arch/ive/ief (2000 - 2005)

VRT berichtgeving dd 6-11 tav Arafat
by Astrid Essed Saturday, Nov. 06, 2004 at 11:53 AM

In haar achtergrondinformatie tav de carriere en levensloop van Arafat bagatelliseert de VRT teletekstredactie impliciet het Israelische politiek-militaire optreden vanaf 1948 tot 1974



Aan de VRT teletekstredactie

Geachte Redactie,


Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende:
Hoewel ik doorgaans waardering heb tav uw berichtgeving betreffende internationaal-politieke vraagstukken, wil ik graag bij uw achtergrondinformatie dd 6-11 mbt de carriere en levensloop Arafat enkele kritische kanttekeningen maken

In uw achtergrondinformatie vermeldt u na vermelding van zijn geboortegegevens en jeugd, dat hij in de vijftiger jaren de bevrijdingsbeweging Al-Fatah heeft opgericht, die tijdens de jaren zestig werd opgenomen in de meer gematigde PLO.
Vervolgens maakt u melding van het feit, dat Arafat vanaf 1969 de onbetwiste leider was van de PLO en dat de hierop volgende periode [in de zeventiger jaren] werd gekenmerkt door vliegtuigkapingen en Palestijnse aanslagen.
Hierna maakt u melding van het feit, dat Arafat's redevoering voor de VN ruimte maakte voor meer diplomatiek overleg.
U eindigt uw berichtgeving met de mededeling, dat Arafat, nadat de PLO in 1982 als gevolg van de Israelische aanval in Libanon werd verjaagd, daarna bij een deel van zijn achterban aan kritiek blootstond vanwege zijn gematigde houding.

Niet allleen ontbreekt het in uw achtergrondinformatie ten enenmale aan de juiste historische context, waardoor u impliciet het Israelische politiek-militaire optreden sinds de oprichting van de Staat Israel in 1948 bagatelliseert.

A Historische context:

In uw achtergrondinformatie vermeldt u, dat de jeugd van de in 1925 in Cairo geboren Arafat werd gekenmerkt door de strijd tussen de Britse kolonisatoren, milities van joodse inwijkelingen en Arabieren.
Hoewel op zich juist, maakt u in uw berichtgeving noch duidelijk, dat een en ander zich afspeelde in historisch Palestina [Arafat was immers in Egypte geboren], hetgeen verwarrend is voor het teletekslezende publiek, noch plaatst u een en ander in een korte historische context.

Te uwer informatie:

Historisch Palestina [bestaande uit het huidige Israel en de bezette Palestijnse gebieden] was na 400 jaar kolonisatie door het Turks-Ottomaanse Rijk, in 1922 Brits-Mandaat gebied geworden, hetgeen impliceerde, dat de Britse kolonisatoren het gebied moesten voorbereiden op staatkundige onafhankelijkheid.
Hoewel in een gangbaar dekolonisatieproces het betreffende gebied staatkundig de jure overgaat op de autochtone bewoners [in casu de Palestijnen] was hierbij de complicerende factor, dat de Britse regering in de zgn Balfour-Declaration in 1917 eveneens de Brits-zionistische beweging (die ijverde voor een immigratie van Joden naar Palestina met als oogmerk de Stichting van een Joodse Staat) ´´de Stichting van een Joods Thuisland ``in Palestina (dus geen Staat) had toegezegd, overigens ´´zonder aantasting van de culturele en religieuze rechten van de in Palestina aanwezige niet/Joodse bevolkingsgroepen´´ (de autochtone Palestijnse bevolking en de reeds aanwezige kleine groep christenen)

Het is evident, dat een en ander de bron was voor een vergaand conflict tussen de autochtone Palestijnse bevolking enerzijds ¨(de door u genoemde Arabieren), de ´´joodse inwijkelingen´´ (de Joodse immigranten naar Palestina) anderszijds en daarenboven het Britse koloniale gezag, dat beide groepen politiek tegen elkaar uitspeelde met overigens een voorkeur voor de zionistische groeperingen.

