Op de valreep, eindelijk: een Vlaams Vredesinstituut by Mich Crols Saturday, Jul. 03, 2004 at 1:18 PM |
Begin mei 2004, een dikke maand voor de verkiezingen, keurde het Vlaams parlement een voorstel van decreet van Spiritist Jan Roegiers goed ‘houdende oprichting van een Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie bij het Vlaams Parlement’, kortweg het Vredesinstituut.
Meer dan dertig jaar politiek lobbywerk van vredesbewegingen en academici, en politiek werk van parlementsleden van vele partijen ging hier aan vooraf. Eerst op Belgisch vlak, nadien ook op Vlaams vlak.
Het decreet geeft het Vredesinstituut vier opdrachten.
1. Een documentaire opdracht:
Het Vredesinstituut verzamelt en inventariseert relevante informatiebronnen en stelt ze ter beschikking van het brede publiek.
2. Een onderzoeksopdracht:
Het instituut doet zowel aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek als onderzoek dat inspeelt op de actualiteit. Nog belangrijker voor het Forum voor Vredesactie is dat het Vredesinstituut ook voorbereidend onderzoek zal doen dat een basis moet vormen voor een Vlaamse vredeseconomie. Dit laatste punt kan een kentering teweegbrengen, op voorwaarde dat dit voorbereidend onderzoek ook gevolgd wordt door echt onderzoek en aanbevelingen voor het beleid, en op voorwaarde dat de overheid met die aanbevelingen ook echt rekening houdt.
We betreuren dan ook dat in het decreet enkel gesproken wordt van ‘voorbereidend’ onderzoek. Het toont aan dat sommige parlementsleden niet zover willen gaan dat het Vredesinstituut hierover ook echt iets te zeggen heeft. Het einddoel voor het Forum voor Vredesactie is dat het instituut verplicht adviezen geeft over alle beleidsplannen van de ministers. Het Vlaamse beleid heeft immers op diverse wijzen potentieel een invloed op conflicten wereldwijd. Denken we maar aan de invoer van grondstoffen (bv. diamant, tropisch hout, coltan), de uitvoer van wapens en andere technologieën, de rol van onze logistieke draaischijven (de luchthaven van Oostende, de haven van Antwerpen), de draaischijf voor financiële stromingen.
3. Een voorlichtingsopdracht:
De resultaten van het uitgevoerde onderzoek worden door de directeur en een communicatieverantwoordelijke aan het Vlaams Parlement en aan het brede publiek bekendgemaakt. Het instituut stimuleert tevens de uitwisseling van ideeën en visies tussen politici en beleidsmakers die te maken krijgen met onderwerpen die tot zijn taken behoren. Daartoe worden op regelmatige basis conferenties en seminaries georganiseerd.
4. Een adviesopdracht:
Het Vredesinstituut kan op eigen initiatief, of op initiatief van het Vlaams Parlement, of op vraag van de Vlaamse Regering, algemene of specifieke adviezen formuleren.
Het is spijtig genoeg niet zo dat het Vredesinstituut adviezen mag geven over specifieke wapenexportvergunningen, zoals in het oorspronkelijke voorstel van Roegiers was voorzien. Wel moet de minister bevoegd voor de wapenexportvergunningen, jaarlijks ‘een lijst van situaties’ opstellen in zijn beleidsbrief waarbij het advies van het vredesinstituut wordt gevraagd. Deze beleidsbrief maakt, na advies van het Vredesinstituut, voorwerp uit van een parlementair debat en resulteert in een resolutie aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse regering kan wel gemotiveerd afwijken van de adviezen van het Vredesinstituut.
