Najaf onder vuur: "Wij kunnen wel gevechten winnen, maar wij verliezen de oorlog" by david pestieau Wednesday, Aug. 18, 2004 at 7:37 PM |
"Amerikaanse soldaten blijven gevechten winnen, maar wij verliezen de oorlog", schreef de invloedrijke columnist Paul Krugman van The New York Times tien dagen geleden. De nieuwe terreurcampagne van het Amerikaanse leger tegen de stad Najaf is in feite een nieuwe stap in de impasse waarin Washington zich 16 maanden geleden heeft gewerkt.
Vanuit F-16's en helikopters is het Amerikaanse leger begonnen tal van Iraakse steden te bombarderen, met de steun van enkele duizenden Iraakse militairen. Sinds een week worden Najaf, Bagdad (de wijken Sadr City, Shula en Sha'ab) en Bassora, Nasiriya, Kut, Diwayila in het zuiden aangevallen. In het westen en het noorden liggen de steden Falluja, Samara, Baquba en Ramadi onder vuur. Alleen al op donderdag 12 augustus werden 165 personen gedood en 600 gekwetst in Najaf en andere steden in het zuiden. Fallujah en Samara werden zwaar gebombardeerd door de VS-luchtmacht: 50 doden in Samara, verscheidene tientallen in Fallujah. Honderden burgers zijn gedood, maar het verzet is hardnekkig.
Dat verzet is des te feller omdat de machtsoverdracht van 28 juni absoluut geen verbetering heeft gebracht in de situatie van de Iraakse bevolking.
Een voorbeeld. Deze zomer, met temperaturen tussen 45 en 55°, zit Irak voortdurend met stroomonderbrekingen, die 18 tot 20 uur kunnen duren. "Er is geen elektriciteit of zuiver water. We hebben maar zes uur per dag stroom", vertelde de 35-jarige Majid Jabbar, die zijn brood verdient als chauffeur van een pick-up. "Beeldt je in wat dat betekent in deze hoogzomer zonder stroom te zitten. Onze kinderen kunnen 's nachts niet slapen en wij kunnen niet behoorlijk werken." Door de stroompannes is de waterzuivering onderbroken en kunnen buiktyfus, hepatitis en andere besmettelijke ziektes zich verspreiden. Na 16 maanden bezetting is de elektriciteitsvoorziening nog altijd niet hersteld, terwijl het is 1991 maar drie maanden duurde na de beëindiging van de oorlog. Minder dan 1 % van de Irakezen gelooft vandaag nog dat de VS-troepen in hun land zijn om "de democratie" te herstellen. Een deel van de bevolking, vooral in het zuiden van het land, had nog illusies in de VS, maar keert zich vandaag radikaal tegen de bezetter.
Waarom opnieuw deze massale aanvallen van het Amerikaanse leger?
Sinds de zogenaamde machtsoverdracht aan de regering Allawi van 28 juni, "is in werkelijkheid de opstand niet geluwd en worden grote delen van het land effectief gecontroleerd door groepen die de door de VS gesteunde regering vijandig gezind zijn", schrijft Krugman.1
In juni, vóór de machtsoverdracht, verloren 42 VS-soldaten het leven, in juli werden er 54 gedood en het cijfer voor augustus dreigt nog heel wat hoger te liggen.
De correspondenten van de zeer ernstige Londense beurskrant de Financial Times, beschrijven de surrealistische situatie in Ramadi (een stad met 450.000 inwoners) als volgt: "
In de hoofdstad van de grootste provincie van de zogenaamde 'soennitische driehoek', zijn de rebellen begonnen hun aankomst dagelijks via luidsprekers aan te kondigen. 'Sluit je winkel vóór 14 uur. We willen niemand raken. De gevechten beginnen na 14 uur. Breng jezelf in veiligheid', schettert de megafoon die vastgemaakt is aan de witte Nissan pick-up die om één uur 's middags over de grote verkeersader door Ramadi rijdt.
Tegen 13.45 uur zijn de straten leeg. Gouvernementsgebouwen, politiebureau en winkels gaan dicht. Politie en Iraakse Nationale Garde, die in de stad patrouilleren, verdwijnen van de straat.
