdf. Tsepkalo houdt het zelfs op 90%: Tsepkalo V., The Remaking of Eurasia. Foreign Affairs maart/april 1998, p. 113.

xiiDe cijfers voor 2002 bedragen respectievelijk 347 miljard dollar en 418 miljard dollar. hdr 2004, p. 184-5.

xiiihdr 2004, p. 185.

xivBerekend op basis van Worldbank, Attacking Poverty. World Development Report 2000/2001. New York 2000, p. 295 (Vanaf nu afgekort door wdr, gevolgd door het jaartal) en www.unece.org/stats/trends/ch5/5.2.xls.

xviArrighi G., World Income Inequalities and the Future of Socialism. New Left Review september/oktober 1991, 39-65, p. 52v.

xviiGeciteerd door Brar H., Imperialism. Decadent, Parasitic, Moribund Capitalism. London 1997, p. 210.

xviiihdr 2004, p. 184-5.

xixBeaud M., Histoire du capitalisme de 1500 à 2000. 5de uitgave, Parijs 2000, p. 364-5.

xxJ. Speth, The Plight of the Poor. The United States Must Increase Development Aid. Foreign Affairs mei-juni 1999, 13-17, p. 13-14; hdr 1997, p. 35. Met ‘armen’ bedoelt men hier een inkomen van minder dan 4$ ppp per dag.

xxiwdr 2000, p. 3.

xxiirdh 2000, p. 172; unicef, Poverty, Children and Policy, Central and Eastern Eruope in Transition. Report nr. 3, New York 1995; hdr 2004; p. 150-1; Chossudovsky M., Global Poverty in the Late 20th Century. p. 296.

xxiiihdr 2003, p. 41; hdr 1997, p. 89; rdh 2000, p. 81; Le Monde Diplomatique januari 2001, p. 5.

xxivMeer bepaald steeg de gini coëfficiënt tussen 1989 en 1996 van 0,24 naar 0,48. hdr 1999, p. 85.

xxvHet gaat over 14 miljoen kinderen op een totaal van 44 miljoen, in 9 landen waarover beschikbare gegevens zijn. unicef, Eastern Europe & Central Asia: Millions of children bypassed by economic progress. Moskou 2004; http://www.unicef.org/media/media_23550.htm.

xxviiHet Nieuwsblad 29 juli 1998, p. 26; Vers l’Avenir 10 november 1999.

xxviiiEen VN-rapport geciteerd in Libération 27/11/1998, p. 11.

xxxundp, Human Development Report for Central and Eastern Europe & the Cis. 1999. Washington 1999, p. 7-8.

xxxihdr 1999, p. 89.

xxxiiundp, Human Development Report for Central and Eastern Europe & the Cis. 1999. p. 2.

xxxiiiIbid. p. 10.

xxxivhdr 2003, p. 202.

xxxvhdr 1997, p. 79.

xxxvirdh 2000, p. 35.

xxxviirdh 2000, p. 189; Junge Welt 21/10/2000; Le Soir 11/8/1998, p. 14.

xxxviiiLa Libre Belgique 19/1/2000, p. 9.

xxxixNRC Handelsblad 3/1/2001, p. 5; www.toni-schonfleder.com/eng.asp?id=96.

xlMortality Crisis in Russia: New Health Threats. Universiteit van Chicago, Http://longevity-sciece.org/PAA-2003-Russia.pdf.

xliiMortality Crisis in Russia. op. cit.

xliiihdr 2004, p. 140, 142; hdr 1999, p. 82; hdr 1997, p. 80.

xlivBerekend op basis van sowc 2004, p. 104 en 124.

xlviHet cijfer is afkomstig van Olga Sharapova, onderminister van gezondheid van Rusland. www.toni-schonfleder.com/eng.asp?id=96.

xlviiAssociated Press 18/10/2002, www.globalhealth.org/news/artcile/2004.

xlviiihdr 1997, p. 35.

xlixhdr 1997, p. 35.

lwww.unece.org/stats/trends/ch13/13.3.xls en berekend op basis van hdr 1999, p. 198 en 222.

lihdr 1997, p. 29.

liiNorthstar Compass 31/3/1999 en 1/2/1998.

lvVolgens Stratfor zou de bevolking in 2050 kunnen gedaald zijn van 144 miljoen tot 80 miljoen. www.stratfor.com/cis/commentary/0004130155.htm. Volgens het Instituut voor Demografie van de Russische Academie van Wetenschappen zou dat zelfs kunnen gedaald zijn tot 55 miljoen, dat is een daling van 60%. De Standaard 31/5/01.

lviDe Standaard 31/5/01.

lviiGeciteerd in New York Times 4/5/2000; Le Monde Diplomatique maart 1999, p. 19 ; Le Monde Diplomatique juli 1998, p. 9.

lviiiGeciteerd in W. Bello, Capitalist Crisis and Corporate Crime in America. Global Outlook Winter 2003, 45-46, p. 46.

lixLe Monde Diplomatique januari 2001, p. 5 ; La Libre Belgique 2/8/2002, p. 5.

lxDvorakova V. & Kunc J., De neo-liberale mislukking in de Tsjechische republiek. Vlaams Marxistisch Tijdschrift december 1999, 44-55, p. 53.

lxiNRC Handelsblad 6/11/1999, p. 7.

lxiiFinancial Times 23/9/2004, p. 11.

lxiiiThe Guardian 9/9/2004.

lxivNRC Handelsblad 14/12/1999, p. 9

lxvNRC Handelsblad 18/4/2001 p. 5.

lxviVerhofstadt G., A Vision for Europe. 21/9/2000, www.theepc.be.

ho
by manolis Wednesday, Nov. 10, 2004 at 5:40 PM

heel goeie werk

Oost-Europa
by Vanglabeke Noêl Monday, Nov. 15, 2004 at 7:53 PM

Er zouden meer dergelijke artikels over
Oost-Europa moeten verschijnen om het misdadig
karakter van ons zo bejubeld systeem te ontmaskeren.

Oost-Europa
by Vanglabeke Noël Monday, Nov. 15, 2004 at 8:13 PM

Er zouden meer dergelijke artikels over Oost-Europa
moeten verschijnen om het misdadig karakter van ons
zo bejubeld kapitalistisch systeem aan te tonen.