arch/ive/ief (2000 - 2005)

Commentaar tav berichttgeving Belgie-teletekst dd 1-8
by Astrid Essed Sunday, Aug. 01, 2004 at 12:26 PM

In haar berichtgeving tav de huidige situatie in Westelijke Jordaanoever maakt de Belgische teletekstredactie zich schuldig aan een impliciete bagatellisering van de Israelische politiek-militaire rol in dezen.



Aan de teletekstredactie van de VRT

Geachte Redactie,

Hoewel het mij bij regelmaat is opgevallen, dat u in uw berichtgeving betreffende het Midden-Oostenconflict blijk geeft van een grotere journalistieke objectiviteit dan uw Nederlandse collega's van de NOS-teletekstredactie, wil ik toch graag uw aandacht vragen voor het volgende:

In uw berichtgeving dd 1-8 vermeldt u onder de kop ''Palestijnse militanten in opstand'', dat op de Westelijke Jordaanoever, die onder Palestijns bestuur staat, chaos en anarchie dreigt.
U vervolgt uw berichtgeving met de mededeling, dat drie westerlingen in korte tijd gegijzeld werden en dat Palestijnse militanten met onvrede met hun leider Yasser Arafat twee regeringsgebouwen in brand staken.
U eindigt uw berichtgeving met de mededeling, dat de militanten ontevreden zijn over het uitblijven van hervormingen en over Arafat's dictatoriale regime.

Door deze wijze van berichtgeving zonder enige aanvullende achtergrondinformatie uwerzijds maakt u zich niet alleen schuldig aan de onjuiste weergave van de feitelijke politiek-bestuurlijke realiteit in de Westelijke Jordaanoever, daarenboven bagatelliseert u de Israelische politiek-militaire rol in dezen.

Onjuiste weergave

De door u gedane nieuwsmededeling, dat de Westelijke Jordaanover onder Palestijns bestuur zou staan, is feitelijk onjuist

Te uwer informatie:

1 Oslo-accoorden:

Ten gevolge van de in de negentiger jaren gesloten Oslo-accoorden werden de bezette Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever en het Gaza-gebied opgedeeld in autonome, semi-autonome en onverminderd bezette gebieden, te weten te A, B en C-gebieden.
Een en ander impliceerde, dat er bij de A-gebieden sprake was van een Palestijns zelfbestuur, ondersteund door Palestijnse politie-en veiligheidstroepen, bij de B-gebieden van een Palestijns zelfbestuur, gepaard gaand met een gemengde Israelische en Palestijnse veiligheidscontrole ijn de vorm van politie en veiligheidstroepen, waarbij het zwaartepunt was gelegen aan Israelische kant en de C-gebieden waarbij sprake was van onverminderde Israelische bestuurlijke en militaire controle.


A Geografie A, B en C-gebieden in de Westelijke Jordaanoever:

In geografische zin impliceerde een en ander, dat tot de A-gebieden behoorden de op de Westelijke Jordaanoever aanwezige zogenaamde ''autonome'' Palestijnse steden [Jericho, Jenin, Tulkarem, Qalqilya, Nabloes, Ramallah, Bethlehem].
Tot de B-gebieden behoorde de rest van het Palestijnse platteland [bestaande uit zo'n 450 Palestijnse dorpen, 70 procent van de Palestijnse bevolking]
Tot de C-gebieden behoorden onder meer 140 joods-israelische nederzettingen, de Israelische legerkazernes en de bypass roads [wegen, die de nederzettingen met elkaar en Israel verbinden]

B het Gaza-gebied:

Ook in het Gaza-gebied is er sprake van een A-gebied [ bestaand uit een bevolking van driekwartmiljoen Palestijnen] en een C-gebied [bestaand uit de bewoners van 16 joods-israelische nederzettingen]

2 Palestijns zelfbestuur en de twee grote Israelische Israelische militaire offensieven dd 2002:

Uit bovenstaande blijkt, dat er geen sprake is van een Palestijns bestuur in de Westelijke Jordaanoever als zodanig, maar slechts van een zeer beperkt zelfbestuur over een deel van de Westelijke Jordaanoever.
Daarenboven verliest u het politiek-militair zeer belangrijke feit uit het oog, dat er sinds de twee Israelische militaire offensieven in de Palestijnse bezette gebieden dd 2002 sprake is geweest van een gedeeltelijke herbezetting van de autonome Palestijnse steden, waardoor het functionneren van een Palestijns bestuur verder werd gemarginaliseerd.
Bovendien werden tijdes deze militaire offensieven een groot aantal Palestijnse politieagenten en veiligheidstroepen door het Israelische leger gedood en werd tevens een groot deel van de Palestijnse infrastruur door het Israelische legeroptreden is vernietigd.
Het moge duidelijk zijn, dat het effectief functionneren van een Palestijns bestuur onder dergelijke omstandigheden vrijwel onmogelijk gemaakt wordt.

3 Chaos en anarchie op de Westelijke Jordaanoever

Uit bovenstaande mag evenzeer blijken, dat niet het vermeende Palestijnse bestuur en de zeer beperkte macht van de politie en veiligheidstroepen op de Westelijke Jordaanoever in dezen verantwoordelijk is voor de herstel van de ''chaos en anarchie'' ontstane
situatie, maar het Israelische leger dat als zijnde het bezettingsleger volgens de bepalingen van de 4e Conventie van Geneve verantwoordelijk is voor de veiligheid, de welvaart en het welzijn van de bezette Palestijnse bevolking.

Het behoeft in dezen geen nader betoog, dat het Israelische leger in dezen gehouden is aan de humanitaire rechtsbepalingen van de 4e Conventie van Geneve en aan alle andere internationale mensenrechtenverdragen, voorvloeiend uit het Internationaal Recht.

Het lijkt mij in dezen dan ook van het grootste belang, dat u zich bij een volgende berichtgeving over dit onderwerp terdege informeert over de politiek-bestuurlijke situatie in de Westelijke Jordaanoever en de hiermee samenhangende miltaire implicaties.

Een en ander zal een goede journalistieke weergave betreffende dit onderwerp in hoge mate ten goede komen.

Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam