arch/ive/ief (2000 - 2005)

ACV-Bouw en Industrie: Handen af van het brugpensioen en … er is genoeg flexibiliteit…
by ACV-Bouw en Industrie Tuesday, Aug. 31, 2004 at 6:04 PM

Minder brugpensioen en meer flexibiliteit. Voor sommigen is dit het (al te) simpel antwoord op een aantal complexe uitdagingen (vergrijzing, produktiviteit, …) waar wij als maatschappij voor staan. ACV-Bouw en Industrie ziet het veel genuanceerder.

Wij blijven zeggen dat het aan de sociale partners is om deze materie in onderling overleg te bespreken. Nu er echter volop proefballonnen worden opgelaten vinden wij wel dat ook de mening van vele duizenden werknemers in de media aan bod moet komen.

Laat ons duidelijk zijn. Principieel verzet ACV-Bouw en Industrie zich er niet tegen dat men het langer blijven werken voor de werknemer aantrekkelijker wil maken. Maar de werknemer moet wel een vrije keuze hebben. Bij de afschaffing van de bestaande regelingen vervalt deze vrije keuze en daarom zullen wij ons blijven verzetten tegen de vermindering van de brugpensioenmodaliteiten. Wij hebben hierbij nog een aantal andere argumenten:

  • De groep inactieven + 55 jaar bestaat voor 75 % uit mensen die om een andere reden dan het brugpensioen inactief zijn.Een belangrijk deel van de overige 25% die op brugpensioen zijn, hebben deze keuze niet vrijwillig kunnen maken, maar werden hiertoe ‘gedwongen’ omwille van een herstructurerings- of sluitingsdossier.

De indruk wekken dat de afschaffing van het brugpensioen een mirakeloplossing vormt voor de financiering van de sociale zekerheid is dan ook niet correct.

  • Van de huidige 50-plussers zijn veel arbeiders op zeer jonge leeftijd beginnen werken. Vaak zijn het ook éénverdieners. Voor hen bieden loopbaanonderbreking en tijdkrediet meestal geen alternatief.

  • De noodzaak aan eindeloopbaansystemen is sterk afhankelijk van de bevraagde doelgroep (cfr. studie van het bevolkings- en gezinsbeleid). Bij wijze van voorbeeld merken onze leden op dat er een hemelbreed verschil is tussen bijvoorbeeld de werkomstandigheden van een universiteitsprofessor en een bouwvakker. Een zelfde verschil voelen zij aan in de nood om te kunnen uittreden uit het arbeidsproces.

  • Een niet onbelangrijk element in de discussie is ook het aspect levensverwachting. Werknemers die hun arbeid moeten verrichten in zware omstandigheden worden minder oud dan werknemers die in gunstigere omstandigheden mogen werken.

  • In herstructureringsdossiers en voor bedrijven in moeilijkheden is vervroegd uittreden dikwijls de meest menswaardige manier om een verlies aan arbeidsplaatsen op te vangen…

In het debat omtrent eindeloopbaan en brugpensioen wensen wij uitdrukkelijk de werknemers in moeilijkheden ter sprake te brengen. In zware beroepen (zoals bouwvakkers, asbestwerkers, volcontinu-arbeiders, enz.) en in de sector van de beschutte en sociale werkplaatsen dreigen heel wat werknemers om gezondheidsredenen uit de boot te vallen en is het vervroegd uittreden dikwijls het enige realistische alternatief.

In het licht van deze discussie lijkt het ons verkeerd om enkel de aandacht te vestigen op het probleem van de vervroegde uittreding. Wij vragen eveneens meer aandacht voor de jonge werknemers. Een niet onbelangrijke groep is werkzoekend of zit in een niet-volwaardig statuut. In het normale arbeidscircuit krijgen zij te weinig kansen. Om hen meer mogelijkheden te bieden, dienen uitgebreide en aangepaste maatregelen genomen te worden.

Het is niet onze opdracht om de (liberale) Europese richtlijnen, opgesteld volgens macro-economische wetmatigheden en/of wenselijkheden, slaafs te volgen. ACV-Bouw en Industrie wil op de eerste plaats reële oplossingen bieden voor de problemen waarmee de werknemers uit onze sectoren worden geconfronteerd.

Flexibiliteit en het opbod langs werkgeverszijde
Inzake de flexibiliteit heeft ACV-Bouw en Industrie geen nood aan macro-economische modellen die veel stof doen opwaaien, maar geen concrete oplossingen aanreiken.
Bijvoorbeeld: het patronale voorstel om 2 uur langer te werken en tot een 40-uren werkweek te komen. In de bouwsector bedraagt de normale arbeidsduur nog steeds 40 uren per week. De teveel gepresteerde uren worden gecompenseerd via inhaalrustdagen (12 per jaar) die veelal in periodes van normale inactiviteit vallen.

Het is te simplistisch om in een wedren van moordende concurrentie te stellen dat langer gratis werken dé oplossing zal bieden. Binnen de Europese context en binnen de wereldcontext van globalisering bieden dergelijke maatregelen geen echte oplossing.

Inzake flexibiliteit heeft de doorsnee werknemer binnen de sectoren van ACV-Bouw en Industrie geen nood aan bijkomende regels. Wij vragen alleen dat de bestaande maatregelen correct worden toegepast.

Bovendien zijn wij voor sectorale oplossingen die ondersteund worden door de werknemers en die niet verder gaan dan het binnen het paritair overleg uitgetekende kader.

In de praktijk is de gewone werknemer reeds zeer flexibel en door overleg komt men dikwijls tot pragmatische oplossingen.