Tegen deze achtergrond, die u in een kort resume kunt vermelden moet dan ook de strijd tijdens de jeugd van Arafat gezien worden.
Het vermelden van deze gegevens is van belang ivm een juist beeld en begrip van Arafat´s politiek/militaire motieven vanaf de jaren vijftig.

B Bevrijdingsbeweging Al/Fatah

Ook bij uw referentie aan de oprichting van de bevrijdingsbeweging Al Fatah valt het mij op, dat u een en ander in geen enkel opzicht plaatst in de hieraan voorafgaande historische context, hetgeen echter onontbeerlijk is voor een juist begrip voor de motivatie en activiteiten van deze beweging.

Te uwer informatie

Zoals u ongetwijfeld zult weten nam na de Tweede Wereldoorlog het verzet van zowel Arabische als zionistische groeperingen tegen het Brits Mandaat gebied toe, hetgeen resulteerde in openlijke geweldddigheden van zionistische groeperingen tegen Arabische doelen en militaire aanvallen op het Britse koloniale gezag enerzijds en Arabische aanvallen op Britse en zionistische doelen anderszijds.
Ten gevolge hiervan legde Groot/Brittannie de situatie rond Palestina voor aan de Algemene Vergadering van de VN, die in december 1947 stemde voor het zogenaamde Verdeelplan Palestina, waarbij van historisch Palestina 43.5 procent werd toegewezen aan de autochtone Palestijnse bevolking en 56.5 aan de joodse inwoners c.q. immigranten in Palestina met als voorwaarde economische samenwerking en met Jeruzalem als internationale status.

Toen ten gevolge van die uitslag riep de zionistische leider Ben Goerion op 15/5 1948 de Staat Israel uit, ten gevolge waarvan de omliggende Arabische Staten ¨(waarvan de meesten recentelijk onafhankelijk waren geworden van respectievelijk Groot/Brittannie en Frankrijk) samen met Palestijnse verzetsgroepen Israel de oorlog verklaarden.
In de hieropvolgende strijd maakten zionistische milities zich niet alleen schuldig aan een aantal massaslachtingen in Arabische dorpen (beruchtste is Deir Yassin), eveneens werden er meer dan 400 Arabische dorpen vernietigd en werden meer dan 750.000 Palestijnse burgers van huis en haard verdreven, hetgeen de basis heeft gelegd voor de huidige Palestijnse vluchtelingenproblematiek.
Daarenboven werd meer dan 20 procent van het aan de Arabieren toegekende gebied door de zionistische milities veroverd, terwijl het resterende deel, de huidige Westelijke Jordaanoever en de Gaza/strook, door respectievelijk Jordanie en Egypte werden bezet.
Eveneens werd West/Jeruzalem veroverd door zionistische troepen en Oost-Jeruzalem door Jordaanse troepen, waardoor de stad respectievelijk toeviel aan Israel en Jordanie.

Het lijkt mij van groot belang, dat u eveneens bovenstaande gegevens in het kort bij uw achtergrondinformatie vermeldt, aangezien de oprichting van de Al/Fatah beweging door Arafat tegen dit licht bekeken moet worden.

Ook is in tegenstelling tot het door u gesuggereerde is de Al/Fatah/beweging (de opname van al/Fatah in de ´´meer gematigde´´ PLO) geen extremistische beweging, aangezien het zijn aanvallen uitsluitend richtte tegen het Israelische leger, hetgeen als zijnde een bevrijdingsorganisatie internationaalrechtelijk gelegitimeerd is.

C Vliegtuigkapingen en Palestijnse aanslagen

Hoewel u volkomen terecht melding maakt van de in de 70er jaren gepleegde zeer verwerpelijke Palestijnse vliegtuigkapingen en aanslagen moeten deze eveneens gezien worden tegen het licht van belangrijke voorafgaande historische gebeurtenissen, die overigens nog steeds deels een politieke realiteit zijn.

