arch/ive/ief (2000 - 2005)

Ingezonden stuk

Geachte Redactie,

Ik heb met verbijstering kennisgenomen van het feit, dat twee in mei uitgezette Somalische asielzoekers, van wie een tot een vervolgde minderheid behoorde, bij aankomst in Somalie zijn gedood.
Hoewel de Nederlandse overheid mede ten gevolge hiervan terecht heeft besloten de uitzetting van Somaliers zonder familie of behorend tot een vervolgde minderheid te stoppen, is zij in belangrijke mate verantwoordelijk voor deze gebeurtenissen, aangezien het Nederlandse uitzettingsbeleid als zodanig in strijd is met het Internationaal Recht.
In een brief dd 13-2 2004 aan minister Verdonk van Vreemdelingenzaken stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, dat een groot aantal van de 26.000 uit te wijzen asielzoekers, met name Afghanen en Somaliers, veelal teruggestuurd worden naar politiek-militair onveilige gebieden, hetgeen in strijd is met het Internationaal Recht, dat uitzetting naar onveilige gebieden verbiedt.
Ondanks het feit, dat eveneens de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, de Nederlandse ex-premier Lubbers in zijn rapportage dd januari 2004 grote delen van Somalie tot onveilig gebied heeft verklaard, hetgeen eveneens betreffende Afghanistan is gedaan door de Secretaris- Generaal van de VN, Kofi Annan dd januari 2004, heeft de Nederlandse overheid haar uitzettingsbeleid naar die gebieden gecontinueerd, waarbij zij zichj in ernstige mate schuldig maakt aan schendingen van de mensenrechten.
Het is dan ook zowel in het belang van de asielzoekers als de morele integriteit van Nederland, dat minister Verdonk haar uitzettingsbeleid aanpast aan de internationaal-geldende rechtsregels.

Astrid Essed
Amsterdam