Buurtcomités roepen Stadsbestuur op voor reddingsactie Kievitbuurt by Wijkcomités Tuesday, Jul. 27, 2004 at 12:56 AM |
In een open brief roepen buurtcomités het Stadsbestuur op voor een 'reddingsactie- Kievitbuurt'.
Het nieuwe Kievitplein en omgeving, de toegang van het nieuwe Antwerpse hst-station, zal nu 'geen voorbeeld van stadsvernieuwing' worden! Bij de uitvoering en planning van het project, is er te veel misgelopen.
Er moeten op zeer korte termijn, in overleg met de buurt, extra inspanningen geleverd worden om de huidige plannen en uitvoering te verbeteren.
Zeker bij de ontwikkeling van de toekomstige projecten in de buurt. [op blokken B, C en D]
De buurtcomités willen een volwaardig stadsdeel tot stand te brengen, ze willen geen lelijk onleefbaar kantorenpark naast hun deur.
Bouwers en bestuur moeten eindelijk deze positieve uitdaging aangaan.
Open brief
Van plein naar schijn
Zeven jaar geleden kregen de bewoners en omwonenden van de lang verwaarloosde Antwerpse Kievitwijk achter de Zoo een brochure in de bus. Er zou een tweede stationsgebouw komen in Antwerpen Centraal en ervoor zou een groot en mooi plein aangelegd worden met nieuwe gebouwen daarrond, waarvan minimaal de helft woningen. Iedereen was blij.
Drie jaar later circuleerde er een masterplan van het project. De site was uitgebreid tot de grootste naoorlogse binnenstedelijke bouwwerf in Vlaanderen, onderverdeeld in vier immense blokken met 47 kavels waarop 27 gebouwen stonden getekend. Op Blok A was het Kievitplein kleiner geworden dan was voorgehouden en de nieuwbouw hoger dan verwacht. Er klonk wat ongerustheid in de buurt, maar tegelijk prees men de kwaliteiten van het voorstel. Het Nederlandse architectenbureau MVRDV had een gezonde mix van wonen (40%), werken (40%) en ontspanning (20%) voorzien, met op de open ruimtes (20 kavels bleven immers onbebouwd) plaats voor een groen park, een horecaplein, een skatesteeg, een watervalterras, een basketveld, een zandbak enzovoort. Er was ook aandacht voor de doorwaadbaarheid in alle richtingen (geen blinde muren of doodlopende assen), voor de kwaliteit van de architectuur (variatie in hoogte, vorm, materiaal) en voor de geplande diversiteit van functies die het sociale weefsel moesten versterken. Halfweg 2000 keurde het stadsbestuur deze krijtlijnen uitgezet door MVRDV goed.
Nog eens drie jaar later was er plots een maquette van hoe het geheel er concreet zou uitzien. Weg was het plein. Weg was het gemengde karakter. Weg was ook de bekommernis om de kwaliteit van de mobiliteit, de publieke ruimte en de architectuur. In de plaats kwamen acht monotone torens die de hele blok A inpalmden, tweeduizend ondergrondse parkeerplaatsen, smalle
schaduwstraten tussen grotendeels anonieme wanden en een strikte scheiding van functies. Het leek wel de jaren zeventig "revisited".
Met de opgelegde criteria werd zo creatief omgesprongen dat inmiddels 70% van de gebruiksoppervlakte kantoor en businesscenter geworden was. Ook een advocatenpraktijk of een bedrijfsrefter bleken onder het voorziene deel 'publiek toegankelijk' te vallen. Het begrip woning werd herleid tot 'verblijfplaats', waardoor een Apart-hotel ingeschreven kon worden in het residentiële quotum, dat intussen gereduceerd was tot een derde van het geheel. De bedoeling van de criteria was om de sociale vermenging en het gevoel van veiligheid te verhogen. Door echter de letter te volgen en niet de geest, hanteerde men het recept voor een spookwijk 's avonds.