Een kwartier later duikt het verzet op vanuit de zijstraten, naar de hoofdstraat: vijf Daewoo sedans en 15 Nissan pick-ups gewapend met granaatwerpers en kalasjnikovs."2
Zeven Iraakse steden ontsnappen aan de Amerikaanse controle
En Ramadi is geen alleenstaand geval. In de praktijk worden de steden Ramadi, Fallujah, Baquba, Kut, Mahmoudiya, Hilla en Samara niet langer gecontroleerd door de Amerikaanse troepen die zich in hun eigen kazernes hebben verschanst.3 Dat verklaart de veelzeggende vaststelling van Krugman: "Onze militairen staan onder een enorme druk. We creëren meer terroristen (lees verzetsmensen) dan we er doden. Met elke maand dat dit blijft duren, wordt onze reputatie, met inbegrip van onze morele autoriteit, meer schade toegebracht."
De steun van de bondgenoten van de Verenigde Staten brokkelt af. Na Spanje besloten ook de Filippijnen zich uit Irak terug te trekken. De regeringen van Blair en Berlusconi zijn verzwakt en in de Oost-Europese landen groeit de oppositie in de publieke opinie: drie Polen op vier verklaren zich voorstander van een onmiddellijke terugkeer van hun troepen.4
Na vijf weken met de nieuwe Iraakse regering, besloten de Amerikaanse strategen met terreur te proberen uit de impasse te geraken. Ze vallen precies Moqtada al-Sadr aan omdat ze denken dat dit deel van het verzet militair het minst sterk is.
Iraakse bevolking noemt eerste minister Allawi "de burgemeester van drie straten in Bagdad"
Maar de slag om Najaf blijkt al een politieke ramp te zijn. De hoogste soennitische autoriteit van het land, de vereniging van de islamitische geestelijkheid, heeft net een fatwa (een religieus bevel) uitgesproken die elke moslim verbiedt welke hulp dan ook te bieden aan de Amerikaanse bezettingstroepen die vechten tegen "hun moslimbroeders".5 3.000 personen hebben in Fallujah betoogd als steun aan de strijders van Najaf.
Elementen van het Iraakse leger, dat onder de supervisie van de Amerikanen staat, weigeren in Najaf te vechten en verbroederen met de bevolking.6 Het agentschap APTN bericht dat op 12 augustus in Bagdad "honderden Iraakse politiemannen zich aansloten bij de strijders van Moqtada Al-Sadr". Zelfs tussen de Iraakse politieke krachten, die door de Amerikanen worden beschermd, verscherpen de tegenstellingen. De meerderheid van de provincieraad van Najaf, geïnstalleerd door Washington, heeft ontslag genomen. En de vice-gouverneur van de provincie Bassora verklaarde donderdag 13 augustus dat hij breekt met de voorlopige regering, die verantwoordelijk is voor het geweld in Najaf.7 En zelfs binnen de nationale conferentie, die zondag 15 augustus begon, groeien de tegenstellingen. Nochtans zijn de afgevaardigden aangeduid of goedgekeurd door de bezetter en zijn zijn stromannenregering. Een honderdtal gedelegeerden verlieten de eerste dag al de vergadering uit protest tegen de aanval op Najaf. De werkelijke macht van de Iraakse regering beperkt zich inderdaad tot de bijnaam die de bevolking voor eerste minister Allawi bedacht heeft: "burgemeester van drie straten in Bagdad".
Door de aanval op Najaf zal de Iraakse bevolking nog radicaliseren, maar ook die van Iran, Libanon en de rest van het Midden-Oosten. Dat tonen de vele betogingen, die vrijdag 13 augustus plaats hadden. Bovendien, zoals de Franse strateeg Paul-Marie de la Gorce aanstipt, "heeft het verzet de steun van het volk gewonnen, maar het is nog niet verenigd en dat is zijn zwakte".8De verschillende krachten van het verzet, in het zuiden en in het centrum van het land, zijn inderdaad nog niet verenigd in één Nationaal Bevrijdingsfront, met één gezamenlijk programma tegen de bezetting. En het is dat precies wat Washington ten allen prijze wil verhinderen.
