Slachtpartij in Mbuji-Mayi by Ina Herman (posted by bruno) Monday, Oct. 04, 2004 at 9:37 PM |
bruno@indymedia.be |
In de vroege ochtend van zaterdag 25 september vond in de Congolese stad Mbuji-Mayi een ongezien gewelddadige confrontatie plaats tussen diamantdelvers en straatkinderen. Een menigte, gewapend met stokken, knotsen, machetes, sikkels en messen omsingelde de stad. (Vooral jonge) straatkinderen werden verbrand, gefolterd en in stukken gehakt. Zeventien van hen werden gedood en velen anderen raakten ernstig gewond. De Shégues (zoals de straatkinderen worden genoemd) zijn uit wraak in het wilde weg beginnen moorden, terwijl de diamantdelvers ongestraft blijven. En de overheid, die steekt geen poot uit... Meer achtergrond hierover in onderstaande tekst van Ina Herman, vrijwilligster van Broederlijk Delen in Congo.
Dag iedereen, Ik wilde jullie even op de hoogte stellen van de onthutsende actualiteiten hier in Mbujimayi, meerbepaald de uit de hand gelopen situatie van de straatkinderen ("enfants du marché") en hun gewelddadige confrontatie met de diamantdelvers ("creuseurs"). Hoe is dit allemaal begonnen en zo kunnen escaleren? De economische situatie in deze stad (net zoals in de rest van het land overigens) was op een bepaald moment zo nijpend geworden dat ouders zelfs geen geld meer hadden om hun kinderen eten te geven, laat staan naar school te sturen. Die hongerige gasten met niets om handen circuleerden overdag in de buurt van de markt om wat te bedelen en op die manier te overleven. Gaandeweg werd die groep kinderen steeds groter. Kinderen die weggejaagd of weggelopen zijn van thuis, maar soms ook kinderen die beschuldigd werden van “sorcellerie” (= een soort ongeluksvloek, hekserij) kwamen de groep vervoegen. Al die kinderen hadden dus geen ander thuis meer dan de markt. Met het groeien van hun aantal, werd hun individuele ‘opbrengst’ uiteraard steeds kleiner en vermits ze met bedelen niet meer genoeg konden verzamelen, begonnen ze mensen te bestelen. Eten pakken uit de kraampjes, maar ook handtassen of het geld dat men in zijn handen heeft om te betalen. De autoriteiten lieten de situatie voor wat ze was, dus waren de kinderen aangewezen op de enkele NGO’s (zoals bvb. Beetu Bana, partner van Broederlijk Delen) die hen probeerden op te vangen en zo het probleem op te lossen. Uiteraard was dit dweilen met de kraan open, want er bleven steeds kinderen bijkomen en de opvangcapaciteit van de centra was te beperkt (mede door gebrek aan financiële steun vanwege de politieke ‘verantwoordelijken’) met het toenemen van hun aantal, steeg ook het zelfbewustzijn van de groep kinderen en ze begonnen zich meer en meer te organiseren in bendes. Ze werkten samen om zichzelf te beschermen (bvb. zakken kapotscheuren met scheermesjes, alles wat eruit valt wordt door verschillende personen van de grond gegrist en doorgegeven, zodat het onmogelijk wordt om ‘dè dader’ terug te vinden.) of om mensen te bedreigen in groep. De structurering van de enfants du marché ging zelfs zo ver dat ze plots een president hadden die de markt had onderverdeeld in “bevoegdheidsgebieden” en waaraan de enfants een deel van hun inkomen afstonden in ruil voor bescherming. (feodaliteit op crimineel niveau?) [Ik wil bij deze even verduidelijken dat het woord enfant niet in de letterlijke zin geïnterpreteerd moet worden, want sommigen bevonden zich al zo lang op de markt, dat ze de volwassen leeftijd ruimschoots bereikt hadden.] Hun acties werden steeds driester maar nog steeds greep de overheid niet in. Integendeel, de militairen en politiemensen sloten een bondgenootschap met de criminele bende. Enerzijds om een deel van de buit te bemachtigen, maar anderzijds ook omdat ze bang waren van de macht van de “Shégues” (zo noemt men de straatkinderen hier). De steun ging zelfs zo ver dat als je bijvoorbeeld aangifte ging doen van een diefstal op de markt, je nog een bijkomende ‘boete’ moest betalen om je bezittingen (op geld en gsm na natuurlijk) terug te krijgen. De toenmalige gouverneur zag in de situatie een gedroomde kans om zijn positie nog wat te versterken. Hij besloot de Shégues logistiek te steunen (bvb. met het uitdelen van gsm’s en hen een gebouwtje ter beschikking te stellen niet ver van