arch/ive/ief (2000 - 2005)

Daarenboven werd deze minderjarige, na de uitspraak door de KI, meer dan 24 uur illegaal vastgehouden in gesloten centrum 127bis. Het Platform Kinderen op de Vlucht veroordeelt sterk de houding van de Dienst Vreemdelingenzaken in dit dossier.

Een Guinëer van 17 jaar (geboren eind 1986) wordt sinds zijn aankomst in België in de maand november 2003 opgesloten (= 8 maanden opsluiting). Hij heeft in België alleen gesloten centra gekend. Zijn asielaanvraag werd verworpen en hij onderging een tiental uitwijzingspogingen waartegen hij zich verzette omdat hij naar eigen zeggen risico's liep in zijn land van herkomst.

Ondanks de inwerkingtreding op 1 mei 2004 van de wet op de voogdij voor niet-begeleide minderjarigen, werd zijn aanwezigheid slechts zeer recent gemeld aan de Dienst Voogdij. Deze Dienst bevestigde zijn minderjarigheid en stelde een voogd aan. Voor het eerst in 8 maanden werd hij bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat.

De Raadkamer beval zijn vrijlating. Uitzonderlijk ging het parket in beroep tegen deze vrijlating (sinds anderhalf jaar wordt dit in gelijkaardig dossiers niet meer gedaan door het parket van Brussel). De Kamer van Inbeschuldigingstelling van Brussel bevestigde vrijdag laatsleden de vrijlating. Van vrijdagavond tot zondagochtend werd deze jongere zonder enige wettelijke detentiemaatregel vastgehouden in het centrum 127bis. Artikel 147 van het strafwetboek is overtreden. Iedere ambtenaar of openbaar officier die deze vasthouding heeft bevolen, kan gestraft worden met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar.
Daarenboven is deze praktijk in strijd met artikel 3 ("onmenselijke en vernederende behandeling) en artikel 5 van het Europees Mensenrechtenverdrag ("niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd dan in uitzonderlijke gevallen") en met artikel 37 van het Kinderrechtenverdrag (vasthouding kan enkel voor de kortst mogelijke duur en op voorwaarde dat er geen alternatief is).

Zondagmorgen werd de jongere overgebracht naar de transitzone van de luchthaven. De transitzone, zonder enige accommodatie, is een ongeschikte plaats om te verblijven (de laatste keer dat een minderjarig meisje werd vastgehouden in de transitzone is zij verdwenen zonder enig spoor na te laten). Nochtans is een open opvangcentrum voor niet-begeleide minderjarigen bereid om hem op te nemen.

De wet op de voogdij voor niet-begeleide minderjarigen geeft aan de voogd de opdracht om voor iedere niet-begeleide minderjarige een duurzame oplossing te zoeken. In dit geval heeft de Dienst Vreemdelingenzaken geen tijd gegeven aan de voogd, die pas recent werd aangesteld, om voorstellen te doen tot duurzame oplossing, om op zoek te gaan naar familieleden en om de mogelijkheid tot terugkeer of aanvraag tot verblijf te analyseren.

Herinneren we er ten slotte aan dat de Belgische Staat door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel op 17 november 2003 werd veroordeeld voor het uitwijzen van minderjarigen zonder garantie op een onthaal in het herkomstland. De Rechtbank spreekt van een "onmenselijke en vernederende behandeling".

Tot besluit dient er vastgesteld te worden dat ondanks een nieuwe wetgeving die erop gericht is om minderjarige vreemdelingen te beschermen, de rechten van deze minderjarigen niet gerespecteerd worden, in de eerste plaats door de Dienst Vreemdelingenzaken.