Europa moet veilige haven inrichten in plaats van zeeblokkades te organiseren by Pieter De Gryse (OCIV) Friday, Oct. 22, 2004 at 11:45 AM |
Europa moet veilige haven inrichten in plaats van zeeblokkades te organiseren Maandag EU top over vijfjarenplan asielbeleid
OCIV / Vluchtelingenwerk Vlaanderen roept de Belgische regering, en in het bijzonder de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, op om tijdens de EU-Raad van 25 en 26 oktober in Luxemburg de bescherming van vluchtelingen centraal te stellen en zich niet te laten meeslepen door degenen die asielzoekers vooral willen tegenhouden aan de grenzen van de Unie of zelfs daarbuiten. Meer vluchtelingen beter beschermen en tegelijk de illegale immigratie verminderen, ís mogelijk maar dan moet de EU het de volgende vijf jaar over een andere boeg gooien en nieuwsoortige, creatieve maatregelen plannen.
Volgende maandag en dinsdag komen de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie bijeen in Luxemburg. Ze bespreken een vijfjarenplan om de "Vrijheid, Veiligheid en Rechtvaardigheid in de Europese Unie te versterken". Dit plan moet worden bekrachtigd door de regeringsleiders op 5 november in Brussel.
Vluchtelingenwerk en ECRE (Europese koepel van 76 vluchtelingenorganisaties) verwachten eerst en vooral dat de Raad het engagement van Tampere 1999 - waar het vorige vijfjarenplan werd vastgelegd - hernieuwt om het asiel- en migratiebeleid te baseren op een "volledige en niet-restrictieve toepassing van het Vluchtelingenverdrag uit 1951". Het EU-asielsysteem moet gericht zijn op bescherming en niet op het afschrikken en tegenhouden van vluchtelingen.
Tachtig procent van de vluchtelingen wereldwijd wordt opgevangen door landen in ontwikkeling. Op een ogenblik dat de asielcijfers in de EU blijven dalen, zou het onverantwoord zijn dat de Unie focust op initiatieven om zelf nog minder vluchtelingen te beschermen. Het is hoog tijd om verantwoordelijkheden op te nemen in plaats van ze af te schuiven.
Terwijl het debat de voorbije tijd volledig verschoven is naar welk asielbeleid de Europese Unie buiten haar grenzen voert, meent Vluchtelingenwerk dat de Unie de volgende vijf jaar in de eerste plaats het interne asielsysteem verder moet versterken. Immers, welk extern asielbeleid men ook in de steigers zet, er zal een belangrijke instroom blijven bestaan van asielzoekers die zich spontaan aanmelden op het grondgebied van de Unie.
De voorbije vijf jaar werd nauwelijks een ruwbouw afgeleverd van een gemeenschappelijk EU-asielbeleid. Er werden enkel minimumnormen overeengekomen waarvan de standaarden veelal te laag liggen en weinig harmoniserende kracht uitgaat.
Vluchtelingenwerk steunt het idee van de oprichting van een EU Asylum Office als duidelijk symbool om te komen tot een gemeenschappelijk EU beleid. Samen met de Commissie zou dit agentschap de motor kunnen zijn om de praktijken van de lidstaten verder op elkaar af te stemmen en om de lidstaten aan te sporen de lat hoog te leggen bij het omzetten van de minimumnormen in nationale wetgeving.
Wil de EU in haar buitenlands beleid vluchtelingenbescherming verzoenen met de strijd tegen illegale immigratie, dan stellen Vluchtelingenwerk en ECRE in de eerste plaats voor dat ze kanalen van legale toegang voor vluchtelingen opent. Concrete ideeën zijn het afschaffen van de visa-verplichting voor landen die veel vluchtelingen voortbrengen en het uitreiken van humanitaire visa voor landen waar ernstige conflicten of mensenrechtenschendingen woeden.
In elk geval moet elke toegangscontrole aan de buitengrenzen van de Unie "beschermingsgevoelig" zijn, dwz dat grenscontroleurs te allen tijde het recht op asiel zoeken dienen te respecteren. Illegale immigranten die worden onderschept op het territorium van de Unie en asiel vragen, moeten een asielprocedure kunnen doorlopen in de Unie. Voor wie in dezelfde situatie op zee wordt onderschept buiten de territoriale wateren van de Unie, dienen internationale afspraken gemaakt die verantwoordelijkheden verdelen en altijd aan de asielzoeker de toegang tot een volwaardige asielprocedure garanderen. Illegale immigranten, zonder hen de kans te geven asiel aan te vragen, terugsturen naar Libië, een land dat niet eens het Vluchtelingenverdrag heeft ondertekend, valt hier duidelijk niet onder.
Tot slot kan Vluchtelingenwerk niet anders dan zich te verheugen over de intenties van de Raad om veel actiever steun te bieden aan de opvang van vluchtelingen vlakbij de landen die ze ontvluchten. Het versterken van de opvangcapaciteit van die landen en van transitlanden is uiteraard een bittere noodzaak - denken we aan de Darfur-crisis.
Een essentieel instrument hierin is een Europees hervestigingsprogramma om vluchtelingen (bv. de meest kwetsbaren) uit dat soort situaties over te brengen naar de EU. Een dergelijk programma zou tonen dat het Europa menens is met de steun aan de opvang in de regio en zou op zijn beurt bijdragen aan de strijd tegen illegale immigratie.