Moqtada al-Sadr en het al-Mahdi-leger, een deel van het verzet
Moqtada al-Sadr en zijn medestanders vormen een deel van het verzet in het zuiden van Irak en in Bagdad. Zijn al-Mahdi-leger is weinig getraind en licht bewapend, en bestaat voornamelijk uit burgers zonder enige militaire opleiding. Daardoor is het ook kwetsbaarder. Omdat zijn beweging pas sinds april 2003 bestaat, is ze nog weinig gestructureerd. Terwijl het verzet in het westen en het centrum van het land wel degelijk goed georganiseerd is. Voor een groot deel bestaat dat uit officieren en soldaten van het vroegere leger, die militaire ervaring opdeden in de oorlogen tegen Iran en de VS. Zij beschikken ook over zware wapens en meer financiële middelen. De UNO-inspecteur Scott Ritter beweert daarover dat "de recente anti-Amerikaanse aanvallen in Fallujah en Ramadi uitgevoerd werden door gedisciplineerde manschappen die gecoördineerd en in groep opereerden en waarschijnlijk komen uit de Republikeinse Garde van Saddam."9
De twee fronten van verzet knopen meer en meer contacten met elkaar aan. Moqtada al-Sadr heeft vorige zaterdag 14 augustus de steun van de betogers van Fallujah begroet en die van Fallujah en Ramadi opgeroepen hun grotere strijdervaring bij deze van het al-Mahdi-leger te voegen. Een scenario dat, moest het werkelijkheid worden, een ware nachtmerrie voor de Amerikanen zou betekenen. De VS hopen immers nog altijd dat ze Moqtada kunnen doen plooien en in hun plannen inschakelen. Hoewel hij in het verleden een tegenstander van de Baathpartij was, heeft al-Sadr vorige zaterdag verklaart "dat Bush veel erger is dan Saddam".
De vader van Moqtada al-Sadr, die gedood werd in 1999, kreeg trouwens in het begin van de jaren '90 steun van de Baath-partij. Omdat hij zich verzette tegen de pro-Iraanse fundamentalistische bewegingen als Dawa of de Hoogste Raad voor de Islamitische Revolutie, die nu in de interim-regering zitten. Deze bewegingen waren er in het verleden echt op uit Irak te destabiliseren.
Ook al evolueerde de vader van al-Sadr later naar de anti-Saddam-oppositie, toch was die anders van aard dan de oppositie van de pro-Iraanse bewegingen. Moqtada al-Sadr presenteert zich op de eerste plaats als een Arabisch nationalist. Hij is een verdediger van de Iraakse integriteit en pas dan komt zijn islamitische ideologie. In die zin staat hij lijnrecht tegenover de pro-Iraanse bewegingen, die zich op de politieke islam beroepen, die aanwezig zijn in de interimregering en felle tegenstanders zijn van het Arabisch nationalisme.
Extremistische en fundamentalistische opstandelingen?
"De kunst van de dominerende media bestaat erin het Iraakse verzet voor te stellen als in wezen fundamentalistisch en verbonden met Al Qaeda", schreef een vriend me zeer terecht. "Het doel: het verzet diaboliseren, het conflict laten doorgaan voor een gevecht tussen de beschaafde christelijke wereld en de barbaarse fundamentalistische moslimwereld", voegt hij eraan toe. "In de media komen weinig elementen aan bod die kunnen aantonen dat de echte inzet anders is: anti-imperialistische krachten tegen een koloniale bezettingsmacht." Waarom wordt er inderdaad zoveel nadruk gelegd op de fundamentalistische krachten in het verzet en wordt er nooit gesproken over de islamitische partijen, zoals Dawa, die deel uitmaken van de pro-Amerikaanse regering? Wordt er alleen gezwaaid met het gevaar van de islam wanneer die de belangen van de Verenigde Staten en hun bondgenoten in gevaar brengt?