1 Israelische bezetting

Na jarenlange schermutselingen tussen Israel en de Arabische landen, zowel op diplomatiek als militair gebied, verklaarden de Arabische landen Israel in 1967 de oorlog.
In de zesdaagse oorlog, die overigens werd gekenmerkt door Israel´s grote militaire superioriteit, veroverde Israel zowel de Egyptische Sinai/woestijn, de Syrische Golan/Hoogte, Oost/Jerusalem en de Westelijke Jordaanoever en het Gaza/gebied.
Ondanks de op 22 november 1967 aangenomen VN/Veiligheidsraadsresolutie 242 waarin Israel werd opgeroepen zich terug te trekken uit de in de juni/oorlog in 1967 veroverde gebieden continueerde Israel de bezetting van o.a. de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, het Gaza¨/gebied en Oost/Jeruzalem.
Aan deze tot nu toe voortdurende bezetting is inherent onderdrukking, venederingen en talloze mensenrechtenschendingen c.q. oorlogsmisdaden waartegen uiteraard verzet ontstond in de vorm van internationaal/gelegitimeerde militaire aanvallen op het Israelische bezettingsleger en de zeer verwerpelijke zelfmoodaanslagen op Palestijnse burgers.

2 Israelische nedezettingenpolitiek

Eveneens leidde de eind zestiger jaren gestarte Israelische nederzettingenpolitiek in de bezette Palestijnse gebieden, die illegaal is volgens het Internationaal Recht (ärtikel 49, 4e Conventie van Geneve) tot massale Palestijnse landonteigeningen waardor in de loop der jaren meer dan 100.000 Palestijnen dakloos werden gemaakt.
Eveneens zijn dergelijke onteigeningen verboden volgens het Internationaal Recht (artikel 53, 4e Conventie van Geneve)

3 Israelische liquidaties

Evenmin vermeldt u het belangrijke feit, dat vanaf het begin van de zeventiger jaren achtereenvolgende Israelische regeringen zich schuldig hebben gemaakt aan systematische politieke liquidaties tegen leiders en activisten van Palestijnse politieke groeperingen, hetgeen niet alleen als buitengerechtelijke executies ernstige schendingen zijn van het Internationaal Recht, maar die tot heden onderdeel uitmaken van de officiele Israelische regeringspolitiek.
Hierbij mag niet uit het oog verloren worden, dat bij deze liquidaties, die veelal de vorm aannemen en hebben aangenomen van frontale beschietingen op huizen en auto´s, F/16 bombardementen op vluchtelingenkampen en flatgebouwen en raketaanvallen op auto´s, drukke markpleinen en straten, eveneens een groot aantal burgers om het leven is gekomen, hetgeen oorlogsmisdaden zijn, aangezien de daders/opdrachtgevers van te voren hadden kunnen inschatten, dat de waarschijnlijkheidskans van burgers in of nabij de beschoten burgerdoelen meer dan levensgroot aanwezig is.

Hoewel ik zeker de Palestijnse aanslagen en vliegtuigkapingen niet wil bagatelliseren, lijkt het mij van groot belang, dat u eveneens vermeldt tegen welke achtergrond een en ander gezien moet worden.