Ontoereikende openbaarheid wapenexport
Jan Roegiers, de bezieler van het decreet, hoopt dat door de oprichting van het Vredesinstituut politieke schermutselingen rond wapenexportlicenties tot het verleden behoren. Zeker en vast is een belangrijke stap genomen om vanaf nu alleszins de beslissingen over de meest controversiële exportvergunningen - diegene die overeenkomen met de lijst van situaties waarvoor advies gevraagd moet worden aan het Vredesinstituut - aan een heel klein stukje burgerlijke en parlementaire controle te onderwerpen. Maar de informatie over de vergunningen zelf blijft dus geheim. Het is enkel een bepaalde ‘situatie’ waarover advies gevraagd wordt. Het Vredesinstituut mag niet weten over welke wapens het gaat, hoeveel, het bedrag, enzovoort. Volgens het Forum voor Vredesactie is er echter nog veel meer parlementaire en burgerlijke controle nodig (zie kader). Maar politiek was dit niet haalbaar; vooral de VLD lag hier dwars.
Wapenexport: onvoldoende openbaarheid
(uit ons dossier ‘Wapens: het deksel van de doofpot!’ - Magazine voor Vredesactie 227, p.13, maart 2004)
"Het Forum voor Vredesactie pleit voor meer openbaarheid opdat parlementsleden en burgers de wapenexporten afdoende zouden kunnen controleren. Momenteel kan men met de aard van de informatie die de wapenrapporten bevatten geen degelijke controle uitoefenen op het wapenexportbeleid van de regering. De wapenuitvoer is in de wapenrapporten gehuld in een waas van geheimzinnigheid doordat bv. de waarde voor alle uitvoervergunningen per land samengeteld wordt, maar vooral omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de aard van de wapenuitvoer en de uiteindelijke klanten. Nochtans moeten in een parlementaire democratie burgers en parlementairen kunnen weten wat de overheid in hun naam vergunt. Vermits het jaarlijks wapenrapport daar volledig in gebreke blijft, dagvaardde het Forum voor Vredesactie in juni 2003 de Belgische staat om een afschrift te verkrijgen van alle aanvragen, adviezen en beslissingen voor in-, uit of doorvoer in de periode van 1991 tot 2002. Als deze juridische actie was gelukt (de rechter verklaarde zich echter onbevoegd) dan was ze van onschatbare waarde geweest, omdat dan voor het eerst een overzicht kon gegeven worden van welke Belgische wapens naar welke conflictgebieden en dictaturen gingen. Er kon dan eindelijk onderzocht worden welke ingrijpende gevolgen het uitvoerbeleid van België heeft voor het ontstaan en in stand houden van conflicten, en hoe deze exporten interfereren met het ontwikkelingsbeleid. Ook voor andere organisaties, we denken dan vooral aan de Noord-Zuidorganisaties, zou de openbaarmaking meer dan nuttig zijn. Heel veel wapenuitvoer gaat naar ontwikkelingslanden. Om deze uitvoer te kunnen duiden en indien nodig te bekritiseren is deze openbaarheid broodnodig."
Het Vredesinstituut zal bestuurd worden door een Raad van Bestuur die bestaat uit negentien stemgerechtigde leden; zes leden op voordracht van de fracties in het Vlaams Parlement, drie leden aangewezen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad, drie leden aangewezen door een vrijwillig samenwerkingsverband van Nederlandstalige vredesorganisaties, vier leden aangewezen door de SERV, drie leden worden tenslotte door de voorgaande leden gecoöpteerd. Een Wetenschappelijke Raad is als adviesorgaan verbonden aan de Raad van Bestuur. Tenslotte komt er het wetenschappelijk secretariaat en een directeur voor het dagelijks beheer van het instituut.
Onze algemene slotbedenking luidt dat natuurlijk heel veel zal afhangen van het feit of het Vredesinstituut voldoende middelen en personeel zal krijgen om zijn adviezen behoorlijk uit te werken.
Mich Crols 30.06.2004
U vindt alles over het gehele decreet op de volgende website: http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2002-2003/g1814-6.pdf
Gepost door ZYX (ZYX26@lycos.com)
http://www.vredesactie.be/