Amerikaanse officieren en militaire experts geven zelf een heel ander beeld van de werkelijkheid. "In tegenstelling tot wat de Amerikaanse regering beweert, wordt het verzet in Irak geleid door goedbewapende militairen en is het groter dan eerst gedacht", bevestigt een artikel van Associated Press.10Deze functionarissen vertelden Associated Press dat het verzet zelfs oproepen naar regeringsgetrouwen kan lanceren om zo te recruteren en hun manschappen tot maar liefst 20.000 op te trekken. En het verzet krijgt zoveel steun van de nationalistische Irakezen die kwaad zijn om de aanwezigheid van VS-troepen, dat het militair niet te verslaan is.
"We staan hier niet aan het begin van een jihad", zei een VS-officier in Bagdad aan het persagentschap AP. De man, die duizenden kilometer aflegde om over heel Irak opstandelingen of hun vertegenwoordigers te ontmoeten, verklaarde dat guerrillaleiders uit allerlei delen van Saddams Baath-partij komen, vooral dan uit het Militair Bureau. Ze hebben tientallen cellen gevormd. "De meeste opstandelingen vechten om een grotere rol te kunnen spelen in een seculiere maatschappij, niet in een Taliban-achtige islamstaat" voegde hij eraan toe. "Nagenoeg alle guerrillastrijders zijn Irakezen."
"Burgeranalisten zijn het er globaal over eens dat de VS en Iraakse functionarissen de rol van buitenlandse strijders en moslimextremisten lange tijd overbeklemtoond hebben" besluit A.P. "De VS-analyse fixeert zich te veel op termen als 'jihad', net zoals ze bijna automatisch alles tracht te verbinden met Bin Laden", verklaarde Anthony Cordesman, een Irak-analist bij het Center for Strategic and International Studies (Centrum voor Strategische en Internationale Studies). "Elke opiniepeiling in Irak toont het nationalistische karakter aan van wat er nu gebeurt."
"Veel guerrillastrijders zijn gemotiveerd door de islam op dezelfde manier als religie de Amerikaanse soldaten motiveert. Die hebben ook de neiging meer te bidden tijdens een oorlog", aldus een VS-officier.
Hij vertelde dat hij ook vier stamhoofden uit Ramadi had ontmoet, die het "heel duidelijk maakten" dat ze geen zin hadden in een islamitische staat, ook al worden moskeeën gebruikt als toevluchtsoorden voor opstandelingen en om fondsen te verzamelen.
Irak bevrijden van de VS-troepen is het motief van de meeste opstandelingen, niet het vormen van een islamitische staat, bevestigen analisten.
Volgens de officier hebben de Iraakse opstandelingen een groot voordeel op guerrillastrijders elders: massa's wapens, geld en training. "Ze hebben het afgelopen jaar heel veel geleerd en met veel meer continuïteit dan de elkaar aflossende VS-troepen en Iraakse veiligheidstroepen", aldus Cordesman over de guerrilla. "Ze hebben geleerd heel snel te reageren en op een manier die onze sensoren en standaardtactieken niet gemakkelijk aan kunnen."
Irak oog in oog met de bezetting (EPO), van Mohammed Hassan en David Pestieau over het Iraakse verzet.
Te koop (15 euro) in de boekhandel of via http://www.epo.be
1 "Media coverage 'Afghanizes' Iraq", Paul Krugman, New York Times, 8 augustus 2004. · 2 "Rebels' Writ Runs Large Across the Troublesome Sunni Triangle", Akeel Huseen en Nicolas Pelham, Financial Times, 30 juli 2004. · 3 "Can't Blair see that this country is about to explode? Can't Bush?", Robert Fisk, The Independent on Sunday, 1 augustus 2004. · 4 "War Allies Face Opposition At Home", Associated Press, 7 augustus 2004. · 5 Al Jazeera, 13 augustus 2004. · 6 Euronews, 13 augustus 2004. · 7 "Shias call for split from Baghdad", Michael Howard, The Guardian, 13 augustus 2004. · 8 Le Nouvel Observateur, 9 augustus 2004 · 9 Saddam's People Are Winning the War, Scott Ritter, International Herald Tribune 22 juli 2004 · 10 "Iraq Insurgency Larger Than Thought", The Associated Press, 9 juli 2004. ·