arch/ive/ief (2000 - 2005)

Kleine kritiek der democratische betrachting
by gert Wednesday, Jun. 23, 2004 at 12:55 AM
commentariaat@pandora.be

Het is niet echt zinnig vandaag de democratie zoals we die kennen te verdedigen, in stand proberen te houden. Vandaag gaat het onverkort om de aspiratie, het verlangen naar een democratie die we onmogelijk reeds kennen. Vandaar dat het zo belangrijk is vooral oprechtheid te vragen, te eisen. Oprechtheid is iets heel anders dan eerlijkheid: het laatse is doorgaans geen optie, het eerste is de hoogste plicht.

Lieve mensen,

aanzetten voor
EEN KLEINE KRITIEK DER DEMOCRATISCHE BETRACHTING
(democratie = politiek = permanente revolutie)

(een eerste aflevering - niet zeker of er nog volgen)

Heel veel vragen en veel te veel antwoorden

Waarom is het onzinnig te spreken over “de democratie”? Omdat democratie op zich slechts betekenis krijgt in de waardering van haar constitutieve onmogelijkheid. Democratie kan niet ‘iets’ zijn, het kan onmogelijk verworven zijn. In die zin volgt democratie exact de vorm van elke oprechte religie omdat ook die wezenlijk en noodzakelijk gestructureerd zijn rond een onmogelijke eis. Daarom zal ik hier ook argumenteren dat het steeds moet gaan om het verdedigen van de mogelijkheid en vooral het verlangen naar democratie, wat ik doorgaans de democratische betrachting zal noemen : het daadwerkelijk pogen en het verlangen tegemoet te komen aan de absurde eis die democratie ons stelt.

Daarom is het ook gevaarlijk in de huidige context van snel groeiende anti-democratische bewegingen (waarvan het Vlaams Blok er slechts één en vooral een karikaturale versie is) zich enkel vast te houden aan specifieke sociale, politieke, economische of andere verworvenheden. Erger is zich vast te houden aan de angst deze verworvenheden te verliezen. Het ergste is alleszins dergelijke verworvenheden prijs te geven tegen de belofte van het uiteindelijke behoud van ‘onze democratie’.

Om het eenvoudig te stellen: het cordon sanitair kan vandaag niet opgegeven worden omdat het niet zou werken. Het kan niet enkel in stand worden gehouden omdat het alternatief veel erger is. Het kan al zeker niet opgegeven worden omdat het nooit werkelijk werd toegepast. De werkelijke toepassing van een ‘cordon sanitair’ impliceert een effectieve ex-communicatie.

De vraag stelt zich in een staatssysteem dat democratische aspiraties heeft of er een instantie, een plaats te vinden is die dergelijke ex-communicatie kan uitspreken. De veroordeling van de drie vzw’s die het Vlaams Blok schragen zou in principe een dergelijke plaats, én een dergelijke uitspraak moeten zijn. Een belangrijke gemiste kans is alleszins effectief geweest dat de andere institutionele en niet-institutionele machten in dit land dit vonnis hebben willen bekrachtingen. Hierbij denk ik in de eerste plaats aan de “andere” politieke partijen. Al wat ze hadden moeten doen is uitdrukkelijk dit vonnis toe te juichen. Op die basis kon men ook vereisen dat het Vlaams Blok niet zou opkomen bij de verkiezingen. (Het beroep dat het Vlaams Blok aan tekende gaat niet om de inhoud van de zaak.) Het is een belangrijk technisch gebrek dat een dergelijke gerechtelijke uitspraak niet automatisch naar een concrete politieke uitsluiting leidt. Dat is op zijn minst een miskenning van het gerechtelijke vermogen, van de nochthans constitutioneel vastgestelde legitimiteit van de rechterlijke macht.

Hier stelt zich dus het probleem van de alleszins eerlijke maar niet-oprechte houding waarbij inclusie op mechanisch-automatische wijze voorrang geniet ten aanzien van exclusie. Deze erfenis heeft een lange geschiedenis, maakt op heel intieme manier deel uit van “onze” moderne geschiedenis.