de markt) om naast het leger en de politie nog een derde persoonlijke troepenmacht onder zijn bevel te hebben. Maar nog frappanter was het feit dat hij die steun absoluut niet onder stoelen of banken stak. Zo zou hij zelfs letterlijk aan de pers verkondigd hebben: "wie raakt aan de straatkinderen, raakt aan mij persoonlijk!" Deze situatie werd compleet overhoop gegooid met de komst van de nieuwe gouverneur. Hij weigerde de macht van de Shégues te erkennen en beval de ordediensten de banden met hen te verbreken. Deze laatsten wilden echter hun lucratief zaakje niet zonder slag of stoot opgeven en de meesten bleven dan ook (minder zichtbaar weliswaar) samenwerken met de kinderen. Het ingrijpen van de nieuwe gouverneur had dus geen enkel effect, behalve dan het zaaien van verdeeldheid in de gelederen van leger en politie. De slachtoffers van de incidenten met straatkinderen bleven zich waren legio en het regende dan ook klachten bij de autoriteiten. De mamans op de markt die bestolen en geïntimideerd werden en hun inkomsten letterlijk zagen verdwijnen in het niets waren lang niet de enige slachtoffers. Ook jonge meisjes vielen ten prooi aan de wetten van de Shégues, die gewapenderhand werden afgedwongen. Wie zich als vrouw in een broek in plaats van een pagne durfde vertonen in de buurt van de markt, kin er op rekenen halfnaakt terug te keren met snijwonden van de scheermesjes. Een waar terreurbeleid met andere woorden. Maar ondanks al deze voorvallen, deed de nieuwe gouverneur niet meer dan het verkondigen van een mooi discours… Toen de straatkinderen een nieuwe prooi gevonden hadden – de creuseurs en hun echtgenotes – escaleerde de situatie echter finaal. De creuseurs, zelf ook geen doetjes en niet vies van een diefstalletje hier of daar, hebben het recht in eigen handen genomen na de talloze tracasserieën vanwege de Shégues. ’s Nachts, terwijl de creuseurs illegaal aan het graven waren op het terrein van de MIBA (de onderneming die de diamantmijnen exploiteert) drongen de enfants namelijk steevast hun huizen binnen om hun echtgenotes te verkrachten en de gevonden diamanten te stelen. Dit alles met behulp van de geleende wapens en uniformen van de steunende ordediensten welteverstaan. De creuseurs hebben het daar uiteraard niet bij laten zitten en vorige week zelf rechtbankje gespeeld. Ze zijn de straatkinderen gaan zoeken op de markt om ze persoonlijk af te straffen voor hun daden, in de plaats van de passief toekijkende autoriteiten. Schokkende balans: 17 doden (waaronder vooral jonge en dus minder weerbare Shégues) en ongelofelijk veel gewonden. Ik zal jullie de gruwelijke details besparen, maar ik was er echt niet goed van, dat kan ik jullie verzekeren… Wat me niet echt beter deed voelen waren de reacties van sommige mensen uit mijn omgeving de volgende dagen: “Eindelijk! Het werd tijd dat iemand eens iets ondernam!” Wablieft? Ik besef me heel goed wat een immens probleem de Shégues vormden (ik ben er zelfs ook meer dan eens mee geconfronteerd), maar geeft dat iemand het recht om hen op dergelijke wijze af te slachten?!? Ik geloofde mijn oren niet! En ik die dacht dat ik omringd werd door ‘fundamentalistische’ christenen… (dat ik ze als fundamentalisten afschilder komt voort uit hun keer op keer geshockeerde reacties op het feit dat bij ons een vrouw zich niet noodzakelijk moet onderwerpen aan een man in het huwelijk. Ter verklaring van hun verontwaardiging, beroepen ze zich dan telkens op dat ene zinnetje in de bijbel dat zegt: “femme, soyez soumise à votre mari”. Persoonlijk vind ik dat de schending van dat ene zinnetje in het niets verzinkt naast de schending van 1 van de tien geboden, de basis van gans hun geloof, maar daar zijn ze het hier blijkbaar niet mee eens…) Hoe dan ook, als er naar mijn mening iemand schuld heeft aan de ganse zaak, is het toch wel het nalatige stadsbestuur, dat niet ingegrepen heeft toen het nog kon en integendeel de zaken heeft laten gebeuren en de wanpraktijken zelfs ondersteund heeft. Schandalig dat bepaalde kinderen hiervoor hebben moeten boeten; kinderen die dan misschien wel zware misstappen gepleegd hadden, maar die heus niet zelf voor hun toekomst- en uitzichtloze situatie gekozen hadden… |
>> meer op www.broederlijkdelen.be