Voor speelse ruimte met wat groen werden de buurtbewoners doorverwezen naar een parkje tussen de spoorweg en de blokken B, C en D. Opnieuw botsten de letter en de geest, want er was dan wel gezorgd voor open ruimte maar concreet ging het om een wat afgelegen en door hoogbouw ingesloten strook. Hetzelfde geldt voor de verkeersplanning. Het Antwerpse Centraal Station werd uitgebouwd als spil van een performant openbaar vervoer, maar tegelijk wilde men een diepe ondergrondse parking graven. Bovendien was er geen ernstig mobiliteitsplan. Uit de vele simulaties onthielden we dat de toevoersassen nu al verzadigd zijn.
Wat is er fout gelopen? Waarom werd onderweg zo drastisch afgeweken van de intenties? Waarom staat wat nu gebouwd wordt haaks op de tijdgeest en op het officiële beleidsdiscours over hoe om te gaan met het stedelijk weefsel en mobiliteit anno nu? Waarom haalden bij deze belangrijkste stedenbouwkundige ingreep in Vlaanderen economische belangen het zo flagrant op stedenbouwkundige en sociale kwaliteit, en waarom werd niet harder gestreefd naar een logisch samengaan van de twee? En bovenal: waarom heeft het Antwerpse stadsbestuur het initiatief hiertoe en de bewaking erover uit handen gegeven? Waarom werd bijvoorbeeld de goed functionerende, onafhankelijke begeleidingscommissie opgezet vanuit de stad plots stopgezet?
Nadat Alcatel in het voorjaar van 2002 had laten verstaan dat het 35.000 m2 wilde betrekken in de stationsbuurt, verhuisde de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan naar het gewestelijk niveau 'wegens het bovenlokale karakter van de stationsomgeving' en verwerd dit plan (het Grup) tot een juridisch kader op maat herschreven van de projectontwikkelaar. In september 2003 werd het plan goedgekeurd, ondanks negatief advies van de welstandscommissie, het Antwerpse districtsbestuur, de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening, de stadsbouwmeester en de Vlaamse bouwmeester. De kritiek was eensluidend: te veel kantoren, te veel openbare ruimte geprivatiseerd, te banale architectuur, te weinig uitstraling. Zelfs het kabinet van de toenmalige schepen van ruimtelijke ordening vond dat het Vlaamse Gewest te meegaand was geweest met de projectontwikkelaar. Men had het over 'een nieuwe Brusselse Noordwijk' en 'een ramp voor de buurt' (Het Laatste Nieuws van 23 januari 2003). In juli 2002 verliet de schepen een collegezitting uit onvrede met de toegevingen in verband met de bereikbaarheid van het publieke domein. Het kabinet drukte de hoop uit dat omwonenden massaal bezwaarschriften zouden indienen tegen het Grup, wat ze ook deden. Van de meer dan honderd bezwaarschriften is echter niets terug te vinden in de uiteindelijke plannen.
Intussen was ook de communicatie tussen de stad, de NMBS en de projectontwikkelaar over de aanleg van de parking in een impasse beland.
Het huidige bestuur erkent dit alles. Een officieuze versie die je te horen krijgt op de kabinetten luidt dat de projectontwikkelaar heeft geprofiteerd van de begrijpelijke angst bij de overheid voor het vertrek van Alcatel naar niet-Antwerpse oorden en van het bestuurlijke Visa-vacuüm tijdens de voor het Grup cruciale periode. Het bestuur beseft inmiddels ook dat geen deugdelijk overleg gepleegd werd met adviserende commissies, lagere overheden, stedenbouwkundige bureaus en buurtcomités. Door dat alles kon de bouwheer de site invullen zoals het hem het beste uitkwam.
