Terreur in National Geographic by frank colle Monday, Nov. 01, 2004 at 2:27 PM |
r-dp@pandora.be |
In het maandblad National Geographic van november (nederlandstalige editie) wordt een artikel besteed aan terreur. De inleiding daartoe is veelbelovend: “ Als gevolg van de recente golf van internationaal terrorisme weet deze tactiek, die dood en verderf als politieke middelen gebruikt, overal ter wereld de aandacht op zich gericht. Maar het terrorisme zelf is eeuwenoud. Een overzicht.”
Terreur in National Geographic
Een eerste lezing, én de daaropvolgende, brengen echter een eenzijdige, tegenstrijdige, en uiteindelijk zwakke filosofische visie aan het licht. Het overzicht bijgevolg mager. Een gelijkaardig schrijven naar het bewuste maandblad is dan ook onderweg.
Eenzijdigheid.
De eenzijdigheid van het artikel begint niet zozeer bij de definiëring van terrorisme: “..de systematische toepassing van moord, het toebrengen van letsel of vernieling, of het dreigen hiermee, om politieke doelstellingen te bewerkstelligen.”, maar bij de vaststelling dat blijkbaar volgens de auteur, terrorisme nooit kan uitgaan van een staat, het beleid of haar leiders.
Verder slaagt de auteur erin volgende zin te schrijven: “De verschillen tussen terroristen zijn ideologisch gezien zeer groot. Wat ze gemeen hebben, is de bereidheid om dezelfde meedogenloze tactieken toe te passen om hun doel te verwezenlijken.”
Bovenstaande definitie is evengoed toepasbaar op oorlog in het algemeen, immers ‘oorlog is de verderzetting van de politiek met andere middelen’.
Wel dan?
Maar de auteur, Walter Laqueur, volgt dus deze redenering niet. Hij wordt in het artikel voorgesteld als ‘expert op het gebied van terrorisme en guerrillaoorlogen, en tot voor kort werkzaam aan het Center for Strategic and International Studies te Washington. Dit verduidelijkt mogelijk zijn visie, in elk geval zijn gebruik van cijfermateriaal van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Wat we voorgeschoteld krijgen aan historische en meer recente ‘terroristische’ feiten zijn grotendeels daden gericht tegen een staat (ongeacht welke vorm), of de persoonlijke uitdrager(s) daarvan. Deze eenzijdigheid huist een tegenstrijdigheid.
Tegenstrijdigheid.
Volgens de auteur komt terreur, en dus terrorisme juist niet, of toch op zijn minst voor onder de meest onderdrukkende regimes. Gegeven voorbeelden: “nazi-Duitsland, Rusland onder Stalin, en -het toetje- Irak ten tijde van Saddam Hoessein”. Dat dergelijke regimes juist het toppunt van terreur benaderen komt niet bij hem op.
Volgens de redenering van de auteur, zijn we dus genoodzaakt alle verzetsdaden uit W.O.II tegen de Duitse bezetter, hoe weinig ook, te bestempelen als terroristische acties; en de verzetsstrijders, welke we volgende week (11 november) weer zullen huldigen, aanzien als terroristen.
Want lees hoe de auteur de situatie in Irak beschrijft: “Terwijl coalitietroepen tegen opstandelingen vechten, plegen terroristen bomaanslagen en ontvoeren ze Iraakse overheidsmensen en buitenlanders.” Dat die opstandelingen en terroristen dezelfde Iraki’s zijn die enkel de buitenlandse troepen willen zien vertrekken, gaat er ook niet in.
Tot twee maal toe waarschuwt de auteur ons verder dat massavernietigingswapens, mochten ze in de verkeerde en terroristische handen vallen, ze in staat zouden zijn schade aan te richten die elk voorstellingsvermogen te boven zou gaan. Doch, dergelijke dreiging gaat niet uit van geviseerde groeperingen, zìj hebben immers dergelijke wapens niet. Ik zie wel anderen die wapens gebruiken. En dan vraagt de auteur zich af hoe we ons kunnen verweren tegen het gevaar van terrorisme?
Het zijn steevast voorbeelden van een ziekelijke, op leugens gebaseerde en zwakke morele filosofische visie.
Zwakke filosofische visie.
Hoewel hij in aanvang beweerd dat terrorisme “eeuwenoud” is, “zo oud als de mensheid”, zoekt hij toch naar een ”oplossing”; geloofd hij in een oplossing. Immers: “De beschaving zal het pleit winnen -dat heeft ze altijd gedaan.”, is de voorlaatste zin van het bewuste artikel. Wanneer is de beschaving dan uitgesloten van terreur? Als er geen mensen meer in aanwezig zijn?
Vreemder nog is zijn laatste zin: “Maar er bestaat geen geen eindoverwinning in ‘de oorlog tegen terrorisme’, die zolang er conflicten op aarde zijn in welke vorm dan ook zal voortduren.” Deze zin kan alle richtingen uit. Geeft hij hiermee toe dat wezenlijk élk militair conflict -ongeacht van wie het uitgaat- een daad van terreur is? Of is dit, vergelijkbaar met de totale oorlogsverklaring -tegen alles en iedereen- ten tijde van nazi-Duitsland, de bevestiging van de start van het Imperium van de Terreur, waartoe bovenstaand en dubieus schrijvende auteur met zijn intellectueel terrorisme graag zijn steentje aan bijdraagt? Dit laatste is dan geheel in overeenstemming met zijn suggestieve bewering dat om terreur te overwinnen er maar een onderdrukkend regime moet komen.
Deze gepolariseerde wereldvisie van ongenuanceerd goed en kwaad is eigen aan het huidige Amerikaanse beleid. Is dit artikel, in publicatie vlak voor de presidentsverkiezingen aldaar geschreven ter ondersteuning van dit beleid, en wat doet het dan kritiekloos in een antropologisch tijdschrift?
Verwoording & Eigen filosofie by Chimiel Tuesday, Nov. 02, 2004 at 7:39 PM |
Begrijpelijke reactie van bovenstaande. Probeer in je betoog richting National Geographic (national ... dat kriebelt zo'n term) bondiger te zijn en je standpunten duidelijker naar voren te brengen.
Ik betwijfel toch nogal erg sterk je bewering om het tijdshrift een antropologisch te noemen. Eerder sociaal geografisch dan antropologisch. Het is uiteindelijk slechts een samenraapsel van een hoop plaatjes en 4 of 5 artikels die sensationeel genoeg zijn om te verkopen.