Is het dan ook correct of zelfs maar voldoende te stellen dat de grondstructuur van onze moderne democratische samenleving terug te brengen is tot de inhoud van de verschillende mensenrechtenverklaringen? Indien dit het geval is wat moeten we dan met de louter principiële aanspraak van dergelijke verklaringen? Dit betreft alleszins een gebrek aan ethisch vermogen. Kunnen we bovendien niet steeds verdere “fundamentele” mensenrechten bij verzinnen? Tenslotte, zijn mensenrechten niet heel precies individueel (uitsluitend op basis van een principe van gelijkheid) maar alleszins niet persoonlijk (wat betreft be-tekenis)? Een louter rechten-ethiek heeft geen plaats voor een ethos, een samenleving. Het kan enkel denken aan een normeren, een legisleren van individuele behoeften en verlangens, maar ontbeert een mogelijke legitimiteit die zich zou beroepen op een gemeenschappelijkheid.

Dit zijn vragen die verwijzen naar een noodzakelijke analyse van de voorstelling die we van de plaats én het vermogen maken die we geacht worden eigen te maken in een democratische staat. Het is vandaag dus onvoldoende vast te stellen dat onze identificaties systematisch en noodzakelijk falen. Het is ook nodig een redelijke voorstelling te maken van de wijze, de vorm die dat falen aanneemt. Indien democratie een mogelijkheid blijft - en ik neem aan dat dit het geval is - moeten we ons de vraag stellen hoe dit systematisch en noodzakelijk falen geïnstitutionaliseerd kan worden, een materiële werkelijkheid kan worden gegeven.

Met deze vragen wil ik proberen aan te geven waarom welk initiatief dan ook ten aanzien van de opmars van het Vlaams Blok gedoemd is te falen indien het niet geïnspireerd wordt vanuit een daad-werkelijke oprechtheid, indien het niet louter dient om het eigen ego gerust, tevreden te stellen, indien het niet bereid is als het ware te sterven aan het doel dat het zich stelt. Zonder overdrijving kan gesteld worden dat een waarderen van de democratische betrachting moet ingegeven zijn door geloof, hoop en liefde en zeker ook veel moed.

Het is met andere woorden niet echt zinnig vandaag de democratie zoals we die kennen te verdedigen, in stand proberen te houden. Vandaag gaat het onverkort om de aspiratie, het verlangen naar een democratie die we onmogelijk reeds kennen. Vandaar dat het zo belangrijk is vooral oprechtheid te vragen, te eisen. Oprechtheid is iets heel anders dan eerlijkheid: het laatse is doorgaans geen optie, het eerste is de hoogste plicht.

Bij eerlijkheid gaat het om kennis, iets dat men al dan niet zou weten. Oprechtheid heeft op zich niets met kennis, met een weten (laat staan met wetenschap) te maken maar alles met een houding, een gerichtheid. Een oprechte houding maakt het mogelijk een standpunt in te nemen, keuzes te stellen, ook al heeft men daar niet meteen duidelijke redenen voor.

Wat is tenslotte een politieke keuze behalve een al dan niet oprechte, maar uitdrukkelijk onmogelijke keuze waarbij men weet dat er geen goede of juiste optie op tafel ligt en desondanks kiest (zich weerhouden, zwijgen, terugtrekken is steeds één van deze opties die mogelijk ook veel moed vergt)? U kiest toch ook voor de juiste?

Met vriendelijke groeten,
Voor het Commentariaat,
Gert Nuyts

Vaag en onsamenhangend
by Patrick Laureys Thursday, Jun. 24, 2004 at 11:00 AM

Geachte,

Ik vind uw tekst nogal vaag en onsamenhangend. Doet mij denken aan piepschuimspuiende intellectuelen à la Ronald Commers en de Leuvense filosofische school. Keep your feet on the ground.