D Arafat´s gematigdheid

Verder zou uit uw opmerking, dat na het onbetwiste leiderschap van Arafat in 1969 er een periode van vliegtuigkapingen aanbrak, ten onrechte gedestilleerd kunnen worden, dat Arafat dergelijke praktijken sanctionneerde of tolereerde, hetgeen genendele het geval is.
In de eerste plaats was de PLO geen monolitisch geheel, maar een politiek samenwerkingsverband dat weliswaar vertrekt vanuit een gelijkgezinde politieke doelstelling (strijd tegen de Israelische bezettingsmacht, gekoppeld aan het toenmalig streven naar een opheffing van het zionistische karakter van de Staat Israel, zonder overigens enige optie tot verdrijving van de Joodse inwoners)
maar bestond uit een groot aantal politiek/maatschappelijke groeperingen zoals vakbonden, vrouwenorganisaties, culturele en religieuze verenigingen en de diverse uitgesproken politieke fracties.
Met name binnen die politieke fracties was er vaak grote onenigheid over de strategieen over het te bereiken gezamenlijke doel.
Zo wilde de oorspronkelijke Al/Fatah kerngroep van Arafat voornamelijk de strijd voren middels militaire aanvallen op het Israelische leger en wilden meer radicale krachten zoals Abu Nidal hun doel bereiken middels eventuele aanslagen op Israelische burgerdoelen en vliegtuigkapingen.
Arafat heeft op dergelijke groepen dienaangaande altijd geprobeerd een matigende invloed uit te oefenen, maar Israel, de VS en in die tijd eveneens de meeste Westerse landen bleven vak ten onrechte verantwoordelijk houden voor dergelijke praktijken.

E Afscheiding in 1974

Een belangrijke indicatie van deze matigende houding was het feit dat mede door deze matigende invloed er een politieke scheiding plaatsvond tussen pragmatici o.l.v. Arafat (die de situatie
wilden oplossen d.m.v. een 2-staten oplossing) en de zogenaamde ´´radicalen´´ (die de conceptie van het opheffen van het zionistische karakter van de Staat Israel bleven verdedigen en zich vaak bedienden van aanslagen op Israeliscge burgerdoelen)

Het zou van belang zijn, als u bij een volgende levensbeschrijving c.q. politieke carriere eveneens bovenstaande achtergrondinformatie zou willen opnemen, die gemakkelijk na te trekken is uit diverse bronmaterialen zowel afkomstig van VN/gegevens, biografieen van Arafat, politiek/historische documenten als internationale nieuwsbronnen.

Zoals u zult begrijpen ontkent bovenstaande in genendele de door Arafat gepleegde verwerpelijke prakijken als verregaande corruptie, matelmethodieken en oneerlijke processen, veelal ten aanzien
van Hamas en Jihad/leiders en activisten en het buitengewoon autoritaire optreden van Arafat, maar een en ander heeft grotendeels betrekking op de periode vanaf zijn gekozen presidentschap in 1996.

F Oslo

Hoewel het tever voert hierop in dit verband verder in te gaan, aangezien u het in uw achtergrondinformatie ook niet aan de orde stelt, blijkt de continuering van de gematigde houding van Arafat eveneens uit zijn de door hem met Israel gesloten Oslo/vredesaccoorden, waarbij hij vegraande concessies aan Israel deed (zo ging hij accoord met een zeer beperkte autonomie, de de jure en de facto voortzetting van de Israelische bezetting, de continuering van de nederzettingenpolitiek en de handhaving van de Israelische weigering tot erkenning op het recht van terugkeer van de in 1948 verdreven Palestijnse vluchtelingen)


G Parallel/teletekstlbericht

Wel is het mij in dezen opgevallen, dat u op een parallel/teletekstbericht , eveneens dd 6/11 (Arafat krijgt de Nobelprijs voor de Vrede), die de periode vanaf de Oslo/accoorden tot heden behandelt,
blijk geeft van een veel journalistiek/objectievere benadering van de Israelisch/Palestijnse politieke /militaire verhoudingen in het Midden/Oostenconflict, waarvoor mijn waardering.


In ieder geval spreek ik de hoop uit, dat u zich bij een volgende levensloop/achtergrondinformatie mbt Arafat eveneens zult baseren op bovenstaande informatie, hetgeen zal leiden tot een meer objectief en evenwichtig beeld van geschiedenis, achtergronden en huidige situatie rond het Midden/Oostenconflict, hetgeen zal bijdragen tot uw doorgaans objectieve en waardevolle berichtgeving.


Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam