Wetenschap en het oorzakelijk verband met racisme by frank colle Tuesday, Aug. 24, 2004 at 10:17 PM |
r-dp@pandora.be |
In het vorige artikel (Multiculturalisme, Truth or Dare) werd reeds ingegaan op de rol die de wetenschap speelt in de bestendiging van de heersende cultuur. Dit artikel wil verder ingaan -eveneens aan de hand van een voorbeeld- op het eigenlijke mechanisme, de denkbewegingen die aan de oorsprong van de wetenschap liggen en een oorzakelijk verband hebben met racisme.
Wetenschap en het oorzakelijk verband met racisme
Type-voorbeeld
Waalse stank uit Moeskroen.
In het radio-1 programma Voor de Dag werd zaterdag 21/08 melding gemaakt van een geuronderzoek uitgevoerd door (west-Vlaamse) inwoners uit de streek rond (het Waalse) Moeskroen. Los van de mogelijke communautaire -en politieke- wending die dit onderzoek reeds in zich draagt is de wetenschappelijke uitleg die ter ondersteuning van het initiatief wordt gegeven belangwekkender.
Twee zaken bepalen de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek. 1) Grootschaligheid. 2) Het oorzakelijk verband.
1) De grootschaligheid. Op de vraag of zo’n geuronderzoek niet wat subjectief en ook weinig wetenschappelijk is antwoord mevr. Blondeel (Vlaamse milieuinspectie) dat dat inderdaad zo is mocht men metingen verrichten bij één enkel persoon, maar door de grootschaligheid -er worden meerdere metingen (drie) per dag in drie maanden door maar liefst 50 (vijftig) personen uitgevoerd- wordt de subjectiviteit eruit gefilterd.
Deze methode klinkt en lijkt plausibel wanneer men veronderstelt dat men het voor één persoon absoluut onmogelijk acht dergelijke waarnemingen zonder fouten, in eer en geweten uit te voeren én, dat meerdere mensen absoluut geen foute, of in elk geval minder foute waarnemingen kunnen doen. Want waarnemen daar gaat het over. En mijn stelling hierbij is dat, wanneer één persoon gemakkelijk misleid kan worden door zijn waarnemingen, dat dat evenzo is voor een grote groep mensen. Meer nog, dat de misleiding vergroot naarmate het aantal misleidden toeneemt.
Neem nu een goochelaar, maakt het hem uit hoe groot in aantal zijn te misleiden publiek is? Neen, zijn truc blijft dezelfde, onzichtbaar voor het oog. Of dat er nu twee zijn of tweeduizend. Ja, hoe meer publiek, hoe meer misleidden, hoe groter zijn roem. De stelling dat meerdere ogen méér zien is ongegrond. Er zou theoretisch gezien wel een meerkans kunnen zijn, maar zo die al in de praktijk bestaat is ze verwaarloosbaar. De macht van het getal speelt in de waarnemingen geen rol.
Nu men kan tegenwerpen dat ‘de dingen’ niet tot doel hebben, zoals de goochelaar heeft als beroep, te misleiden; dat ze er gewoon zijn. Dat is juist, maar waarom zou die ene waarneming dan niet voldoende zijn? Heeft men meer dezelfde meningen nodig om nog meer mensen te kunnen overtuigen van hun gelijk? Is dit de aanzet tot demagogie en massahysterie? Of moet de wens tot grootschaligheid gewoon maskeren dat de vooronderstelling toch ook maar een waarneming is als een ander -complex en vol fouten?
Wanneer we racistische dialectiek onder de loep nemen herkennen we eenzelfde mechanisme bedoeld om het publiek, door misleiding, te winnen voor haar zaak; en hoe meer het herhaald wordt hoe meer ze Waarheid wordt...
2) Het oorzakelijk verband. Geurmeldingen gemaakt op momenten waarop geen (logische?) oorzaak kan worden aangeduid: wanneer er geen industriële activiteit was (ik denk bijvoorbeeld aan zondagen), of wanneer de wind niet uit de richting van de industrieplek kwam, worden er eveneens uitgefilterd. Gericht zoeken heet zoiets. Of, hoe men een stok zoekt om de hond -in dit geval de Waalse industrie- te slaan.
Men beweerd daarbij dat men een beter zicht wil krijgen op de (geur)hinder, om er -indien mogelijk- iets aan te doen. Maar is een onderzoek nog nodig wanneer men al uitgemaakt heeft dat er hinder is?
Dezelfde denkbeweging zien we ook wanneer racisme besproken wordt. En verklaard waarom elk wetenschappelijk onderzoek daaromtrent steeds een bevestiging van het bestaande en gekende zal opleveren, en op haar beurt het racisme zal versterken. Zelf al zou het onderzoek in eerste instantie een pleidooi inhouden voor meer nuancering bij het cliché.
