arch/ive/ief (2000 - 2005)

Minister Verwilghen kondigt een nieuwe studie aan over de energievoorziening van ons land. Hij lijkt de uitkomst van de studie nu al te kennen: ze zal de kernuitstap in vraag stellen. Terzelfder tijd 'vergeet' hij de studie - uitgevoerd in opdracht van zijn eigen ministerie van economie - die besloot dat met economisch neutrale maatregelen (geen extra kosten) tegen 2020 25 % kan worden bespaard op ons energieverbruik. We hebben vandaag minder nood aan grote toekomstvoorspellingen dan aan een krachtig energiebeleid, dat onze energieafhankelijkheid terugdringt en onze achterstand op vlak van hernieuwbare energie wegwerkt. In plaats van een studie over energieproductie is er nu dringend nood aan een plan voor de beheersing van het energiegebruik. Op dat laatste vlak geeft minister Verwilghen alvast en slecht signaal: door de kernuitstap in twijfel te trekken, ondermijnt hij het stabiele investeringsklimaat waar de ontwikkeling van hernieuwbare energie nood aan heeft.

Zelfs nog voor de studie over onze energienoden op lange termijn besteld is, lijkt Minister Verwilghen er de conclusies al van te kennen: we zullen meer energie nodig hebben en dus wellicht ook kernenergie. In de schuif van de minister ligt nochtans een studie - uitgevoerd in opdracht van het ministerie van economie - die aan duidelijkheid niet te wensen laat: ons land kan tegen 2020 25 % van haar energieverbruik besparen, enkel en alleen door rationeler met energie om te gaan. Tel uit uw winst.

Dit zeer grote potentieel hoeft geen verwondering: inzake energie-efficiëntie is ons land de slechtste van de Europese klas. Bovendien is onze economie de meest energie-intensieve van alle Europese landen en onze gezinnen geven meer uit aan verwarming dan de Scandinaven.
Energie-efficiëntie is niet het enige terrein waarin België hopeloos achterop hinkt. Ook inzake hernieuwbare energie bengelt ons land aan de staart van het peloton.
Daarom zou het minister Verwilghen sieren om onze achterstand op deze twee cruciale terreinen vandaag aan te pakken.
Mede daarom is het in vraag stellen van de kernuitstap bijzonder ongelukkig: door twijfel te zaaien ondermijnt minister Verwilghen een stabiel investeringsklimaat voor hernieuwbare energie. Nu is juist zulk stabiel investeringsklimaat een essentiële vraag van de bedrijven die in hernieuwbare energie willen investeren. Studies naar de mogelijkheden, kosten en baten van deze technologieën zijn voorhanden. Zo becijferde het internationaal vermaarde bureau 3E uit Brussel voor de cel van het Federaal wetenschapsbeleid dat we 18% van onze energievoorziening uit hernieuwbare energie kunnen produceren. De Belgische bedrijfswereld met wereldspelers als Hansen Transmissions en C-Power zijn er klaar voor. De kernuitstap levert de gedroomde impuls om dit alles aan te wakkeren.

Kernenergie is hoe dan ook geen ernstige optie voor de toekomst. Het internationaal atoomagentschap geeft aan dat de uraniumvoorraden rond de helft van deze eeuw zullen uitgeput zijn. Bovendien is het verder rekken van het leven van onze afgeschreven kerncentrales vanuit veiligheidsoogpunt niet verstandig. Daar komt nog bij dat ook na dertig jaar onderzoek geen begin van oplossing is gevonden voor het probleem van het kernafval. Kortom: minister Verwilghen levert met zijn uitspraken geen bijdrage aan een rationeel energiebeleid, noch voor vandaag, noch voor de toekomst.

Voor meer informatie:
Peter Dellaert, Greenpeace, 0494 510 993 & Jan Turf, BBL, 0478 809 809

http://www.bondbeterleefmilieu.be