In alle bestuurlijke communicatie over de vele Antwerpse Grote Werken wordt steevast verwezen naar de geslaagde invulling van het voormalige spoorwegemplacement Spoor Noord en naar hoe goed de samenwerking er verliep met de wijkbewoners, die als eersten dag na dag geconfronteerd zullen worden met de kwaliteiten en de gebreken van hun vernieuwde wijk. Even opvallend is het oorverdovende stilzwijgen over de ingrijpende veranderingen aan het Kievitplein, het enige plein in Vlaanderen dat nog plein genoemd wordt terwijl het volgebouwd wordt. Daar werd géén rekening gehouden met wat lokaal leefde of verlangd werd, noch met het aanvankelijk goedgekeurde masterplan, noch met de vele adviezen door experten en zelfs niet met het door de stad zelf gehanteerde discours over veiligheid, sociale mix en zachte modi.
Uit de houding van de huidige kabinetten blijkt veel begrip voor de kwaadheid van bewoners en anderen, maar telkens wordt gesuggereerd dat we er nu niets meer aan kunnen verhelpen. Dat vinden wij geen verstandige houding. Het primaat van de politiek vereist dat ingegrepen wordt wanneer iets manifest verkeerd gelopen is, loopt of dreigt te lopen. Gemakzucht of gelatenheid is hier niet aan de orde. Gezien de voorgeschiedenis van het Kievitproject is zo'n houding ook riskant, want eerst a zeggen en vervolgens b doen is wellicht nog erger dan schijninspraak verlenen, en beide bevorderen ze antipolitieke gevoelens.
Zelf weigeren we ons neer te leggen bij de gang van zaken. Het betreft geen akkefietje, wel een grootschalig bouwproject in het hart van Vlaanderens grootste stad, met een enorme directe impact op de leefkwaliteit van tienduizenden bewoners en een al even belangrijke weerslag op de beleefkwaliteit van nog veel meer pendelaars, scholieren, klanten en toeristen. De site wordt gepromoot als een Europees visitekaartje voor Antwerpen. Laten we het er dan ook naar maken. Waarom in Antwerpen genoegen nemen met provinciaal niveau, terwijl in Berlijn, Lille of Barcelona (de vaak geciteerde voorbeelden) wel fantasierijke, warme en smaakvolle stedenbouwkunde en architectuur mogelijk is? We eisen een breuk met het verleden en daarom een debat ten gronde.
Op zeer korte termijn moeten ook extra inspanningen geleverd worden om waar mogelijk nog te remediëren wat fout dreigt af te lopen. Optimistisch als we zijn verwachten we alsnog een luisterend oor bij bestuur, bouwers & betrekkers met het oog op bijsturing en verfijning van de plannen, waarbij elk zijn verantwoordelijkheid neemt. Laten we gezamenlijk brainstormsessies organiseren over een sterke invulling van de gelijkvloerse verdiepingen om een volwaardig stadsdeel tot stand te brengen en geen veredeld kantorenpark dat evengoed buiten de stad had kunnen staan. Laten we dialogeren over de afwerking van de publieke ruimte en over de verkeer- en parkeerplannen. Laten we het alleszins beter doen bij de ontwikkeling van de toekomstige blokken B, C en D.
Dit is te belangrijk om er lichtzinnig overheen te gaan, want een unieke kans is zo gemist. Toen enkele Antwerpse politici vorig jaar relatief kleine misstappen begingen met overheidsgeld, was Vlaanderen te klein. Van dit spektakeldossier kennen we intussen alle details. Wanneer echter een stedenbouwkundige ingreep waarvan Antwerpenaren nog decennialang de effecten zullen voelen vanuit verschillende hoeken bedolven wordt onder de kritiek, reageert niemand. Wie neemt hier zijn verantwoordelijkheid, opdat we later niet zouden moeten zeggen dat we het niet zagen gebeuren?
Erik Aelbers, Edwin Capelle, Manu Claeys, Ronald Gestels, Jef Laenen, Evelyn Knoors, Anne Provoost, Wim Schramme, Jef Tegenbos, Anita van Hoegaerden, Marleen Wille,
voor de wijkcomités Kievit, Zurenborg, Provinciestraat en den Dreihoek
Zie ook in De Standaard van 12.06.2004, pagina 44, Stedenbouw is de dupe *Proeven van architectuur van Koen Van Synghel http://212.100.241.34/news/2004/07/584.php