De woede van de armoede (deel 2) by Kenneth RUMES Tuesday, Aug. 17, 2004 at 5:19 PM |
kennethrumes@hotmail.com |
Samen met enkele leden van Afractie doorkruiste Indymedia-activist Kenneth RUMES een maand lang Senegal. Dat leverde een schat aan informatie op. Heel de maand augustus valt deze speurtocht naar een concreet voorbeeld van globalisering in een derdewereldland en de schadelijke gevolgen, te volgen op archive.indymedia.be.
Wie zijn de talibés?
De talibés zijn jongens die rondzwerven in de grote steden van Senegal.
Rond de leeftijd van 3 à 4 jaar verlaten zij hun familie die in het binnenland woont.
Eenmaal aangekomen in de grote stad worden zij onder de hoede van een maraboe geplaatst ; dat is een moslimgeestelijke die hen (tegen betaling ) les geeft in de koran. Om deze lessen te bekostigen moeten de jongens overdag geld bij elkaar bedelen. Sommige maraboes kopen met dit geld eten voor de kinderen, andere incasseren enkel en laten de kinderen aan hun lot over.
Overnachten doen ze in onafgewerkte huizen of onder de blote hemel , maar ook in Senegal is het koud in de winter. Om elkaar warm te houden maken ze soms een vuurtje van rondslingerend afval, wat natuurlijk tot gevaarlijke situaties kan leiden. Daarbij komt ook nog eens dat de wonden die ze oplopen infecteren omdat er geen mogelijkheid bestaat om zich op een hygiënische manier te wassen.
Ondanks hun penibele levensomstandigheden, verschillen ze niet van andere kinderen, ze hebben dezelfde levensvreugde, niettegenstaande het feit dat ze uitgebuit worden
Talibes kunnen beschouwd worden als daklozen, hun woonomstandigheden zijn danig hachelijk. Sommigen leven in bouwvallige barakken, waar ze op de grond slapen.
Aangezien ze met zovelen zijn, hebben ze in deze barakken amper genoeg plaats om zich neer te leggen. Sommige van die barakken of bouwvallige gebouwen hebben zelfs geen dak. Sommige talibés slapen gewoon onder de blote hemel, op de koer waar de maraboe huurder is van één kamer. Sommigen slapen in geïmproviseerde beschuttingen : garages, nog onafgewerkte huizen.
Alle verblijfplaatsen hebben een groot gebrek aan water, elektriciteit en sanitair.
De kinderen leven in omgevingen die rijkelijk bedeeld zijn met vlooien, ratten, kakkerlakken en ander ongedierte…
In het algemeen kunnen ze zich dus niet wassen, aangezien ze moeilijk aan water geraken. Sommigen blijven meer dan 1 maand zonder zich te wassen, vooral in de winter.
Hun kledij is in zeer slechte staat en is amper ooit gewassen. Meestal wassen ze deze zelf, maar dan zonder zeep. Talibés hebben ook meestal geen schoenen, soms geraken ze bij toeval aan schoeisel.
Algemeen gezien, en dit voor winstgevende redenen, worden de talibés onverzorgd en vooral ‘vuilogend’ gehouden : hoe miserabeler ze eruitzien
en zijn, hoe meer medelijden ze teweegbrengen, hoe meer ze verdienen. Ze gaan van huis tot huis om voedsel in te zamelen, de talibés verzamelen ‘alles’ wat ze krijgen in hun bedelpotje (hun bedelpotje is meestal een groot leeg tomatenblik). Ze verzamelen een weerzinwekkende mengeling aan ‘voedsel’, die vragen doet stellen bij de gezondheid van de talibé. Ze zijn dan ook vaak slachtoffer van verschillende epidemieën, gaande van problemen met de gal, tot malaria, cholèra en schurft. Ze komen vaak niet in aanmerking voor de verschillende vaccinatieprogramma’s.
De kinderen die op het einde van de dag de vastgestelde som niet kunnen afgeven aan de maraboe (meestal 300cfa, 44 eurocent) worden vaak onderworpen aan lijfstraffen. De meeste van de ex-talibés hebben littekens die de tekens van hun lijfstraffen zijn gedurende hun verblijf in de koranschool.
De hoofdactiviteit van de talibes is gaan bedelen, hier besteden ze ongeveer 10 uur per dag aan. De talibes hebben geen enkele notie van tijd, daarenboven kennen ze hun leeftijd niet en voor sommigen is het vijf regenseizoenen geleden dat ze hun ouders nog gezien hebben.