Zulks is immers eigen aan het wetenschappelijk onderzoek. De denkbeweging die doelgericht op zoek gaat naar ‘essentie’, de zuivere en gedistilleerde vorm, ontdaan van alle bijkomstigheden; het specifiek eigene, de uitzondering, die de regel bevestigd;
het cliché. Ze bewijst datgene van wat ze op voorhand reeds dacht bewijzen voor te zoeken. Omdat ze weet had van het bestaan. Ze had dat bestaan reeds geformuleerd. Ze heeft het bestaan immers zelf veroorzaakt, ze heeft het een naam gegeven.
De taak van de wetenschap is mensen dichter bij een aanvaardbaar en leefbaar ‘weten’ te brengen. Zoals dat ook kan gezegd worden van een godsdienst wiens taak ze tracht over te nemen. En net zoals godsdiensten biedt de wetenschap ook geen oplossingen. Het maakt ons leven misschien wat aangenamer of makkelijker, maar niet minder complex.
Nuancering by Lezer Wednesday, Aug. 25, 2004 at 12:18 AM |
1) De grootschaligheid van onderzoek is nodig om die aspecten van de waarneming die die louter toevallig zijn (i.e. eigen aan één individu met zijn/haar eigen-aardigheden) er uit te filteren. Geen enkele serieuze wetenschapper zal beweren dat de response van de onderzoekssubjecten als waarheid mag beschouwd worden indien aan de wet van de grote getallen voldaan is, wel dat het een nauwkeurig beeld oplevert van de gemiddelde response. Discrepanties tussen realiteit en response zijn dan te verklaren op het niveau van de gehele populatie (op voorwaarde dat de steekproef groot en representatief is) i.p.v. door de selectie van het ene onderzoekssubject.
2) Uit wat ik uit de omschrijving kan opmaken blijkt dat het niet gaat om verklarend onderzoek maar om beschrijvend onderzoek. In dat geval zijn begrippen als oorzakelijk verband niet aan de orde. Verder gaat serieuze wetenschap "niet doelgericht op zoek" naar een conclusie. Wetenschappelijk onderzoek kan o.a. in gang gezet worden door een in de samenleving heersend discours (het gerucht dat "er geurhinder is") of door een verzoek van de overheid. Dit kan hooguit duiden op een interesse van de onderzoeker voor een bepaald onderwerp, maar verduidelijkt niet hoe de onderzoeker tgo het onderwerp staat. Zo kan iemand die verklarend onderzoek doet naar criminaliteit in bepaalde groepen van de samenleving (ik neem het voorbeeld van de allochtonencriminaliteit niet graag omdat uit de aard van het criterium allochtoon/autochtoon voorvloeit dat het geen verklarende factor kan zijn, m.a.w. dergelijk onderzoek is zinloos en overbodig) positief, neutraal, of negatief t.o.v. de bestudeerde groep staan. In het eerste en het laatste geval is er uiteraard een risico van tendentieus onderzoek. Wetenschappelijk studies kunnen echter door iedereen nagelezen worden en indien de conclusies of resultaten kort door de bocht of gefingeerd zijn kan elke collega-wetenschapper dit opmerken. Dit gebeurde zeer o.a. met het rapport Van San, dat in criminologische middens afgekraakt werd omwille van talrijke redenen, o.a. de zeer slechte en inconsequente operationalisering van de gehanteerde concepten. I.p.v. deze kritiek aan te wenden om weerwerk te bieden aan de criminalisering van de allochtonen hebben de progressieve partijen echter de fout gemaakt het rapport dood te zwijgen (mijn uitleg van hierboven past namelijk niet in de doorsnee soundbite) en het VB mateloos laten scoren.
gratuite wetenschap? by frank colle Thursday, Aug. 26, 2004 at 9:44 PM |
Ik maak geen onderscheid tussen verklarend en beschrijvend wetenschappelijk onderzoek; waar ligt de grens tussen beiden, en is dat laatste wel echt zonder doel? Het is immers wel degelijk de bedoeling om met de resultaten uit het gegeven voorbeeld aan te kloppen bij de bevoegde (Waalse) instantie. Om wat, om te weten wanneer bewoners ramen en deuren gesloten moeten houden?
Wat ik in twijfel trek is de stellige zekerheid dat wetenschappelijk onderzoek op enig moment ook, gezien onze beperkte (maar niettemin menselijke) mogelijkheid tot waarnemen, werkelijk neutraal kan zijn.
Ik maak dus ook geen onderscheid tussen de serieuze wetenschapper en de niet-serieuze. Alleen al omdat, in de lineaire benadering (positief-neutraal-negatief), de wetenschapper, hoe goed hij/zij ook zijn/haar best doet, daar zelf geen controle over heeft.
De kans bestaat steeds dat het onderzoek, zoals aangegeven o.a. bij Van San, zus of zo gebruikt wordt.